Verte: een fotoproject

Foto hierboven: duinlandschap met gelukszoekers
 
 

Horst Eckert (pseudoniem Janosch) schreef in 1979 een zeer succesvol kinderboek over ‘het aards geluk zoeken’ met als hoofdpersonen kleine Tijger en kleine Beer.

‘Wij zoeken het grootste geluk op aarde’, zei kleine Tijger.
‘O, dan heb je geluk’, zei de ezel, ‘want dat zoek ik ook.
En ik weet waar het ligt. Het ligt in de verte.’

Project Verte

Een duidelijke wens als uitgangspunt voor een nieuw project namelijk ‘verte zien’ is een verklaarbaar vervolg op een eerder gerealiseerde reeks foto’s die begon bij de voordeur en als vertrekpunt had: de directe omgeving, de nabijheid.
Aan het eind van een afgerond project is de vanzelfsprekende vraag: wat nu?  Iets nieuws.
Dus: geen mensen, geen bomen, geen dingen; anders dan vorige projecten. Kennelijk start ideevorming in dit geval negatief. De behoefte aan een idee dat aangeeft wat wél te fotograferen, blijft.
Duidelijkheid komt onverwacht.

Fietsend met camera en statief kom ik toevallig op een plek die me aantrekt vanwege een mistig vergezicht waar twee lange, grote, zwarte kunststof pijpen doorheen snijden. 
De daarvan gemaakte foto roept meteen de vraag op: wat fotografeer ik eigenlijk? 
Dan doet het woord verte zijn intrede. 
Vanaf dat moment maak ik foto’s die passen bij verte en wordt dit woord het basisidee van het nieuwe project. De gemaakte foto wordt de eerste voor het project Verte.

eerste beeld voor Verte

Op die eerste foto uit dit project, gepubliceerd op het internet, komt de volgende inspirerende reactie.

I was drawn to the photo - -a stunning view of trees lining a river in an autumn landscape. The trees in the background form an arcade, while the two trees in the foreground anchor the scape. There is a breathtaking contrast between the trees that fan out in a spray of barren branches preserving delicate tufts of leaves and the solid bars flanking the view  of the river and the trees.- -
The entire composition suggests an elegy to Nature that is not yet mournful. (Mara Lemanis 28-9-2018)

Foto’s van verte zijn vaak foto’s van landschappen, van geconstrueerde landschappen, foto's met een horizon.
Doen (fotograferen) en (na)denken wisselen elkaar af. Ze versterken elkaar meer en meer. Door verfijning van die zigzag beweging passen nieuwe foto’s goed bij eerdere foto’s.
Sommige kleuren gaan domineren: groen, geel, en wit. Een fietspad met witte strepen wordt een bijna ongemerkt terugkerend beeldelement. Bijna ongemerkt, want behalve doen en denken is er nog een factor die een belangrijke rol speelt bij het werken aan een project: intuïtie. 
Dat is het op ervaring gebaseerde vermogen tot het onmiddelijk beoordelen van mogelijke acties op hun effectieve doelgerichtheid.(Soms gaat het niet om acties maar situaties.)
Project Verte krijgt aldus samenhang, kleur en vorm. Stijl wordt zichtbaar.

Clichés

Niet eerder was ik me zo bewust van het vermijden van clichés dan na een gesprek met fotograaf  Michael Wolf. Dat was in het najaar van 2018; ik werkte aan dit project.
Wij bekeken  samen mijn toen nieuwste fotoboek: Dingen, ondingen en knipogen.
Hij was zeer geïnteresseerd in de 100 foto’s uit dat boek, hij bekeek ze allemaal, en in de goede volgorde. Vervolgens gaf hij mij enkele collegiale adviezen. Eén daarvan was: voorkom clichés.
Kennelijk stonden die volgens hem in dat boek. Wij verschilden van mening over een foto, ‘n combinatie van reflectie in water en een witte zwaan. Hij zag ze als een cliché. Ik had een andere opvatting.
Door dat gesprek ben ik anders naar mijn foto’s gaan kijken. Mocht het cliché al opdoemen dan nog maak ik een foto. En, ik zorg ervoor dat een opvallend object de doorslag geeft. 

eerste beeld voor Verte

Een goed gekozen beeldelement tilt een foto over de valkuil van een cliché heen.

Mogelijke valkuilen: spiegeling, reflectie, doorkijkje, evenwijdige en op de horizon samenkomende lijnen, een kind met een traan... 

Begin en einde

Een project heeft een begin en een eind. Bovenstaande is een beschrijving van het eerste.
4 jaren later omvat Verte een selectie van 40 foto’s. Hoeveel meer zullen dat er nog worden?

Ger Dekkers maakte een bijzonder fotoboek over Nederlandse landschappen met als titel Planned Landscapes 25 Horizons (1977). “De horizon funktioneert in het gehele projekt als middellijn. Ger Dekkers zet hierbij, volgens sommige critici, een traditie voort als ‘landschapsschilder’ van deze tijd, waarbij hij gebruik maakt van een eigentijds medium.

Veertig verte-foto’s voor een boek kan ongetwijfeld ook voldoende zijn, echter bij dat getal popt meteen een gedachte op; 44 is een mooier getal. Nog eentje meer en het aantal foto’s krijgt een puur persoonlijke betekenis. Zo komt het boek uit op vijfenveertig foto's en 100 pagina's.
De voor Verte gemaakte foto’s dateren uit 2016 - 2020.

Fotoboek: de binding
 

Foto’s van een landschap vragen in een boek vaak een plek over twee pagina’s. Een foto komt dan het beste tot zijn recht wanneer de binding nauwelijks opvalt: geen gaatjes, geen garen, geen lijmresten.
De binding die dit mogelijk maakt, is die waarbij de pagina’s in de vorm van een harmonica samen gevouwen zijn. Een boek met een dergelijke zigzag-vouw heet leporello. Pagina’s zitten aan de bladerkant van het boek aan elkaar vast, alsof ze nog niet losgesneden zijn. Dat went snel.
Men kan  er gewoon in bladeren, en men kan het ook als een harmonica uitvouwen. 
Het uitgevouwen boek heeft 50 bladzijden elk 15 cm breed. Oftewel, geheel uitgevouwen is het 7 1/2 m. Dat is bijzonder.
Een leporello stelt eisen aan: de volgorde van de foto's, de plaats van foto's vanwege het aan elkaar lijmen van de afzonderlijke delen, en aan foto's die over twee pagina's staan, dit vanwege de plaats van de vouw. 
Niet alleen het binnenwerk van het boek is bijzonder, dat is ook het omslag vanwege een opdruk in de vorm van één lange, smalle lijn die ook over omslagfoto en flaptekst loopt.

Woorden voor beelden

 Een fotograaf is op de eerste plaats met beelden, met verbeelden bezig. Op een later moment komen daar eventueel woorden bij in de vorm van titels voor foto’s. 
Soms wordt een titel bewust achterwege gelaten. In dat geval geeft de kijker een afbeelding een eigen betekenis. En dat is lang niet altijd gemakkelijk. De gedachte dat bij een beeld, dat bij elk beeld, een betekenis hoort,  of slechts één betekenis hoort, maakt dat niet eenvoudiger.

Ik neem een voorbeeld waar ik ervaring mee heb: landschappen.
In het Groene Hart van Nederland trof ik een groot houten raamwerk aan dat uitzicht bood op een uitgestrekt groen polderlandschap. Over een keurig aangelegd pad loopt men daar naar toe. Kennelijk is het raamwerk daar geplaatst voor bezoekers die door het houten frame een foto van het weidelandschap met lucht kunnen maken. De titel van die foto is al op de houten lijst geschilderd en wordt dus mee gefotografeerd: Hollandse luchten. Wat een vergaande service.
Meestal kijk je naar een landschap en dan ontbreekt een dergelijke aanduiding.  Een titel mag de kijker dan zelf bedenken. En dat is waar bij het project / boek Verten voor is gekozen.
Om die bewustwording te stimuleren is de door dat frame gemaakte foto in het boek opgenomen; de enige foto met een titel.

 

Zie ook het Artikel rechts boven Beeldrijm & dynamiek met meer achtergrondinformatie en foto's uit het boek.

e-mail: Loek Raemakers

 

 

 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0