De uitvinding van het schrift

De uitvinding van het schrift was een lang(zaam) proces dat eeuwen in beslag nam. Maar de resultaten waren er ook naar: een radicale nieuwe manier van communiceren tussen mensen in verschillende gebieden en tijden.

Zo rond het jaar 4000 voor Christus trok het prehistorische Obeidvolk naar het land van Sumer, tussen de Eufraat en Tigris, in het huidige Irak. De Obeid legden moerassen droog, begonnen land te verbouwen, dreven handel en ontwikkelden ambachten zoals metaalbewerking. Dat leidde tot de Uruk periode, waarop zich steeds grotere dorpen in het Sumer gebied vormden. Die grote dorpen leidden tot overheden, die de distributie van goederen en taken overzagen. Grootscheepse landbouwprojecten, verdeling van gespecialiseerde taken, georganiseerde religie, groeiende handel, de eerste steden, nieuwe vormen van menselijke organisatie: dit alles bracht de behoefte met zich mee aan een instrument om informatie te kunnen bewaren en delen met anderen.

Eerste stappen

Bepaalde symbolische of numerieke tekens waren al langer in gebruik. Maar pas rond 3200 voor Christus begonnen de inwoners van Sumer gebruik te maken van een symbolisch systeem dat wij nu als schrift zouden herkennen: het spijkerschrift.  Het begon als een beeldschrift van symbolen, waarbij elk woord of begrip vertegenwoordigd werd door een afbeelding, oftwel een logogram. Maar met verloop van tijd werd het spijkerschrift steeds meer syllabisch. Dat wil zeggen dat tekens, naast de aanduiding van een woord of begrip, tegelijkertijd ook een bepaalde lettergreep kunnen aanduiden.

Sumerische schrijvers gebruikten een stylus, een houten of metalen pen, om tekens in ongebakken klei te krassen. Die tekens lijken wat vorm betreft erg op onze moderne spijkers, vandaar de naam van het schrift. De reden dat we bekend zijn met het spijkerschrift is omdat veel tabletten, bewust of onbewust, aan vuur zijn blootgesteld waardoor de klei gebakken werd. Soms om een document te bewaren, meestal door invallende legers die een archief in brand hadden gestoken.

Accountants en dichters

De meeste teksten in spijkerschrift hadden een economische of administratieve inhoud, bijvoorbeeld het tellen van vee of het vastleggen van rantsoenen. Ook werd het schrift gebruikt om de grote daden van Sumerische koningen vast te leggen op monumenten en tabletten. Maar vanaf 1800 v.Chr. vinden we ook de eerste resten van literaire werken. Één van de allereerste en bekendste is het Epos van Gilgamesj, over de mythische held-koning Gilgamesj en de wildeman Enkidoe.

Later wordt het spijkerschrift overgenomen door andere volkeren om hun taal op schrift uit te drukken. Onder andere de Assyriërs en de Hittieten, die beide grote rijken zouden stichten in het Midden-Oosten, gebruikten het spijkerschrift voor hun documenten.

Spontane ontwikkeling

Het spijkerschrift was niet het enige vroege schrift. De hieroglyphen van Egypte werden rond dezelfde tijd ontwikkeld. We weten niet of de Egyptenaren onafhankelijk van de Sumeriërs tot deze ontdekking zijn gekomen, of via hun contacten met Mesopotamië leerden van de nieuwe "uitvinding". De Egyptische hiërogliefen groeiden, net als het spijkerschrift, uit tot een zeer complexe mix van symbolen die zowel letters als klanken als voorwerpen en begrippen bevatten. Maar ook op andere plaatsen op aarde onstond het schrift, onafhankelijk van Mesopotamië. In de Indusvallei bijvoorbeeld, rond het jaar 3000 voor Christus, in China rond het jaar 1200 voor Christus, en onder de Olmeken in Midden-Amerika, rond het jaar 500 voor Christus.

Het spijkerschrift bleek heel lang in gebruik, ook al werd het nog maar door een hele kleine groep mensen beheersd. In het jaar 75 na Christus werd er voor het laatst gebruikt gemaakt van de karakteristieke spijkertekens. Maar dan zijn we al lang en breed de prehistorie voorbij.

NB: Bekijk hier de Uitzending van VPRO/Tegenlicht over Digitaal Geheugenverlies: bit.ly/1tvIWm7

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0