Gold Rush

Goudzoekers Op naar het beloofde land

Het Wilde Westen Verschuivende frontiers

San Francisco Van dorpje tot stad

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Read comments (1)

Gold Rush

Introduction

Goudzoekers

De ontdekking van goud in Californië trok gelukszoekers van over de hele wereld. Het goud zou er voor het oprapen liggen. Maar het leven van deze goudzoekers ging niet bepaald over rozen. Bij aankomst in Califonië bleken al die mooie beloften over bergen met goud toch niet helemaal te stroken met de werkelijkheid. Het vinden van goud was zwaar werk, zelfs in het rijk van goud voorziene Californië. De leefomstandigheden in de mijndorpjes waren bedenkelijk en eenzaamheid, ziekte, fysiek gevaar en honger waren meer regel dan uitzondering. Het was het allemaal waard voor die ene grote goudklomp of goudader. Tot die tijd was er de whiskeyfles en de pokertafel.

Het Wilde Westen

Aan het einde van de 18e eeuw bestonden de Verenigde Staten van Amerika nog uit dertien lidstaten, gelegen langs de oostkust van het continent. Halverwege de 19e eeuw kwam daar verandering in. Dat werd mede veroorzaakt door het idee van de Amerikaanse Manifest Destiny. De supporters van dit principe vonden dat de Verenigde Staten moesten reiken tot aan de Pacifische Oceaan. De California Gold Rush en later de Homestead Act,  die boeren verzekerde van landbouwgrond in de nieuwe territoria, brachten een enorme migratiestroom westwaards op gang. De indianenstammen aldaar hadden er zwaar onder te lijden, met de nodige conflicten tussen kolonisten en indianen tot gevolg. De tijdsperiode van verschuivende frontiers in de tweede heft van de 19e eeuw zou een legendarische status krijgen als het Wilde Westen. De tijd van cowboys en indianen, goudzoekers en saloons.

San Francisco

San Francisco groeide tijdens de California Gold Rush uit van een slaperig dorpje tot het bedrijvige centrum van de goudkoorts. De haven stond lag vol met handelsschepen en de stad breidde in rap tempo uit, zoals te zien op deze foto uit 1851. San Francisco was een cosmopolitische plek, met vele duizenden immigranten uit de hele wereld die hier aankwamen om hun geluk te zoeken in de Californische heuvels. Gegeven de locatie van de stad trok San Francisco veel Chinese arbeiders. Nog steeds bezit de stad een van de oudste en grootste Chinatowns van de Verenigde Staten. Ook Levi-Strauss, bekend van de spijkerbroeken, vestigde hier in 1853 zijn winkel.

Avontuur, een nieuw leven en de kans op enorme rijkdom; geen wonder dat de goudkoorts zo vaak toesloeg. Vooral Californië zou halverwege de 19e eeuw bekend worden om zijn zogenaamde gold rush. Honderdduizenden lieten hun oude bestaan achter op zoek naar de glinsterende klompjes.

De 19e eeuw zag een aantal uitbraken van de zogenaamde goudkoorts, van Amerika tot Australië. Met de belofte van enorme rijkdom in het vooruitschiet lieten vele Europeanen, Amerikanen en Aziaten hun armzalige leven achter zich om op zoek te gaan naar goud. Zelfs het vaagste gerucht kon tienduizenden op de been krijgen. Daar kwamen John Sutter en zijn collega James Marshall in 1848 achter toen ze goud vonden langs de Sacramento rivier in het huidige Californië. Hoe zeer beide heren ook probeerden hun vondst geheim te houden, toch lekte het uit. Binnen de korste keren stonden enkele duizenden gelukzoekers op de stoep, konden Sutter en Marshall fluiten naar hun goud en richtten de ogen van de wereld zich op Californië.

Goud uit de grond

De eerste goudzoekers gingen aan de slag met primitieve middelen. Het goud lag zo dicht aan de oppervlakte dat simpel zeven in rivierbeddingen al voldoende was. Al snel volgden mijngenootschappen van ambitieuze goudzoekers beladen met pikhouwelen en explosieven. Na die eerste fase van overvloed volgden enkele jaren later de eerste industriëlen met professionele mijnmachines die ook de moeilijk bereikbare goudaders wisten aan te boren. Veel moderne mijntechnieken werden voor het eerst gepionierd op Californische goudaders. De resultaten mochten er  zijn: in de eerste vijf jaar van de California Gold Rush werd er zo’n 370 ton goud gewonnen.

Bevolkingsboom

Het demografische effect van de goudkoorts was net zo opzienbarend als de grote klompen goud die uit de Californische grond kwamen. Tegen 1853 had de California Gold Rush al zo’n 250.000 mensen op de been gebracht. Die kwamen uit de meer oostelijke staten, maar ook uit Europa, China en Zuid-Amerika. Dorpen sprongen als paddestoelen uit de grond en de bewonersaantallen explodeerden. San Fransisco bijvoorbeeld groeide uit van een pittoresk gehucht van 200 inwoners in 1846 naar een volwaardige stad van 36.000 in 1852. Californië had voor 1848 geen regering of zelfs wetten. Goudzoekers losten hun conflicten onderling op, vaak op gewelddadige wijze. Toch kwam daar snel verandering in. Midden tussen al dat koortsig goudzoeken werd er een Californische grondwet geschreven, werden nieuwe steden gesticht en gebouwd en trad Californië in 1850 toe tot de Verenigde Staten van Amerika.

Hippe broeken

Er was net zo veel geld te verdienen aan de goudzoekers zelf als aan het daadwerkelijk graven naar goud. Niet alleen hadden al die duizenden goudzoekers levensmiddelen en gereedschap nodig, ze zochten ook entertainment en onderdak. Saloons tierden welig en hoeren, drank en pokertafels waren in overvloed beschikbaar. De goudkoorts was een buitenkans voor ambitieuze entrepeneurs en immigranten. Eén daarvan was Levi Strauss, een joodse immigrant uit Zwisterland die net als veel andere Europeanen zijn geluk kwam wagen in de Verenigde Staten. Hij opende zijn eerste winkel in 1853 in San Franscisco. De stevige blauwe denimbroeken die hij daar verkocht gingen als warme broodjes over de toonbank. Strauss bleef sleutelen aan zijn broeken en met hulp van Jacob Davis onstond in 1872 de alombekende Levi’s spijkerbroek.

Donkere schaduw

Al die bedrijvigheid had ook een schaduwzijde. Zware milieuvervuiling en racistische wetgeving om Chinese en Latijns-Amerikaanse immigranten uit de mijnen te houden waren pas het begin. Vooral de Californische indianen hadden het zwaar onder de toestroom van gelukzoekers. Ziekten als de pokken – waar de inheemse bevolking van Amerika geen resistentie tegen had – sloegen toe onder de indianenstammen aan de westkust en eisten een enorme tol onder de bevolking. Jachtgronden werden vervuild en vernietigd. In het nauw gedrongen begonnen sommige stammen zich te verzetten tegen de indringers. Met averrechts effect: de Californische kolonisten waren een stuk beter bewapend en richtten ware slachtingen aan onder de inheemse bevolking. De Californische staat betaalde een tijd lang zelfs voor de scalpen van omgebrachte indianen. De indianenbevolking van Californië viel van pakweg 150.000 in 1845, naar minder dan 30.000 in 1870.

Rond het jaar 1870 was ook de California Gold Rush lang en breed voorbij. Het oppervlakte goud was grotendeels gewonnen en de mijnindustrie had de exploitatie overgenomen. En de gelukszoekers van weleer? Die trokken door naar Colorado, Dakota of Klondike, op zoek naar die ene goudader die hun rijk zou maken.

Jaar:
1849 / 1860
Circa:
Ja

Adres

Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0

Reacties

Iedereen heeft wel een eigen spijkerbroek verhaal, van je eerste 501 tot je werkbroek als 50+er.