Van Oldenbarnevelt

Self-made man Van Bollenburg tot Ridderschap

Doorbraak en ondergang Strijd in roerige jaren

De Haagse kaasstolp De macht van 'Het Dorp'

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Nog geen reacties

Van Oldenbarnevelt

Introduction

Self-made man

Johan van Oldenbarnevelt was één van de eerste self-made men van de Republiek; iemand die zich ondanks zijn lage afkomst opwerkte tot een van de twee machtigste mannen van het land, naast prins Maurits. Toch worstelde hij zelf met zijn afkomst en deed er alles aan om zich een meer adellijk imago aan te meten, iets wat aan het begin van zijn loopbaan, eind zestiende eeuw, niet onbelangrijk was voor een succesvolle politieke carrière.

 

Johan werd geboren in Amersfoort  in 1547 als de zoon van Gerrit van Oudenbarnevelt, ook wel bekend als ‘Gekke Gerritje’. De eerste stap om zich los te kweken van zijn alcoholistische en gewelddadige vader en diens lage afkomst, zette Johan in Leuven toen hij tijdens zijn studie rechten zijn naam liet veranderen in het adellijker klinkende ‘Van Oldenbarnevelt. Tijdens zijn eerste jaren als advocaat kwam hij te werken voor een rijke Delfste familie. Door slinkse manipulaties wist hij de bastaarddochter Maria van Utrecht tot erfgenaam te laten benoemen van het familiekapitaal, waarna ze in het huwelijk traden. Met het vermogen van Maria kon Johan langzaam aan zijn adellijke positie en levensstijl werken. Als een echt landheer kocht hij grote stukken land en vergaarde een fortuin. Binnen korte tijd had hij zich opgewerkt tot raadpensionaris van het visserstadje Rotterdam en drong vervolgens door tot de Haagse kaasstolp. Als raadspensionaris van Holland spiegelde hij zich aan de levenstijl en het uiterlijk van de Hollandse adel. Tussen zijn drukke werkzaamheden werkte hij ijverig aan een stamboom die hem als telg uit een oud geslacht moest doen voorkomen. Toen dit niet lukte ging hij over op het aankopen van heerlijkheden, zodat hij zich naar deze bezittingen kon laten vernoemen. Hierdoor kon hij in 1604 toetreden tot de Hollandse Ridderschap.  Zijn inspanningen als de architect van zijn eigen achtergrond en nalatenschap kwamen in 1618 tot uiting in zijn Remonstrantie. Een lijvig geschrift waarin hij zich verdedigde tegenover zijn beschuldigers en nog eens zijn gefabriceerde achtergrond aandikte. Toch werd een adellijke afkomst steeds minder belangrijk tijdens zijn politieke leven. Halverwege de zeventiende eeuw was er zelfs een nieuw patriciaat was ontstaan van succesvolle handelsfamilies uit de burgerij. Voor hen werd het juist belangrijk de afstand met de midden en lagere burgerij voor het oog niet te groot te laten worden, om zo als geloofwaardig en legitiem vertegenwoordiger van de burgerij te kunnen worden gezien. 

 

Beleef dit verhaal aan de hand van de originele stukken in de tentoonstelling 'Het Geheugenpaleis' in het Nationaal Archief.

Doorbraak en ondergang

De politieke doorbraak van Van Oldenbarnevelt viel samen met de roerigste periode uit de Nederlandse geschiedenis. Als jonge student raakte hij verzeild in het verzet van opstandige Nederlandse gewesten tegen het Spaanse koninklijke gezag. Hij maakte als oorlogsvrijwilliger zelfs het zeer bloedige beleg van Haarlem van 1573 mee. Tien jaar later was hij als raadspensionaris van Holland een belangrijk figuur in het machtsvacuum dat was achtergelaten na de moord op de leider van het Nederlandse verzet, Willem van Oranje. Op initiatief van de raadspensionaris werd de zestienjarige prins Maurits de opvolger van zijn vermoorde vader, een geimproviseerde erfopvolging die helemaal niet vanzelfsprekend was. Ondertussen zocht Johan naarstig naar een geschikte kandidaat die als soeverein van de opstandige gewesten de plaats van de Spaanse koning in kon nemen. Na een reeks ongeschikte kandidaten, koos hij een voor de tijd zeer radicaal alternatief, namelijk het afwijzen van een koning en het vestigen van een Republiek. Als raadspensionaris van het machtigste gewest Holland wist hij veel meer bevoegdheden naar zich toe te trekken dan de functie voorschreef en werd eigenlijk een soort minister-president van de verzameling gewesten die nu samen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormden.   

Onder de gedeelde leiding van Van Oldenbarnevelt en prins Maurits groeide de jonge Republiek uit tot een machtig economisch en militair bolwerk. De Spaanse legers waren tegen het jaar 1600 teruggedreven tot in het huidige België en Nederlandse handelsvloten drongen door tot in markten over de hele wereld, onder andere in de Indische Archipel. Dit resulteerde in 1602 tot misschien wel het belangrijkste wapenfeit uit Van Oldenbarnevelt’s carriere, namelijk de oprichting van de Verenigde Oostindische Compagnie, oftewel de VOC.  In de volgende jaren kwamen de eerste scheuren in de relatie tussen de oude raadspensionaris en de jonge prins aan het licht. Zeer tegen de zin van Maurits sloot hij het Twaaljarig Bestand met Spanje in 1609. In de volgende jaren werd de Republiek verscheurd door religieuze en politieke tegenstellingen, waarbij Van Oldenbarnevelt en prins Maurits rechts tegenover elkaar kwamen te staan. Na een machtsgreep liet Maurits zijn oude meester arresteren, waarna de 76-jarige grondlegger van de Republiek in 1619 roemloos aan zijn einde kwam op het schavot.

De Haagse kaasstolp

Als er een stad is die al vanaf haar ontstaan kampt met een reputatie als elitair broeinest, dan is het Den Haag wel. Ontstaan als de residentie van de Hollandse graven, heeft de stad altijd een unieke positie ingenomen in het sterk verstedelijkte Nederland. Vanaf ca. 1200 werden de steden steeds machtiger ten opzichte van de landadel en verwierven stadsrechten en zelfbestuur. Aangezien de graven van Holland baas in eigen huis wilden blijven, hebben ze nagelaten ook Den Haag deze rechten te geven. Zelfs toen Den Haag in 1400 al enkele duizenden inwoners had en dus het aanzicht van een stad, bleef het officieel de status houden van een dorp. Nadat Den Haag de zetelstad werd van de Staten-Generaal in 1585, groeide het nog meer in haar rol als een plek van macht en rijkdom. De vele stadspaleizen en chique logementen die de afgevaardigden van de Nederlandse steden en gewesten moesten huisvestten, maakten van Den Haag een gerieflijk oord voor gezanten, diplomaten en bestuurders. Het is dan ook geen toeval dat Den Haag vanaf de negentiende eeuw het centrum werd van internationale samenwerking en diplomatie. Door de aanwezigheid van het Stadhouderlijk Hof, de Staten-Generaal en buitenlandse diplomaten en adel had Den Haag een veel aristocratischer karakter dan de meeste andere Nederlandse steden. Iets wat nog steeds tot uiting komt door het veronderstelde onderscheid tussen Hagenezen en Hagenaren.  De eersten die dit onderscheid gebruiken om zich af te zetten tegen de veronderstelde elitaire Hagenaren uit het centrum. Het is voor populistische politici dan ook een handig middel om zich voor de buhne af te zetten tegen het ‘Haagse pluche’ en zich zo als vertegenwoordiger van het 'echte volk' te profileren.  

Circa:
Nee

Adres

Muurhuizen 19
3811 EC Amersfoort
Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0