Sylvia en Ramses

Al sinds de jaren '60 staat Sylvia Alberts op de planken. Zingend, dansend, acterend. Zonder de directe inmenging en steun van Ramses Shaffy was het misschien nooit zover gekomen. Nico van der Linden gaat met Sylvia in gesprek over haar tijd met Ramses.

"Ik zat in het derde jaar van de kleinkunstacademie en ik werd gestraft tijdens dat cursusjaar omdat ik ergens stiekem had opgetreden - iets wat gedurende de opleiding destijds beslist niet mocht, maar toch uitgelekt was. Als straf mocht ik het zes weken durende gastdocentschap van Ramses Shaffy niet bijwonen. Waardoor ik al die lessen van Ramses op school had gemist. Maar daarvoor hadden we de jaarlijkse schoolvoorstelling al gehad waarbij Ramses toen al gezegd had: “Jou wil ik bij het komende programma hebben, want ik zoek vier nieuwe mensen à la The Mamas and the Papas, kortom twee vrouwen en twee mannen”. Ik zei direct: “Dat lijkt me fantastisch, maar ja ik mag nog niet werken van de schooldirectie” en ik vond het ook nog wel best een beetje eng.

Ik wist toen nog niet dat hij mijn ouders al had opgebeld. Mijn ouders hadden gezegd: “Nee, ze kan nog niet bij u komen werken, want ze gaat eerst haar opleiding keurig afmaken”. Toen heeft Ramses als laatste wapen Joop Admiraal ingezet. Joop was toen nog zijn partner en werd naar mijn ouders toegestuurd. Hij was natuurlijk een hele keurige gedistingeerde man die wellicht mijn ouders zou kunnen overtuigen om hun mening bij te stellen. Mijn ouders dachten toen: “Ach dat valt toch achteraf best wel allemaal mee, die sex, drugs and rock’n'roll”. Ze besloten toen, nog steeds buiten mijn medeweten om: “Laat meneer Shaffy maar eens lang komen”. Ik wist dus nog steeds van niets, toen ik een avond van school thuis kwam en Ramses bij ons in de huiskamer op de bank zat naast mijn ouders. Ik wist niet wat mij overkwam! Dé grote theaterheld bij ons thuis! Nou toen kreeg ik de hele voorgeschiedenis te horen. Mijn vader en Ramses hielden allebei wel van een slok en hadden inmiddels die avond al een fles Cognac verorberd waarop mijn vader toen zei: “Shaffy en ik zijn nu de beste vrienden”, en toen mocht ik officieel bij Ramses komen werken, waardoor ik eigenlijk van de ene op de andere dag van school af was. De repetities waren in de Chanowski Studio (1) op de Prinsengracht. We begonnen met Louis van Dijk muzikaal te repeteren en zo ontstonden de koortjes. We hingen al paffend rond de vleugel onze stemmen te oefenen. Pas later kwamen Jacques Schols en John Engels erbij om het trio te versterken. Op een ochtend kwamen Marjol (2), Thijs (3) en ik te laat op een repetitie. Ramses was enorm teleurgesteld te meer omdat hij juist in die periode een goed voorbeeld wilde geven en daarom zelf nooit te laat kwam. Hij was eigenlijk stilzwijgend woedend en schreef toen het lied Wat deed jij in de nacht voor ons kwartet.

Onzinpraatjes

Mijn vader had zo zijn eigen onzintaaltje iets wat hij vooral graag sprak bij ‘verse bezoek-slachtoffers’, zoals: “Hé, ben jij de laatste tijd nog wel bij Gerrit Jansen geweest in de Jessenoen”? De meeste mensen dachten dan dat ze het verkeerd hadden verstaan en zeiden dan: “Wat zegt u”? En dan zei mijn vader weer: “Ja Gerrit Jansen bij het Amsterdamse Bos, die daar zo’n warmwaterzak heeft hangen aan een moksie”. Je zag de mensen dan denken: wat is dit voor onzin, maar die durfden dat dan  niet uit te spreken. Dit heeft hij dan ook op de bewuste avond met Ramses op bezoek uitgeprobeerd, die dit op zijn beurt zo geestig vond dat er een lied naar genoemd werd: De Jessenoen. Dit werd het openingslied van ons kwartet. Wat betreft het lied Het stoepje: tja…hij vond mij komisch, dus moest er iets geks komen.

De aanleiding van het lied zelf weet ik niet meer. Wel weet ik dat Joop Admiraal en Ramses tijdens onze repetitieperiode uit elkaar gingen, en aangezien zijn huis één grote rotzooi was dachten Marjol en ik als verrassing zijn woning eens geheel schoon te maken en op te ruimen. Toen hij later thuis kwam was zijn reactie bijzonder negatief omdat hij niets meer kon vinden. Zeker weten doe ik het niet meer, maar schoonmaken en schrobben van het stoepje als lied, zou wel eens een grote hint geweest kunnen zijn.

Tijdens onze première op 14 februari 1968 waren wij allemaal bloedje nerveus te meer omdat we maar niet op tijd begonnen. Ramses vertelde ons op zijn bekende rare toontje: Prinses Christina komt straks als gast op een oud olifantje een dressuur nummer met ons doen. Later bleek zij wel degelijk in de zaal te zitten en waren de veiligheidsvoorschriften de reden dat we wat later moesten beginnen.

Straalbezopen

Nog een leuk verhaal: ik deed de opening van Shaffy Chantate samen met John Engels op percussie. Op zijn ritme deed ik RRRR-AAAHHHH-MMMMMMMM-SSSSS-EEEE-SSSSS…SSCHHHH-AAAA…….FFFF-YYYY, en dan zou Ramses opkomen. Maar op een avond kwam er niemand op. En dat gebeurde in de loop der tijd regelmatiger, waarop ik dan identiek aankondigde: “RRR AAA MMMMM SSSS EEE SSSS- SHAFFY -----????? -----SHOW……en dan kwam waarschijnlijk ons kwartet op of Liesbeth, omdat Ramses nog niet in het gebouw was. Die werd dan door Steve Austen (4), zijn nieuwe manager in de buurt opgevist uit Café de Pels, een bekend café aan de overkant. Sinds die avond keek ik dan ook altijd tijdens de aankondiging vanuit mijn ooghoeken of hij er wel was.

Wij traden ook een keer op bij de opening van het Philips Ontspanningscentrum samen met een heleboel andere artiesten. Tijdens de rit Amsterdam – Eindhoven had Ramses in de auto al een fles wodka op en was dus reeds straal bezopen voordat de voorstelling begon. Tijdens het optreden zong Ramses alles in het ‘Russisch’ en tijdens onze dubbeltalige samenzang kregen wij enorm de slappe lach, vooral Thijs, Marjol en ik. Eelko (5) bleef geërgerd doodserieus waardoor bij ons de lachkick steeds erger werd. Na afloop was de organisatie dan ook heel boos.

Ramses is mijn echte ontdekker geweest en gaf mij daardoor de start van mijn carrière. Hij moest en zou met mij werken terwijl ik nog de theateropleiding volgde. Een groter zelfvertrouwen kan niemand je dan meer geven.

Zijn lijfspreuk tegen mij was altijd: WIENE-WIENE-WOENNDEKIND."

 

1. Thijs Chanowski was de producent en organisator van de voorstellingen van Ramses Shaffy.

In diezelfde periode produceerde hij ook de TV series De Fabeltjeskrant en Paulus de Boskabouter. Vandaar dat hij over een studio beschikte.

2.Marjol Flore werd evenals Sylvia Alberts door Ramses van de Kleinkunst Academie geplukt om in zijn shows te komen zingen en spelen.

3.Thijs van Leer meldde zich aanvankelijk zelf als zanger bij Ramses voor het zang-groepje dat deze wilde vormen à la The Mamas & the Papas. Hij werd meteen aangenomen en zou nog diverse jaren met Ramses blijven werken als zanger en instrumentalist, totdat hij zijn eigen popgroep Focus oprichtte.

4.Steve Austen, begonnen als roadie bij het tournee van Ramses Shaffy, had van producent Chanowski de rechten van de show overgenomen en besloten om op eigen kracht en eigen risico de voorstellingen van Ramses in de bovenzaal van het gebouw Felix Meritis voort te zetten. Het Shaffy Theater werd opgericht en Steve Austen werd de eerste directeur.

5.Eelko Nobel zong samen met Thijs van Leer, Marjol Flore en Sylvia Alberts in het programma van Ramses in een formatie vergelijkbaar met The Mamas & The Papas.

 

 

Jaar:
1968
Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0