Het fotoalbum – een analyse (5)
Fotoseries
Een serie bestaat uit meerdere bij elkaar horende foto’s. Het aantal kan verschillen, minimaal bestaat een fotoserie uit twee stuks.
Een serie maken, veronderstelt dat de fotograaf over meerdere negatieven kan beschikken.
Dat lijkt zo gewoon, maar was dat destijds niet. Wie op glasnegatieven werkte, gebruikte voor het opbergen van die negatieven een speciale cassette en daar pasten er maar drie in. Onze fotograaf bezat één cassette voor drie negatieven. Werkte hij met vlak film dan beschikte hij over 12 opnames.
In het geanalyseerde album komen drie soorten series voor: van twee -, drie -, en zes foto’s. Van de eerste soort zitten er 19 in het album, van de tweede 4 en serie van zes komt slechts één keer voor. Dat maakt die laatste heel bijzonder, het betreft interieurfoto’s.
Het effect van een serie hangt niet alleen af van het aantal foto’s maar ook van het gekozen standpunt en het moment van opname.

Bedenk dat de hier afgebeelde mensen nooit naar deze foto’s hebben kunnen kijken zoals hier is te zien.
Immers, een foto werd altijd op formaat 6 x 9 cm afgedrukt, nooit zagen ze er een vergroting van; nooit zagen zij de 'echte' wip-beweging zoals hier getoond.
Wat zouden ze juichen, lachen en springen bij het zien van zichzelf.
Zie hier de bewegende wip-wap
Zie ook: analyse-6.