Design derby: onbewust wordt je gedwongen een keuze te maken

Een wedstrijd hoort zich af te spelen in een arena. Een stadion vol publiek dat al joelend en klappend zijn favoriet aanmoedigt. Een scheidsrechter bepaalt of de strijd wel eerlijk én volgens de regels verloopt. Vanaf zaterdag wordt er in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam de Design Derby gehouden. Geen wedstrijd waarvoor alleen topfavorieten zich konden plaatsen, maar een wedstrijd met kleine en grote spelers uit de markt. Een breed scala aan objecten – meer dan 500 – die samen de designgeschiedenis van Nederland en België vertellen.

Conservator Mienke Simon Thomas nam het initiatief voor de tentoonstelling. ‘Twee jaar terug werd ik gevraagd om een stuk over de geschiedenis van de Nederlandse vormgeving te schrijven. Kort voor de deadline werd mij gevraagd of ik de geschiedenis van België er óók in wilde verwerken’. Simon Thomas stond voor een uitdaging. ‘Ik wist immers niets van design uit België af! Henry van der Velde kende ik, en Maarten van Severen, maar daar hield het wel bij op’. Ook anderen konden haar niet helpen. ‘Scandinavië, Frankrijk, Duitsland… maar België?’. Na het afronden van het artikel stapte Simon Thomas naar Sjarel Ex, de directeur van Boijmans met de vraag of het niet leuk was om tentoonstelling over Belgisch design te organiseren.

‘Vorig jaar zijn Frank (Huygens, red.) en ik bij elkaar gaan zitten. Er was een klik tussen ons. Ieder heeft een lange lijst gemaakt met designobjecten uit eigen land. Die lijsten hebben we naast elkaar gelegen en voorgelegd aan 20 specialisten’. Simon Thomas wijst om zich heen. ‘Hier in deze kamer kwamen we bij elkaar.’ Huygens gaat verder. ‘Er werd toen gelijk een verschil duidelijk tussen de Nederlanders en Belgen. De Hollanders zijn wat mondiger en wij Belgen wat bescheiden van aard. De lijsten leidden ook tot discussies. De vraag of dat en dat object ook niet aan de selectie moest worden toegevoegd is over en weer gesteld’.

Voor Simon Thomas en Huygens – hij benadrukt nog even dat hij niet werkt in de functie van conservator, maar als onderzoeker is verbonden aan het Designmuseum Gent – was het direct duidelijk dat er naast de informatieve kant óók een speels effect moest worden verwerkt in de tentoonstelling. ‘We wilden geen tentoonstelling maken die sterk nationalistisch aandeed. Het publiek moet geprikkeld worden, gecharmeerd,’ legt Huygens uit. ‘Door objecten uit beide landen naast elkaar te plaatsen, wordt het publiek gedwongen om onbewust een vergelijking te maken’.

Speels
‘Met deze expositie willen we een breed publiek bereiken. Daarvoor hebben we het familiespel bedacht,’ vertelt Catrien Schreuder, hoofd Educatie & Publieksbegeleiding. ‘Het spel werkt met een boekje en een soort van voetbalplaatjes. Bij ieder thema wordt aan de deelnemers een vraag gesteld, maar ook uitleg gegeven over het thema’. Schreuder houdt een rechthoekig kaartje in de lucht. ‘Het spelelement is in de tentoonstelling geïntegreerd. Onderweg staan houders met deze kaartjes. Op de ene zijde staat een Belgisch object en op de andere zijde een object van Nederlandse makelarij’. Ze draait het kaartje om. ‘Deze behoort bij het thema Turijn,’ laat Schreuder zien. Op het kaartje – inderdaad gelijkend aan een voetbalplaatje – zijn twee staande klokken afgebeeld. Op de voorkant een uit 1902 van de Belgen Georges Hobé en Antoine Pompé en op de achterkant staat de klok van de Nederlander Christiaan Wegerif, eveneens uit 1902. Op deze tentoonstelling in Italië laten verschillende landen hun beste voorbeelden van sierkunst zien. Bijna alles is met de hand gemaakt. Zo staat in het bijbehorende boekje te lezen. ‘Men steekt het kaartje met zijn favoriet naar boven toe in het boekje. Na afloop is het alleen een kwestie van kaartjes tellen en de wedstrijd is beslist,’ aldus Schreuder.

Een tweede spelelement is ARTtinder. In deze app kan de bezoeker aangeven welk kunstwerk het meeste bij hem passen. Simpelweg door het werk naar ‘hot’ of ‘not’ te swipen. ‘Zo ontstaat er een persoonlijk kunstprofiel. Op ARTtube kun je aan de hand hiervan bijpassende video’s kijken,’ vertelt Schreuder. De directeur grapt of er met het aanmaken van het kunstprofiel een date kan worden gezocht met dezelfde artistieke voorkeuren. Daarmee verwijst hij naar de datingsite.

Echte strijd
Volgens Simon Thomas is er geen sprake geweest van een werkelijke strijd tussen Nederland en België. ‘Alleen H.P. Berlage mocht wel eens flink sneren naar Henry van de Velde. Het liet Van de Velde blijkbaar koud, want hij heeft nooit gereageerd’. Huygens: ‘Berlage’s damesstoel uit 1900 was strak en sober, terwijl Van de Velde’s armstoel uit dezelfde tijd sierlijk en elegant was’.

De samenstellers willen met de Design Derby ook zeker geen nieuwe strijd tussen ontwerpers en vormgevers ontketenen. ‘We zijn al gebeld door een aantal bekende namen, waarom hun ontwerpen niet in de tentoonstelling zijn opgenomen,’ vertelt Simon Thomas. ‘Maar nogmaals, het was en is niet onze bedoeling geweest om een top 500 van beste designobjecten uit de Lage Landen te maken’.

Verrassen
Het ervaren en beleven van design staat voor Huygens voorop. ‘Tijdens het bezoeken van de expositie zal men zich menigmaal verbazen en verrast Ik zelf was verrast door de stoel van Cuypers, maar ook door de Mondiale stoel van Gerrit Rietveld. Pas een aantal jaar geleden hebben ze hem kunnen fabriceren zoals Rietveld hem heeft bedoeld’. Huygens is daarnaast vol lof over Gert Dumbar, die in 1967 de huisstijl van de Nederlandse Spoorwegen ontwierp. ‘Deze man ontwierp niet alleen een logo, zoals Jean-Paul Emonds-Alt dat deed voor de Brusselse metro, maar een huisstijl. En het werkt nog steeds’.

Simon Thomas is erg onder de indruk van de Sabena stoel van de Belg Alfred Hendrickx. ‘Dit is pure vakmanschap. Een stoel op drie poten. Men liet zich in België in deze tijd (1958. red.) inspireren door Scandinavië. In Nederland zou je dit nooit zien. Strak modernisme was hier destijds een trend’.

In de arena
Dan is het tijd om de arena te betreden voor een rondleiding. Via bestickering op de vloer wordt de bezoeker langs de objecten geleid. Zigzaggend langs gevulde vitrinekasten reist de bezoeker door de tijd. De thema’s worden toegelicht op grote borden aan de kopkant van elk gangpad. Halverwege is er tijd om even tot rust te komen op het balkon. Dit biedt een mooie gelegenheid om de indrukken even te laten bezinken. Het uitzicht op de tentoonstelling vanaf het balkon biedt de mogelijkheid om nog even terug te kijken naar de eeuw die de bezoeker inmiddels achter zich heeft gelaten.

In het tweede gedeelte van de expositie zal de bezoeker meer herkennen. Niet alleen het Senseo-koffiezetapparaat wordt getoond, maar ook de bewaardozen van Tupperware en de Samsonite-koffer. Via thema’s als ‘massacultuur’, ‘publieke ruimte’ en ‘tegendraads’ belandt de bezoeker in het hier en nu: ‘back to basics’ en ‘design denken’. Dan is het tijd om de eindbalans op te maken. Wie wint? Nederland of België?

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0