Paar dijzakken, in vlassteek, Engeland, 1766

Vanaf de 17e eeuw hebben mannen binnenzakken in hun kleding. Hierdoor gingen zij minder tassen dragen. De vrouwenkleding bevatte nog geen binnenzakken. Vrouwen gebruikten dijzakken. De rokken, met de vele onderrokken, werden vanaf de 17e eeuw steeds wijder. Het was makkelijk om onder de rok één of twee losse zakken te verbergen. De dijzakken werden met een koordje vastgemaakt aan de taille. De soms fraai geborduurde zakken hadden de vorm van een druppel of peer en werden gemaakt van zijde, linnen of katoen. Meestal werden de dijzakken gedragen als paar, één hangend op elke heup. Vandaar de naam dijzakken. De vrouwen droegen de zakken op de onderkleding. Daaroverheen ging de japon. Door een opening in de japon konden dames bij de dijzak komen waarin hun persoonlijke spullen verborgen zaten, zoals een portemonnee, portefeuille, liefdesbrieven, een zakdoekje, sleutels en naaigerei. Ondanks de verborgen plek schepte menig dief, ook wel beurzensnijders genoemd, op dat hij dames van hun dijzakken wist te beroven. Vrouwen gebruikten dijzakken tot in de 20e eeuw. In de Tweede Wereldoorlog werden de zakken ook gebruikt om goederen in mee te smokkelen.

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0