Verwarring

In onze plaatselijke bibliotheek ving ik een verwarrend gesprek op tussen een Nederlandse dame en een Egyptische meneer: - Het gaat wel langzaam. - Langzjaam? - Ja, sloom snap je. - Sjloom? - Ja, als een slak! - Sjlak? - Ja widduh home on z’n back!! - Home? - Yes, je hebt ook nog een naaktslak, no home!!! De arme dame ging steeds harder praten, schakelde over naar een belabberd Engels en raakte steeds meer verstrikt in haar pogingen iets duidelijk te maken. De arme man twijfelde lichtelijk aan zijn en misschien ook wel aan haar verstand. Dit was duidelijk een gesprek in het kader van ‘Taalmaatjes’ een project georganiseerd door het VIP in Zoetermeer. Vrijwilligers zetten zich in om mensen die de inburgeringcursus met goed gevolg hebben doorlopen, of er nog mee bezig zijn, de Nederlandse taal wat meer eigen te maken. Een prachtig doel. Waarschijnlijk was dit een kennismakingsgesprek waarin normaliter het niveau eerst wordt afgetast; het komt vast goed met die twee. Zelf heb ik het ook een poosje mogen doen en heb veel geleerd van ‘mijn’ Oekraïense dame. In haar thuisland had zij een goede managementfunctie na twee Hbo-opleidingen succesvol te hebben afgerond. De liefde bracht haar naar Nederland waar zij vreselijk haar best deed de taal machtig te worden, vooral om weer aan het werk te kunnen gaan. Juist omdat zij een behoorlijke intelligentie genoot zette ze mij regelmatig voor het blok door mij op de vaak ontbrekende logica in onze taal te wijzen. Zo kwam voor haar de Koningin op Prinsjesdag bij de Ridderzaal aan in ‘een gouden karretje’…tja, meer is het ook eigenlijk niet. Of ze vroeg mij nu eens uit leggen wat het verschil was tussen ‘scheef’ en ‘schuin’… We spraken over kinderen, opvoeden en haar man. ‘Zaai heef paain in roeg’ dat begreep ik nog wel. Maar toen ze mij iets wilde uitleggen op gynaecologisch gebied en ik werkelijk niet begreep wat ze bedoelde begon zij dit redelijk uitgebreid uit te tekenen zodat ik even later met joekels van eierstokken op tafel ietwat schichtig om mij heen keek. Ook de term ‘een woest aantrekkelijke man’ bezorgde mij rode konen ‘Waar moet ik aan trekken dan?’ De meest slimme vraag was toch wel ‘Waarom kun je iets wel verwarmen maar niet verkouden?’. Ze wilde zo graag weer werken en toen hebben we samen diverse uitzendbureaus bezocht. We hadden ingestudeerd wat ze moest zeggen dan wel vragen en deed dit feilloos. Je zou toch denken dat er voor iemand met zo’n slimme gretigheid wel een plekje te vinden is; over haar hoofd heen werd tegen mij gezegd dat ze lopendebandwerk kon gaan doen in de kassen of zo....en toen was IK in verwarring!

Jaar:
2001
Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0