'Tracht vooral nuttig te zijn': Napoleon bezoekt het Teylers museum

Twee maal reisde keizer Napoleon tijdens zijn inspectietocht door Holland in 1811 naar Haarlem. De eerste maal schudde hij alleen de burgemeester de hand, de tweede keer bezocht hij Teylers Museum, het eerste en oudste museum van Nederland. Dat bestond toen alleen nog maar uit de Ovale Zaal, die in 1784 werd opengesteld voor bezoekers en  sindsdien vrijwel onveranderd is gebleven.

Op de terugweg van  een bezoek aan Den Helder, op 17 oktober, was Napoleon heel kort in Haarlem geweest. Een week later, 24 oktober, de dag waarop hij van Amsterdam naar Den Haag gung, was zijn eerste stop Haarlem. Zijn belangrijkste doel: Teylers Museum. De toenmalige directeur Martinus van Marum heeft er uitgebreid verslag van gedaan.

Strenge Napoleon

Napoleon was die 24ste oktober al vroeg uit Amsterdam vertrokken en kwam rond half negen in Haarlem aan. Nadat Napoleon in de Damstraat was gearriveerd en in de bestuurskamer audiëntie had verleend aan de stedelijke raad, rechterlijke macht en geestelijkheid van Haarlem, stond het gezelschap even later in de Ovale Zaal, toen nog de enige ruimte van het museum. In het midden stond de vitrine met de gesteenten en daaronder de kasten met prenten en tekeningen. Daarnaast stond de reusachtige elektriseermachine opgesteld, rondom de kasten met natuurkundige instrumenten en daarboven was de gaanderij met de boeken.

Napoleon liet zich van zijn strenge kant zien. Nadat de directeuren van het museum ondanks zijn aandringen niets kwijt wilden over de inkomsten van het museum, wendde hij zich geïrriteerd  en ‘op een zeer onvriendelijke wijze’ tot Van Marum. Daarbij kwam het gesprek op de taak van het museum en hoe het stond met de openbare lessen. Hiervoor hadden de directeuren Adriaan van den Ende, een gepensioneerde predikant aangesteld, die meer, zoals zij dat graag zagen, de lessen voor een select publiek verzorgde. De keizer was duidelijk niet gecharmeerd van deze aanpak en antwoordde: “Oh, maar dat stelt niet veel voor. Dat is alleen interessant voor dames; je hebt hier juist twee wiskundigen, twee natuurkundigen, twee scheikundigen en twee wetenschappers in de natuurhistorie nodig. De wetenschap is tegenwoordig te veelomvattend voor één persoon.”

De keizer toonde vervolgens grote belangstelling voor de Zuil van Volta (nog steeds in het museum te bewonderen) en voor e grote elektriseermachine. Van Marum bespeurde toen al ‘meer en meer de toenemende tevredenheid van den keizer’.

 Wees vooral nuttig!

De  volgende vraag van de keizer liet niets aan duidelijkheid te wensen over: “Wat verdient u hier?” Dat nu was een heet hangijzer. Van Marums honorarium was tot voor kort 1400 gulden per jaar geweest, niet veel, maar voldoende voor de man die een puissant rijke vrouw was getrouwd. Maar dat daar onlangs 400 gulden ter bezuiniging was afgetrokken, stak Van Marum zeer, vooral omdat hij uiteindelijk toch de man was geweest die de wetenschappelijke collecties had aangelegd en Teylers' roem over Europa had verspreid. Hij was het zelfs geweest die –door zijn uitstekende Franse contacten – had kunnen voorkomen dat de Fransen in 1795 een deel van de verzamelingen hadden geconfisqueerd.

Van Marum vond dat het aan waardering ten ene male ontbrak. En ook de keizer vond zijn verdiensten veel te karig Hij kon wel voor een pensioen zorgen, zei hij. Maar dat ging Van Marum toch te ver. “Sire, laat me hier alstublieft nog mijn onderzoek doen,” zei hij, waarop Napoleon antwoordde: “Continuez, mais tachez surtout d’être utile.” (Ga zo door, maar tracht vooral nuttig te zijn!)

Negen dagen na dit bezoek ontving Van Marum ‘een fraai vereerend bewijs van zijne tevredenheid, mij op order van de keizer van het Loo gezonden.’

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0