Nour-Eddine Jarram: ‘Mijn werk gaat over het vinden van een balans tussen twee werelden”

Nour-Eddine Jarram’s atelier bevindt zich in het coulisselandschap van Twente, in een voormalige boerderij vlakbij de korenmolen. Waar vroeger de deel was schildert hij nu zijn grote aquarellen. De laatste werken – sommige nog niet helemaal af – hangen aan de muur.

Aan twee aquarelwerken van flink formaat heeft hij deze ochtend nog geschilderd. Met de föhn zijn ze gedroogd, af en toe kijkt hij of er nog wat toegevoegd kan worden - weghalen is niet van toepassing. Rechts hangt een engel met een Arabische tekst erboven. Het blijkt Maria te zijn. Maria in de hemel. Nour-Eddine: “Gebaseerd op een Islamitische miniatuur van Maria. Maria figureert ook in de Koran. Hetzelfde verhaal als in de Bijbel.” Links naast Maria zie ik Jezus in de kruisbeeldhouding. Jezus heeft geen armen. Zijn hoofd hangt naar beneden. Ter hoogte van zijn buik bevindt zich een soort buidel. Het lijkt wel op de buidel van een kangeroe. Nour-Eddine: “Misschien komt er iets uit de buidel.”

Beeld veroveren

Voor sommige Moslims blijft Jezus een controversieel figuur ook al komt hij uitvoerig voor in de koran. Jezus is vaak afgebeeld terwijl er geen beeld bestaat van Mohammed in de Islam. Salafisten hebben zo hun eigen beeld van Mohammed moeten creëren en dat zie je aan zijn uiterlijk die volgens hen het ware beeld is van hoe de profeet er uit heeft uitgezien.

Het christendom bleek een verrijking voor zijn kunst, zegt Nour-Eddine. “Het heeft veel beelden, terwijl ik zonder beelden opgegroeid ben. In mijn vroege werk, in de jaren ’80 en ’90 maakte ik wel portretten, maar er zaten geen gezichten in. Dat was een soort taboe, die gezichten moest ik echt ‘veroveren’. In de Islam mag je alleen mooie afbeeldingen maken van het woord, zo is de kalligrafie ontstaan. De essentie van mijn werk is een zoektocht om tot een beeld te komen, mét gezicht. Ik leen beelden als het ware om mijn eigen verhaal te maken. ”

Op dit moment woont hij langer in Nederland dan in Marokko. “Ik heb een brug geslagen. Ik heb veel dingen losgelaten om andere dingen toe te laten. Ik ervaar het als een verrijking van mijn leven.” Naast Maria en Jezus hangen er geaquarelleerde portretten van Marokkaanse jongens en een meisje. Ze maken onderdeel uit van een grote serie, vooral van jongens. “Ik wil ze een podium geven, hun verhaal vertellen. Hun problemen, dromen en hoop weergeven.” De jongens laten op een of andere manier, vaak met hun handen, zien dat ze ‘groot’ willen worden. Een maakt het V-teken. Het meisje maakt met haar telefoontje een selfie. “Zij wil contact leggen via sociale media. De jongens willen vooral aandacht.”

De jongens komen uit Nour-Eddine’s eigen achtergrond, zijn gebaseerd op foto’s, onder andere van zijn eigen neefjes in Marokko, maar ook Marokkaanse jongens in Nederland. “Ik bekijk mijn achtergrond kritisch, ik ben zelf al over de grens, de jongens zitten vast. Ze zien de gemakken van het moderne leven en willen daarin meedoen. Daarbij zijn ze erg gericht op uiterlijke dingen: mooie schoenen, een mooi horloge, een snelle auto, in Nederland nog meer dan in Marokko. Ze fotograferen zichzelf graag voor zo’n auto, ook al is die auto niet van hen.”    

Een heel oeuvre

Nour-Eddine begint iedere morgen om 9 uur. Eerst zet hij koffie, dan bekijkt hij wat schetsen die hij uit gaat werken of werkt hij aan de finishing touch van werk van gisteren. Hij werkt op zijn knieën, want het werk-in-wording ligt op de grond vanwege het uitlopen van de verf. Hij föhnt het droog en hangt het dan op. Hij beheerst de kunst steeds beter. Het begon vier jaar geleden toen hij thuis klein-formaat aquarel series begon te maken op de tafel, onder andere van vluchtelingen. Zes stuks zag ik onlangs bij een expositie in de WM Gallery in Amsterdam. Zijn vorige atelier in de stad Enschede in de buurt van de wijk Roombeek was opgeheven vanwege de bouw van een nieuw pand. Hij had op de moment al een heel oeuvre op zijn naam: tekeningen, schilderijen en grafiek. En ook enige aquarellen, maar niet zo veel. Maar na een paar aquarellen had het hem in zijn greep. “’Dat smaakt naar meer’, dacht ik.” Eenmaal in zijn nieuwe atelier kon hij op groot formaat werken. Zijn papier haalde bij de Papiercentrale bij de haven van Enschede. “Niet zo duur en van goede kwaliteit.”

Eerder maakte hij furore met zijn tekeningen. Zijn tekeningen werden geëxposeerd onder andere in 2005 in het CODA Museum in de expositie ‘Into Drawing’. Die expositie maakte een tournee naar verschillende andere steden in Europa, onder andere Florence. In 2008 organiseerde Henk van der Reijd in Jaén, Andalusië, een tentoonstelling van tekenaars uit Nederland, met onder Tjibbe Hooghiemstra, Hans Lemmen, Caren van Herwaarden en Nour-Eddine. In 2011 deed hij mee aan de tentoonstelling ‘All about drawing’ in het Stedelijk Museum Schiedam. De tentoonstelling was samengesteld door Arno Kramer en Diana Wind. Hij laat de mooie catalogus zien. Zijn dochter, Yasmijn Jarram, heeft er ook aan meegewerkt. “Zij geeft les aan ArtEZ en is kunstcurator.”

Balans tussen twee werelden

Aan al zijn werk ligt een strijd ten grondslag, zegt hij. Het was een strijd met en om het beeld. Het begon al toen hij hier kwam, in 1978. “Het gaat om het vinden van een balans tussen twee werelden. ik ga steeds verder. Vier jaar geleden, toen ik in dit atelier kwam, maakte ik een sprong in mijn ontwikkeling. De figuratie die ik niet had, verscheen. Een Doos van Pandora ging open. Als lava uit een vulkaan kwam het eruit. Ik had de rust om mijn eigen dingen te doen. Vertrekpunt blijft mijn eigen cultuur, vandaar ga ik zwerven, met behoud van mijn achtergrond.”

In Casablanca studeerde Nour-Eddine op Ecole supérieure des Beaux Arts. “Een intensieve opleiding. Je leert niet alleen tekenen en schilderen, maar ook tapijt weven en keramiek. Er was zelfs modeltekenen, enigszins tricky in Marokko. Het is een strikte opleiding, de docent bepaalt alles. Ik heb veel geleerd. Veel afgestudeerden gingen naar Frankrijk en sommigen kwamen weer later weer terug, met de Ecole de Paris in hun bagage. Enkelen gingen naar België en ik ging, met twee andere jongens, naar Nederland. Ik kende Rembrandt en Van Gogh. Ik was weg van Rembrandt  en zijn wereld. In mijn oude werk zie je veel clair-obscur, dat komt van Rembrandt. Door het donker, zie je sterker het licht.  Ik kwam uit een lichte plek en Rembrandt uit een donkere. Het atelier van Rembrandt had kleine raampjes, net als de huizen in Marokko. Er was verwantschap.”

In ’75 was Nour-Eddine afgestudeerd en in ’78 ging hij voor het eerst naar Nederland. De politie nam zijn paspoort in beslag en stuurde hem terug. “Op goed geluk ging ik het jaar erop weer. Ik wilde in Nederland een leven opbouwen.” Hij ging naar de AKI en haalde in ’83 zijn diploma. Ondertussen had hij een Nederlands meisje leren kennen, waarmee hij trouwde. “Daarmee was de boel veilig gesteld.” Via een docent van de AKI, kwam hij terecht bij The Living Room, een toonaangevende galerie in die tijd met kunstenaars als Rob Scholte, Aldert Mantje en Harald Vlugt. In 1988 won hij, met vijf anderen, de Koninklijke Subsidie die werd uitgereikt in het Paleis op de Dam door Koningin Beatrix. “Ik was daar met mijn vrouw en dochter Yasmijn! Sarah mijn jongste was net geboren. Ik kon met de koningin ontspannen praten. Het was zó geweldig om mee te maken.”

Sleutelwerk

Heeft hij een sleutelwerk, een werk dat een wending in zijn werk betekende? Die heeft hij. Het heet ‘Enemies of Art’. Hij laat het zien. Ik zie een ruimte met een soort hoofden die angstig lijken te kijken. Er is een tekst in Arabisch schrift. “Het is uit ’86. De Salman Rushdie affaire speelde toen. Er was dreiging van Islamitisch geweld. Het is bijzonder dat ik dit met mijn achtergrond zo behandel. Ik kreeg zelfs een waarschuwing dat ik op moest passen van een anti-racismebureau. Die hadden signalen in die richting ontvangen van een Turkse organisatie."

Een tweede sleutelwerk is ‘De Botanische Les’ uit 1991, geïnspireerd door ‘De Anatomische Les’ van Rembrandt. Tulpen buigen zich over een cactus om de ziekte op te sporen. “Een cultuur onderzoekt een andere cultuur. De onderzoekers moeten voorzichtig zijn want de cactus (dat ben ik) heeft stekels.”

De kunstbus

Hoe ervaart hij het leven als kunstenaar? “Het is een zwaar leven. Ik ben nu 62 en ik moet nog steeds strijd voeren. Het hoort er kennelijk bij. Mijn werk is opgenomen in verschillende collecties, jammer genoeg nog niet in Twentse of andere musea. Gelukkig word ik al jaren vertegenwoordigd door twee goede galeries in Nederland, Maurits van de Laar in Den Haag en Galerie Witteveen in Amsterdam.” Tot slot, heeft hij nog een filosofie? Die heeft hij. “De kunstbus staat te wachten, als je ‘m mist moet je niet rennen, maar wachten op de volgende bus. Dan kom je op je bestemming.”

Afbeeldingen

1) Nour-Eddine Jarram, 2) Benz, aquarel, 30 x 21 cm, 2015, 3) De botanische les, olie op linnen, 70 x 60 cm, 1991. Coll. Privé, 4) De Lacroix, olie op linnen, 180 x 150 cm, 1988, 5) Déradicalisation, aquarel, 30 x 21 cm, 2016, 6) Enemies of Art,olie- spray op linnen, 190 x 150 cm, 1985. Coll. Gemeente Enschede, 7) Jezus en Maria, aquarel, 150 x 103 cm, 2018, 8) Jezus, aquarel, 150 x 103 cm, 2018, 9) Le choix, aquarel, 30 x 21 cm, 2015, 10) Les pieds nicklés, olie op linnen, 170 x 140 cm, 2016, 11) Maria, aquarel, 150 x 103, 2018, 12) Spotlighted, olie op linnen, 170 x 135 cm, 2016, 13) Victory, aquarel, 30 x 21 cm, 2015, 14) You!, aquarel, 30 x 21 cm, 2015  

http://www.noureddinejarram.nl/                                                 https://bit.ly/2NPIr3F 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0