De wereld van de Amsterdamse kunstenaar, 27 - Jan Egbert

Als ik Jan Egbert een week na de opening van zijn tentoonstelling in de MLB galerie opzoek, zie ik vele rode en groene stippen bij zijn schilderijen. Er is duidelijk animo voor zijn werk.

De afgelopen jaren vond Jan Egbert zijn inspiratie in de natuur: de schitteringen op de zee in Patagonië, dreigende luchten boven de Reeuwijkse Plassen,  bloemen en bomen zoals de statige kastanje voor zijn huis. De natuur is duidelijk een belangrijk thema, maar de manier waarop die wordt afgebeeld is divers.

Kracht versus kwetsbaarheid

Jan Egbert: “Ik wandel en fiets veel, ik ben veel buiten.  Ik houd erg van de natuur, maar die schilder ik niet in één stijl. Ik schilder overigens verschillende onderwerpen, maar hier op de tentoonstelling springt de natuur er wel uit. Wat me aantrekt is de spanning tussen kracht en kwetsbaarheid. Je ziet hier krachtige bomen tegen een gevoelige achtergrond.

Als ik naar links kijk, zie ik een mooi schilderij van gele bloemen die over het hoogtepunt van hun bloei heen zijn. “Die bloemen zijn al aan het vergaan. Maar in al hun kwetsbaarheid zijn ze zeer krachtig.“ Wat spreekt hem zo aan bij die kracht versus kwetsbaarheid? “Misschien heeft het met de relatie kind-volwassene te maken. Een kind is kwetsbaar, maar heeft ook de kracht om stand te houden. En een volwassene lijkt heel krachtig, maar heeft tegelijkertijd zijn of haar gevoelige kanten.” 

Jan Egbert neemt als ander voorbeeld de poolgebieden erbij. “Daar heerst vaak guur weer. Toch houden mensen zich daar staande. En ook de natuur. Dat is bijzonder. Dat de mensheid en de natuur dat kan. Dat raakt me.”

Kleur

Zijn doorbraak als schilder heeft hij eigenlijk aan het toeval te danken. Hij schilderde al sinds 1983, maar vanaf 2004 kwam het op een hoger plan. “Door een blessure kon ik een tijd niet meer wandelen. Ik heb die tijd opgevuld met schilderen. Er was sprake van hele snelle vooruitgang.” Een geluk bij een ongeluk dus. Egbert: “Het is hoopgevend voor mensen die ouder worden. Dat je van een geliefd iets dat je (tijdelijk) kwijt raakt iets anders in de plaats kunt zetten.”

Het hielp wel dat hij lessen kreeg. “Ik heb van veel mensen les gehad, onder andere van Gertrud Mandelbaum, bij de Werkschuit, master classes op de Wackers Academie. Op de Pedagogische Academie, die ik deed van ’80 tot ’83 had ik al goede lessen in kleur en handvaardigheden. Dat heeft me gestimuleerd om later schilderles te nemen. Bovenal leer je door het veel te doen. Op die manier krijg je ervaring in het zoeken naar de juiste kleur bijvoorbeeld. Kleur is voor mij heel belangrijk.” Jan Egbert gebruikt olie- en acrylverf. “Meestal olie op doek en acryl op papier, maar dat is geen Wet van Meden en Perzen.”

Als zijn sleutelwerk noemt hij het werk ‘De Maan’. Het is een groot doek in schitterend blauw met bovenaan een gele maan. De afmeting is een stuk groter dan dat van zijn andere werk. “Het grote formaat is nodig. Het blauw is ultramarijn blauw, daarnaast zijn er andere blauwen gebruikt. Ultramarijn is mijn lievelingskleur.”  

Musea

Waar Jan Egbert ook veel leert is van kijken. Hij is een echte museumliefhebber. Laatst vulde hij een enquête in waarin onder andere gevraagd werd naar museumbezoek. Hoe vaak gaat u per jaar naar een museum, was de vraag. “Ik heb ingevuld 50, maar het zullen er eerder 100 zijn geweest. Of meer zelfs. Ik ga vaak naar kunstmusea, ik heb heel West-Europa afgestruind. Ik doe het met een vriend die er net zo gek van is. Drie/vier musea per dag is geen probleem.”

Heeft het zijn werk beïnvloed? “Dat is de vraag. De groten van de schilderkunst, Rothko en Nolde bijvoorbeeld, zijn geweldig, maar ik zal nooit zo kunnen schilderen zoals zij.” Op de tentoonstelling hangt er een werk dat door Rothko geïnspireerd is, een werk met blauw-grijze vlakken. En er hangt ook een op Mondriaan geïnspireerd schilderij met de titel ‘The Odd one Out’, in het blauw, rood en geel van Mondriaan, maar met een vierkantje groen. “Dat is vloeken in de kerk voor de echte Mondriaan-liefhebbers. Mijn kunst-vriend vindt Mondriaan verschrikkelijk, maar deze variant vond hij wel leuk.”

Worstelen

Drie andere doeken van kale bomen, onder elkaar hangend, doen enigszins Japans aan. De belangstelling ervoor was groot. Alle drie zijn ze voorzien van een rode stip. “Het had wel drie keer verkocht kunnen worden. Het zijn kale bomen. Die vind ik schitterend. Ik heb ze eerst gefotografeerd, in de winter. Fotograferen vond ik altijd vreselijk, maar ik had te weinig tijd om ze te gaan schetsen. De foto fungeerde als schets voor de schildering.”

Tot slot, gevraagd naar zijn filosofie zegt hij: “Schilderen is hard werken. Alleen werken ook. Ik maak het werk thuis, aan tafel. Ik merk vaak dat ik er helemaal in opga. De tijd is even verdwenen. Op het eind van een avond denk ik: ‘het is niks geworden’. Maar als ik de volgende ochtend kijk, concludeer ik ook soms ’best wel aardig’. Het is veel genieten en veel vloeken. Dat moet ook blijven. Ik wil ook worstelen. Maar ook mooie resultaten kunnen zien.”

Afbeeldingen: 1) Marine, 2) Negro sobre azul, 3) Azul sobre rojo, 4, Patagonië  2, 5) De zomer loopt ten einde, 6) Witte amaril, 7) La luna, 8) Bij Elspeet, 9) Bij Vierhouten, 10) Bij Staverden, 11) Weg bij Staverden, 12) Azul sobre blanco, 13, Patagonië 1, 14) Jan Egbert

http://bit.ly/2niXDMK      http://bit.ly/2mHInYB

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0