Indisch DNA

Op een koude decembermiddag bezoek ik de tentoonstelling 'Indisch DNA: inspiratie uit Nederland, Nederlands-Indië en Indonesië' in Apeldoorn. Deze duo-tentoonstelling in CODA Museum en ACEC probeert mogelijke antwoorden te presenteren op vragen omtrent het Indische culturele erfgoed. Hoe gaan de Indische Nederlanders tegenwoordig om met het culturele erfgoed van het voormalig Nederlands-Indië en het huidige Indonesië? En in welke mate beïnvloedt hun Indische achtergrond het werk en de beeldtaal van hedendaagse kunstenaars?

Al bijna zijn hele leven woont mijn vader in het hoge noorden van onze lage landen. Dat er Indisch bloed in hem stroomt, verraadt vooral zijn uiterlijk. In 1958 maakte hij als 6-jarige jongen de overtocht van Indonesië naar het verre, maar niet onbekende, Nederland. Dat hij daar in de haven van Batavia, het huidige Jakarta, zijn geboorteland voor de laatste keer zou zien, had hij toen niet kunnen vermoeden.

Hoezo Indisch?
Na de Tweede Wereldoorlog en als gevolg van de onafhankelijkheidsstrijd zijn enkele honderdduizenden Nederlanders, Indische Nederlanders, Molukkers en Indische Chinezen naar Nederland gekomen om hier een nieuw bestaan op te bouwen. Veel van deze eerste migranten kozen voor een geruisloze integratie in de Nederlandse samenleving. Hun Indische culturele erfgoed werd daarbij naar de achtergrond gedrongen. Pas bij de tweede en derde generatie kwam geleidelijk meer aandacht en begrip voor de eigen culturele identiteit.

Ik denk terug aan mijn oma, die dankbaar was voor haar verblijf in Nederland maar over haar vroegere leven nauwelijks sprak. Als jonge Thaise vrouw ontmoette zij mijn opa, een korporaal in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), bij de Birma-spoorweg in Thailand. Daar werd hij tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië als krijgsgevangene gedwongen te werken. Dat over deze pijnlijke geschiedenis binnen de familie niet gesproken werd, verbaast me niet. Dat er over het verleden überhaupt gezwegen werd, besefte ik pas later.

Wie zijn zij, wat beweegt ze?
Als jongvolwassen vrouw was ik de eerste, en vooralsnog ook de enige, van de familie die “terugkeerde” naar de geboortelanden van mijn grootouders en hun drie kinderen. Ik wilde op zoek naar onze familiegeschiedenis en naar stukjes van mijn eigen identiteit. En nog steeds kan ik in Nederland minutenlang op straat blijven staren naar een Indisch ouder koppel, gefascineerd door hun gelaatstrekken, lichaamshouding en oogopslag. Ik vraag me af wie ze zijn en wat ze beweegt, terwijl ik diep van binnen herkenning en verbondenheid voel.

Gedreven door dezelfde fascinatie en nieuwsgierigheid loop ik door de tentoonstelling in CODA en ACEC, langs de kunstwerken die onderling zeer van elkaar verschillen. Ze variëren van werken die het traditionele Indonesië ademen tot moderne vertalingen van een Indisch thema, koloniale erfenis of Indonesisch object. Bij elk werk vraag ik me af wie de kunstenaar is en wat hem of haar beweegt. Hoe is zijn of haar relatie tot de eigen Indische afkomst en (hoe) vertaalt dit zich in het werk? De verhalen achter de kunstwerken blijken net zo divers. De ene kunstenaar laat zich altijd en als vanzelfsprekend inspireren door zijn of haar achtergrond. Andere kunstenaars zijn nog onderzoekende naar de invloed die hun Indische afkomst heeft op wat zij maken. De tentoonstelling biedt de bezoeker dan ook een veelheid aan uitingen, smaken en verhalen. En aan het eind van de middag ben ik weer een stukje dichter bij míjn Indisch DNA.

Circa:
Ja

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0