De wereld van de Rotterdamse kunstenaar, 34 - Wilma Kun

Buiten sneeuwt het, er ligt al een behoorlijk pak sneeuw als ik met Wilma Kun in haar atelier praat over haar werk. Op een werktafel liggen grote tekeningen waarvan de lijnen deels zijn geborduurd. Er zijn wortels op te zien en het gezicht van Wilma Kun. Het werk is nog niet af.

Wilma komt oorspronkelijk uit Sao Paulo, Brazilië, maar ze woont nu al zo’n 26 jaar in Europa, waarvan de laatste 8 jaar in Rotterdam. In 1991 ging ze, afgestudeerd als beeldhouwer van de Kunstacademie van Sao Paulo, op reis. Eerst naar Spanje, ze landde in Madrid, bekeek de stad en het land, onder andere Figueres, waar ze het Dali museum bezocht, ging door naar Portugal, Frankrijk en Italië. Wilma: “Alles was nieuw voor mij. Ik vond het prachtig. Ik was al twee/drie maanden aan het reizen toen ik in Italië aankwam. Dat was mijn bestemming. Ik wilde niet meer in Brazilië wonen, maar in Europa. Italië was ideaal, vooral vanwege de taal.”

Luciano Fabro

Toen ze met de trein Italië binnenreed kwam de douanepolitie de trein binnen. “Allerlei mensen werden aangewezen om hun documenten te laten zien, maar mij sloegen ze over. Ik zag er niet als een vreemdeling uit. Ik was opgelucht in eerste instantie, maar het zette mij wel aan het denken. Hoe kan dat? De douane zag mij niet als Braziliaanse, maar als een witte vrouw, die er voor hen Europees eruit zag. Ik zou net zo goed een Europese vrouw kunnen zijn. Ik begon na te denken over mijn identiteit.”

Ze reisde het land door: Florence, Rome, Venetië en eindigde in Milaan. Daar wilde ze verder studeren, aan de Academia di Brera, en als het kon er bij werken. “Ik leerde snel Italiaans, de Italiaanse mannen hadden veel belangstelling voor mij, ze dachten dat ik een makkelijk meisje was, constant zaten ze met hun handen aan me. Ik moest van me afbijten. Ik vertelde niet meer dat ik oorspronkelijk Braziliaanse was. Daarom sprak ik mijn eigen taal niet meer en verloor ik het Portugese, op deze manier veranderde mijn identiteit.” Op de Academie kreeg ze les van een beroemde beeldhouwer Luciano Fabro. “Er is ook werk van hem te zien in Kröller-Müller. Hij heeft ook werk over Spinoza gemaakt in het kader van een Spinoza-jubileum. Fabro was een strenge leraar, maar wel goed. Precies wat ik nodig had.” Daarnaast kreeg ze ook les van Giuseppe Maraniello die haar introduceerde bij haar eerste galerie in Milaan.

Huid / latex

Ze begon met het maken van sculpturen van steen, zoals ze die ook in Brazilië had gemaakt, in de stijl van Jean Arp. Fabro vond dat Wilma geblokkeerd was en gaf haar honderden oefeningen om te ‘deblokkeren’. Ze maakte van alles, na een half jaar een installatie met een masker van gips. In een volgend werk was het gips vervangen door huid (latex). Het gezicht wat ze gemaakt had stond voor Identiteit. Het deblokkeren had succes, het loslaten was gelukt, ze had haar doel gevonden: identiteit, gevormd door haar latex figuur, als een symbolische matrix van de ‘man / vrouw’ dualiteit.   Terugkijkend duidt ze dit werk aan als haar sleutelwerk. “Identiteit bestaat uit verschillende lagen: herinneringen, gender, land, taal. Met deze elementen bouw je een identiteit op. Maar onze identiteit staat niet voor eens en altijd vast. Het is altijd in transitie.”

In het vierde jaar van haar studie in Milaan had ze haar eerste expositie in de Artra Gallery, waar ze haar eigen kunst begon te verkopen. Daarnaast ging ze lesgeven in het International Institute of Design in Milaan en in de ACME Academy in Milaan en Novara. In Brazilië had ze al de nodige ervaring opgebouwd. “Ik wil altijd aanpakken om de kost te verdienen. Op de Biennale de Sao Paulo had ik mensen rondgeleid en meegeholpen met het opbouwen van standjes." Ook bouwde ze de stand van de Amerikaanse kunstenaar Bob Wilson voor een expositie op.  “Ik was toen 22. In Italië zette ik dat gewoon door, dat aanpakken. Ik begon daarnaast steeds beter te focussen. In die tijd deed ik mee aan verschillende exposities.” Ondertussen was ze getrouwd met een Italiaan.

Art residencies

Tegelijkertijd begon ze zich te oriënteren naar de mogelijkheden van art residencies buiten Italië, met name in Duitsland en Frankrijk. In die landen kon ze niet terecht, maar wel in Nederland, een totaal onbekend land. In 2009 kon ze voor vier maanden terecht bij Kaus Australis, in Rotterdam-Noord, vlakbij Vliegveld Zestienhoven. “Ik kwam in januari. Om te kunnen communiceren begon ik Engels te studeren. Ik ging aan de slag in het atelier, maar daarnaast ook de stad verkennen. De galeries, de Witte de Withstraat, de hele kunstscène. Het maakte een hele goede indruk op mij.” Ze ging terug naar Milaan, maar had de smaak zo te pakken dat ze het eind van het jaar weer terug was in Rotterdam.

Robin Kolleman (zie elders op deze site) had haar en Anke Lang uitgenodigd mee te doen aan een expositie in Deventer. Vervolgens had ze een expositie in Berlijn. Zes maanden was ze deze keer in Nederland / Rotterdam. Ze hoorde dat ze aan de slag kon bij Kunst & Komplex, een kunstenaars werkruimte vlakbij het Marconiplein. “Dat was een open studio. Ik had een heleboel ideeën die ik daar goed kwijt kon. Ik begon er ook met organiseren van Open Dagen, dat was nog niet eerder gedaan.” Ze ging vervolgens terug naar Milaan en vroeg haar man of hij meeging naar Rotterdam, maar hij wilde blijven, dus ze ging alleen terug. We zijn inmiddels in 2011, weer is ze voor zes maanden bij Kunst & Complex.  En daarna ging ze niet meer weg uit Nederland.  Met wat mensen om haar heen ging ze expositieruimten organiseren.

Onkruid

Nu heeft ze een atelier in een kunstenaarsruimte van de SKAR nabij het Sparta stadion. Net als bij Kunst & Complex organiseert ze Open Dagen in dit atelier. Ze is mede-eigenaar van de Boekenwinkel / Literair Café Huis der Zotheid,waar ze allerlei kunstzinnige projecten voor jong en oud organiseert. Maar vooral is ze bezig met haar eigen werk bestaande uit installaties en sculpturen: huidwerken van latex, grote tekeningen waarvan de lijnen geborduurd zijn  en foto’s van personen met maskers op.

Als sleutelwerken noemt ze Selfportrait, vijfgesluierde vrouwenkoppen, die te zien was op de Rooting Inbetween tentoonstelling in Schiedam en daarnaast recent onkruid tekeningen. “Ik werk af en toe in mijn tuin en haal dan het onkruid eruit. Sommig onkruid heeft zulke lange wortels, dat het vaak niet lukt ze helemaal eruit te trekken. Er blijft wat achter in de grond. Ik vergelijk die wortels met identiteit. Net zoals je het niet lukt een lange wortel in zijn geheel uit de grond te trekken, is het niet mogelijk een persoon elke mogelijke identiteit laten aannemen, er blijft altijd iets origineels.” Het is te zien op de tekeningen in uitvoering op de tafel. 

Altijd kunstenaar

Kunstenaar ben je altijd, zegt ze. “Ik wacht niet tot ik inspiratie krijg. Ik geloof in het proces. Van dat proces maakt ook deel uit dat ik boeken lees. Ik houd van antropologie, psychologie en filosofie: Plato, Aristoteles, Spinoza, Henri Bergson en Sint Augustinus, over de tijd en vrije wil. Mijn huidwerken reflecteren deze studies. Ik lees de krant, ik kook heel graag, ook voor groepen. En ik geef graag les. Dat helpt me allemaal bij mijn werk. Als er geen ideeën komen, wacht ik. Dan komen ze na een tijdje, als vanzelf. Schoonheid staat daarbij niet op de eerste plaats, maar de kracht van de boodschap. Het hoeft niet boven de bank te hangen.”  

Tot slot: Er blijft altijd iets Braziliaans aan haar werk, zegt ze. “De cultuur van Brazilië is barok. Dat zit ook in mijn werk. Al mijn werk komt voort uit de Body Art uit de jaren zestig. Dat is de basis.”

Afbeeldingen: 1) Aleph, 2011, 2) I root 1, 2016, 3) I root 1#, 2016, 4) I root 2#, 2016, 5) Installation studio, 2016, 6) Memories 3#, 2009, 7) Root 2016 – copia, 8) Root det3, 9) Selfieportrait Wilma Kun, 10) Selfportrait (Adam and Eve), 2010, 11) Selfportrait, 2008, 12) serie Selfportrait, 2005, 13, The Sibyls, 2009, 14) Unburied 2#, 2012

http://wilmakun.com/
http://www.huisderzotheid.nl/   

https://bit.ly/2G7V7P9 

 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0