De Haagse ambassade: Australië

De Australische ambassade bevindt zich aan de Carnegielaan, achter het Vredespaleis. Ambassadeur Brett Mason en Indra McCormick, plaatsvervangend hoofd van de Australische missie ontvangen me in de kamer van de ambassadeur. Ik zit nog niet, of ik wordt meegenomen naar een grote wereldkaart achter het bureau van de ambassadeur.

Brett Mason: “Op 25 oktober 1616 landde Dirk Hartog hier net voor de westkust van Australië.” Hij wijst het aan. “Binnenkort 400 jaar geleden. Zijn schip, een van de zes schepen die januari 1616 vertrokken uit Texel, heette de Eendracht. Ze hadden het advies van Hendrik Brouwer gevolgd, ook een VOC-kapitein. Hij adviseerde om voorbij Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika de oost-stromingen te volgen, en niet naar het noordoosten af te buigen richting Indië. Hartog kwam aan bij een onbewoond eiland in de buurt van Shark Bay. Later kreeg dit de naam Dirk Hartog Eiland. Het was een erg gevaarlijk gebied voor schepen met vele ondiepten en riffen. En verderop, op het vasteland, steile kliffen.”

Het land van de Eendracht

Maar Hartog heeft het eiland waarop hij was geland niet genegeerd. Hij wilde eerst in kaart brengen wat hij had ontdekt. Hij liet een tinnen schotel achter met een ingekraste tekst als ‘poststeen’ voor schepen die daar later zouden kunnen landen en zeilde noordwaarts, de kust in kaart brengend. Het onontdekte land werd later aangegeven op kaarten als ‘Het land van de Eendracht’. De ambassadeur laat het zien op een aantal ingelijste oude kaarten uit diverse vroegere eeuwen, van de tijd van Ptolemaeus tot de 17e eeuw, die in de gang hangen.

De ambassadeur: “Dirk Hartog was de tweede Europeaan die het continent aandeed. Tien jaar eerder, in 1605, vertrok Willem Jansz met de Duyfken vanuit Bantam om het onbekende Zuidland in kaart te brengen. In februari 1606 bereikte hij het Kaap York-schiereiland aan de noordkust van Australië.  Hij volgde de kust tot aan Kaap Keerweer en bracht zo’n 320 kilometer van het continent in kaart. Hij dacht dat het de zuidelijke uitlopers van Nieuw-Guinea betrof en noemde het nieuwe land Nieu Zelandt. Deze naam hield daar geen stand. Abel Tasman, een andere Nederlandse ontdekkingsreiziger gaf dezelfde naam aan een gebied dat hij in 1642 in de Stille Oceaan ontdekte en dat nog steeds Nieuw-Zeeland heet.”

De reis van Jansz naar Kaap York was het eerste contact tussen de Europeanen en de inheemse bevolking van Australië. Daarmee begonnen de verbintenissen tussen de Australische Aborigines,de oudste cultuur ter wereld, en de nieuwe klasse van zeevarende Europese kooplieden. Mede om aan dit eerste contact te herinneren is tot 19 juni 2016 in het Aboriginal Art Museum in Utrecht (AAMU) de tentoonstelling: Remember Me: Stories in Print te zien (http://www.aamu.nl/nu-te-zien).

Terra Australis Incognita

Al in de vierde eeuw voor Christus bestond het vermoeden dat er in het Zuidelijk Halfrond land moest zijn. Grote denkers als Aristoteles en Ptolemaeus dachten dat, wilde de aarde in evenwicht blijven, er daar wel land moest zijn. Ze gaven het zelfs een naam, Terra Australis Incognita, het ‘onbekende land van het zuiden’. Vele eeuwen later, in het tijdperk van de ontdekkingstochten, bleek deze gedachte juist te zijn geweest. 

Maar het continent kreeg niet meteen de naam Australië. Gedurende meer dan anderhalve eeuw heette het ‘New Holland’ naar de Hollandse ontdekkers. Pas toen de Engelse kapitein en cartograaf Matthew Flinders zijn reisverslag A Voyage to Terra Australis publiceerde in 1814, werd de naam Australië voor het continent gebruikt.

We bekijken weer de kaarten in de gang. Op een VOC-kaart van 1620  zien we Eendrachtsland genoteerd bij de westkust. Aan de noordkant lijkt het continent nog vast te zitten aan wat nu Indonesië is, er is nog geen sprake van Torres Straat, de doorgang tussen Queensland en Papoea-Nieuw-Guinea. 

De Batavia

De ambassadeur: “De Hollanders hebben Australië letterlijk op de kaart gezet. Toen Hartog terug was in Nederland en erover vertelde, kwamen er diverse andere schepen naar het continent. Maar velen gingen, na het bereiken van het nieuwe continent, ten onder te midden van kliffen en ondiepten.  Het gebied is bezaaid met scheepswrakken. Aan het eind van de eeuw voer kapitein Willem de Vlamingh namens de VOC meer naar het zuiden van de westkust. Hij ontdekte zwarte zwanen bij wat nu Swan River heet, in het huidige Perth. Dat was wat beter terrein, maar toch, veel van de westkust was zand en woestijn. Op advies van De Vlaming staakte de VOC verdere ontdekkingsreizen.

Er is nog een verhaal over de ontdekking van het continent. De ambassadeur “Een dramatisch verhaal, het verhaal van het schip de Batavia.” Indra McCormick pakt er een boek bij van Peter FitzSimmons waarin het allemaal beschreven staat ‘Batavia, Het waargebeurde, avontuurlijke verhaal van de ondergang van het VOC-schip Batavia in 1629’. “Het schip sloeg lek op het Wallabi-rif voor de kust. Een deel van de opvarenden bleef achter op enkele eilandjes terwijl een andere groep naar Batavia voer met een sloep om hulp te halen. Toen de hulptroepen arriveerden was onder de achterblijvers muiterij uitgebroken. Na diverse, soms gruwelijke, verwikkelingen kwamen van 341 opvarenden uiteindelijk slechts 68 in Batavia aan. Nadat het wrak in 1963 werd gevonden zijn munten, kanonnen en allerlei andere voorwerpen uit het water gehaald en tentoongesteld.”

Gas en olie

De ambassadeur: “Kapitein De Vlamingh deed na Swan River in 1696 ook Dirk Hartog eiland aan. Hij verving het tinnen bord dat Dirk Hartog had achtergelaten door een nieuw exemplaar en nam het oude mee terug. Die schotel zit nu in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Ik bekijk het hele ontdekkingsverhaal vooral als romanticus. Maar tegelijk moet je vaststellen dat het voor het overgrote deel door handel werd geïnspireerd. De Hollanders waren de grootste handelaren van die tijd. Niet voor niets staat op het tinnen schotel in het Rijksmuseum niet de naam van Dirk Hartog bovenaan, maar van de koopman die de opdracht gaf voor de reis.”  

Als Dirk Hartog en consorten destijds niet alleen naar het barre land hadden gekeken, maar ook in de grond, hadden ze de echte rijkdom van het gebied ontdekt. Het gebied zit vol olie en gas, het behoort zelfs tot de grootste gas- en oliegebieden van de wereld. En wie is een van de grootste exploitanten? Shell.  De ambassadeur: “Hartog’s poging was dus niet tevergeefs. Alleen liet het resultaat even op zich wachten. Het is een van de grootste investeringen die Shell ooit deed.”

Naast Shell zijn alle grote Nederlandse bedrijven in Australië aanwezig: Unilever, Rabobank, ING, KPMG, Heineken, Achmea, AEGON, Philips en AkzoNobel.  Ook diverse bedrijven op het gebied van infrastructuur en watermanagement, zoals Deltares, Boskalis, Royal HaskoningDHV, Fugro, Strukton Rail en BAM International.  “In Brisbane en omgeving, waar ik vandaan kom, zijn er nogal wat overstromingen geweest, waardoor we graag gebruik maken van de kennis die deze bedrijven hebben.” Nederland investeert veel in het land, het is zelfs de vijfde grootste investeerder met een bedrag van 38 miljard dollar. De jaarlijkse onderlinge handel in goederen en diensten is goed voor 6 miljard dollar.

“The boom”

Al vijfentwintig jaar ervaart Australië aanhoudende economische groei. De economische crisis van 2008 is grotendeels aan Australië voorbijgaan. “Elk jaar groei, meestal flinke groei, ook nog afgelopen jaar een groei van net onder de drie procent.  De ‘mining-boom’ en Chinese vraag naar onze grondstoffen heeft ons enorm geholpen. Maar het zou verkeerd zijn om ons land te reduceren tot een mijnbouwschacht. De opbrengsten van mijnbouw maken minder dan 10 procent van het Bruto Nationaal Product uit. Meer en meer komen onze belangrijkste exportproducten niet uit de grond, maar uit de geest: kennis, onderwijs en wetenschap. In de top honderd universiteiten van de wereld bevinden zich maar liefst zes Australische universiteiten.”

Op die universiteiten studeren vele jonge mensen uit Zuidoost Azië. “Van de jaren vijftig tot de jaren tachtig hadden wij hiervoor een stelsel van beurzen. Het paste binnen het ‘Colombo Plan’, genoemd naar de hoofdstad van Sri Lanka. We hebben een nieuwe vorm aan dat project gegeven: het New Colombo Plan, waarbij we juist Australische jonge mensen stimuleren naar de universiteiten van de ‘Indo-Pacific’ te gaan:  een gebied dat zich uitstrekt van Pakistan in het westen tot aan de Fiji eilanden in het oosten.” 

Het past in een heroriëntatie van Australië. De ambassadeur: “Ik ben nu 54. Toen ik jong was, zagen we onze toekomst in de Engelstalige wereld. In de laatste dertig jaar zijn jonge Australiërs hun toekomst gaan zien in de Indo-Pacific.  De studentenuitwisseling draagt bij tot een beroepsbevolking van hoog niveau.  Wij hebben ook voordeel gehad van immigratie uit Azië.  De immigranten brachten een sterke arbeidsethos, enthousiasme en een andere cultuur mee. Australië heeft daarvan geprofiteerd”.

Optimisme en vertrouwen

Deze ontwikkeling heeft bijgedragen aan een nieuw zelfbeeld. “In 1956 vonden de Olympische Spelen in Melbourne plaats. We hadden toen negen miljoen inwoners. We hadden niet het gevoel dat we met de wereld mee konden komenop het gebied van kunst, cultuur en onderwijs. We hadden niet genoeg vertrouwen, alleen op sportgebied blaakten we ervan. Dat is in mijn leven heel erg veranderd. Op dit moment heeft Australië meer dan 24 miljoen inwoners. Wat ooit vooral een land van stranden, mijnen en cricketvelden was, is nu een moderne, multiculturele samenleving met een hoogopgeleide beroepsbevolking, een hoogwaardige economie en verfijnde cultuur geworden. Er heerst een groot optimisme en vertrouwen dat we op gelijke voet staan met andere landen op het gebied van de wetenschap, cultuur en kunsten. Jonge Australiërs zijn zelfverzekerd en optimistisch, ze voelen niet meer de behoefte om naar Amerika of Europa te gaan om een compleet leven te hebben. Dat was niet zo voor sommige Australiërs in de jaren vijftig of zestig.  Vele intellectuelen vertrokken toen, omdat ze het een culturele woestijn vonden. Robert Hughes, de kunstcriticus en schrijver van The Fatal Shore, ging bijvoorbeeld naar New York.  Clive James en Germaine Greer zijn naar Londen gevlucht. Maar nu hebben we een bruisend cultureel en rijk intellectueel leven: miljoenen mensen bezoeken jaarlijks Australische nationale musea en galerijen, we hebben maar liefst 15 Nobelprijswinnaars, en meer dan een miljard mensen vertrouwen dagelijks op Australische uitvindingen.

Hoe is dit gebeurd? “Er is na de Tweede Wereldoorlog een massale immigratie geweest. Zo kwamen er 300.000 Nederlanders naar Australië. Hele waardevolle immigranten, ze leveren op allerlei manieren een belangrijke bijdrage aan de samenleving. Cultureel en politiek stonden ze dicht bij de Australiërs. Eerlijk gezegd kan ik me Australië niet voorstellen zonder de Nederlanders. Op dit moment zijn er veel backpackers uit Nederland. Ze spreken zo goed Engels, het zijn bijna Australiërs, en ze zijn zo beleefd! Met die immigratie begon onze kijk op de wereld al te veranderen. Dat is een van de meest hartverwarmende aspecten van ons land. Waar je ook vandaan komt, welke godsdienst je ook hebt, wat je etnische achtergrond ook is: als je de Australische waarden onderschrijft ben je een Australiër. Het land is pluralistisch, tolerant en respectvol.

Mijn ouders zijn van de jaren dertig, de natie keek toen nog naar binnen. Maar in de jaren zeventig en tachtig kreeg het universiteitssysteem een impuls en de economie werd van buitensporige regulering bevrijd. Australië is competitiever geworden en de arbeidsmarkt is geflexibiliseerd. Het niveau van de bevolking is gestegen. Nu gaat bijna 40 procent van de Australiërs naar hoger onderwijs.”

Een van de topprojecten op gebied van wetenschap in Australië is het Square Kilometer Array, het grootste en meest verreikende radiotelescoopproject ooit gebouwd.  Het project is grotendeels in Australië en in Zuid Afrika gesitueerd maar wordt met kennis en steun van Nederland en andere landen ontworpen en gebouwd. In het onderzoek wordt een poging gedaan te komen tot het ontstaan van het universum, de Big Bang. We proberen het eerste licht ‘te pakken’ te krijgen.”

Outdoor cultuur

De meeste mensen wonen in het Zuidoosten van het land, een gebied met een aangenaam klimaat. “Wat is je eerste associatie met Australië? Voor mij is het eerste wat bij me opkomt: de zon. Vanwege het klimaat is er een ‘outdoor’ cultuur. Die heeft ook invloed op de onderlinge omgang, die is relaxt, dynamisch en optimistisch.”

Politicus

 Ambassadeur Brett Mason en Indra McCormick  begonnen samen aan hun nieuwe baan in Nederland, nu ongeveer zeven maanden geleden. Alvorens hij als Ambassadeur naar Nederland kwam was Mason parlementair onderminister voor buitenlandse zaken en heeft hij zestien jaar in de Australische Senaat gezeten als vertegenwoordiger van de Staat Queensland. De ambassadeur: “Het werk in Den Haag is anders. Geciviliseerd. Geciviliseerder  dan de Australische politiek, kan ik wel zeggen”.

Afbeeldingen: 1) Geloofsbrieven Ceremonie, 2) De ambassadeur bij het Van Gogh Museum, 3) Dirk Hartogh Straat, Amsterdam, 4) Ambassadeur met Dirk Hartogh bord, 5) Geloofsbrieven Ceremonie, 6) de ambassadeur en minister Cash bij Koningin Maxima, 7) All Europeans Champions League 2016 – Australian football, 8) ambassadeur bij het Aboriginal Art Museum AAMU Utrecht, 9) en 10) en 11) landkaarten

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0