Der Kaiser

In mijn gelukkige jeugd in het bosrijke Doorn hing de geest van Wilhelm de Tweede als een Duizend-en-een-nacht sprookje over mij heen. Ik associeerde deze excentrieke vorst met buitensporige pracht en praal van een in de bossen verstopt vorstendom. Dat hij ook een gehandicapte asielzoeker was, had ik nooit kunnen bevroeden.

Graag dompelen we ons onder in een sprookje. We zien een banket met eindeloze tafels, sierlijk bewerkt zilver en gesteven servetten. Kroonluchters schitteren ons tegemoet. Bijna duizelig worden we van zoveel glans en kleur.

Met de ogen van nu, zelf ook ruim een halve eeuw oud, kan ik nog steeds van het sprookje genieten, maar wordt het eindelijk ook een menselijk verhaal dat steeds meer vragen oproept.
Wie was dat kleine jongetje werkelijk, dat in een moordende stuitligging met een werkeloos linkerarmpje geboren zou worden dat hij zijn hele leven moest compenseren en uit het zicht van de media moest houden? Een schots pakje, een Spartaanse opvoeding en speciaal bestek dat er toe diende zijn fysieke anderszijn te verbloemen. Twee Europese culturen aan een klein jongetje met kaarsrecht ruggetje doorgegeven, Engeland (zijn moeder) en Duitsland (zijn vader) die al ras in die dramatische eerste wereldoorlog tegenover elkaar kwamen te staan.

Wat bewoog hem om de soldaten kerstboompjes in de loopgraven te bezorgen, terwijl Duitsland, toch zijn vaderland, het ene na het andere slachtoffer viel onder hem als opperbevelhebber?
De som van vijfentwintig jaar regeren was na het reliëf van de eerste wereldoorlog een asielaanvraag in een neutraal land, Nederland. Nee, hij werd niet in een azc ondergebracht met acht mensen op een kleine kamer, hij resideerde in Huize Doorn waar hij de scepter zwaaide over veertig man personeel en zich kon bewegen over bijna zestig hectare grond. Maar een gevangene was hij ook. Want verder van vijftien kilometer van zijn huis mocht hij niet komen zonder toestemming, al ontving hij de koningin hoogst persoonlijk!

Misschien is dat het wat ook de tentoonstelling in paleis 't Loo zo fascinerend maakt: aan de ene kant onwaarschijnlijk overdadige luxe die haaks stond op de Hollandse nuchterheid en aan de andere kant een ' mislukte' afgetreden keizer in ballingschap die zijn wonden likte, niet meer welkom in zijn vaderland.
Als ijdel, wispelturig en opvliegend stond hij bekend. Toch blijkt hij heel goed geweest te zijn voor zijn personeel in huize Doorn. Hij hakte zelf hout als een fanaticus en behandelde ' zijn' mensen goed. Hoe we dat weten...? Mevrouw Slachter kwam speciaal uit Emmen om dit te vertellen. Haar vader werkte als achttienjarige voor de Keizer terwijl zij rondkroop tussen de bomen die nog niet voor zijn hakbijl waren gevallen!

Als manusje van alles had haar vader een goede tijd bij de keizer. Zwaar werk was het wel! Denk aan de immense kleden die naar buiten werden gesleept en moesten worden uitgeklopt!
Juist die gewone details maken de keizer weer menselijk. En een zekere humor mag hem ook niet ontzegd worden. Zijn bureaustoel had de vorm van een zadel, want ' in het zadel neem je de beste beslissingen'. Voor een man die uit het zadel van zijn functie is geslingerd en de status van vluchteling niet meer kwijtraakt, getuigt dit van een onverschrokken geestkracht en wie weet verborgen zelfspot.
Of was hij daar te ijdel voor?

---

Deze tekst is een inzending voor de schrijfwedstrijd bij de tentoonstelling Der Kaiser! in Paleis Het Loo.

Jaar:
2016
Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1