Napoleon inspecteert de Linie van Amsterdam

In de maand oktober van 1811 maakten keizer Napoleon en keizerin Marie-Louise een rondreis door Nederland. Ze verbleven er twee weken. Nederland maakte sinds 1810 deel uit van het Franse keizerrijk. De reis was vooral een inspectiereis van de verdedigingswerken die de Engelsen buiten de deur moesten houden. Daarom bezocht hij de kust van Zeeland en Noord-Holland en gaf hij opdracht voor versterkingen van forten en andere verdedigingswerken in onder andere Vlissingen, Terneuzen, Den Helder en op Texel. Zijn bezoek aan Muiden, en daarna Naarden, betrof het verdedigingswerk ‘de Linie van Amsterdam’.

Op 21 oktober vertrok Napoleon in alle vroegte naar Muiden en Naarden om een deel van deze linie van Amsterdam (later uitgebreid tot de Stelling van Amsterdam) te bezichtigen. Generaal Cornelis Rudolphus Theodorus Kraijenhoff, de architect van deze verdediging, werd bevolen de keizer daar te ontmoeten. Op 21 september 1810, een jaar eerder, was Kraijenhoff benoemd tot inspecteur-generaal der genie in het Franse leger. Hij was de enige Hollander die Napoleon met een standvastig karakter en zonder angst tegemoet trad. In gesprekken behandelde hij de keizer als een gelijke. De keizer waardeerde dat gezien het oordeel dat tijdens het bezoek uit zijn mond werd opgetekend, luidende: 'Dat is een flink man, die zich niet uit het veld laat staan.'

Noodbruggetje

In Muiden werd de keizer ontvangen door de maire, reed te paard over de wal, de Weesperstraat door, tot aan de hoek van de Amsterdamsestraat en over een noodbruggetje dat over de Vecht was gelegd wegens reparatie aan de sluis; dat alles speciaal om de zeesluis te bezichtigen. Hij stelde ondertussen vragen aan Kraijenhoff. Na een kort gesprek met de heren van Waterstaat steeg Napoleon weer te paard en reed door de inmiddels verdwenen Naarderpoort langs de trekvaart richting naar Naarden.

Allervriendelijkst

Na door de burgemeester verwelkomd te zijn, werden de vestingwerken bezichtigd en afgestapt bij het huis van de gemeentesecretaris, alwaar een lichte lunch werd genoten. Tijdens de maaltijd werd uitgebreid met Kraijenhoff gesproken. De keizer benaderde hem allervriendelijkst en luisterde beleefd naar wat de generaal zoal gedaan had met de batterijen en fortificatiën voor de verdediging van de toegangen naar Amsterdam.

Aan Kraijenhoff was al in 1805 gevraagd om een plan voor de versterking van Amsterdam op te stellen. Alles stond in het teken van voorbereiding en verdediging tegen een nieuwe Engelse inval. Keizer Napoleon liet zich door Kraijenhoff rondleiden langs de stelling waarbij de keizer de beroemde uitspraak deed “dat de situatie van Amsterdam zonder voorbeeld, zonderling en in de daad onoverwinnelijk was.”

Posten van Kraijenhoff

Een Frans plan ter verbetering werd echter niet uitgevoerd. Wel werd er door Kraijenhoff in 1809 en 1810 in het geheim aan gewerkt. Deze stelling is daarom bekend onder de naam ‘Posten van Kraijenhoff’ en is de directe voorganger van de Stelling van Amsterdam. Dat Keizer Napoleon zijn verdiensten waardeerde blijkt uit de benoeming, in 1811, tot lid van het comité der fortificaties te Parijs en tot ridder van het Legioen van Eer.

De sfeer tijdens de lunch moet uitstekend zijn geweest. Zowel de eveneens aanwezige prins Berthier als de hertog van Reggio verklaarden later de keizer nooit zo vrolijk te hebben gezien. Na het dejeuner keerde het gezelschap over de zeedijk via Diemen terug naar Amsterdam.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0