Caspar Georg Carl Reinwardt

Caspar Georg Carl Reinwardt was een Nederlands botanicus, geboren in Pruisen op 3 juni 1773 in Lüttringhausen. In 1787 kwam hij als leerling chemie naar Amsterdam, waar zijn broer inmiddels werkte in een chemisch laboratorium. Hier kwam hij in contact met verschillende wetenschappers, onder andere botanicus Gerardus Vrolik die zijn liefde voor de botanie aanwakkerde. Aan het 'Athenaeum Illustre' studeerde Reinwardt chemie en botanie.

Universiteit van Harderwijk

In 1800 werd Reinwardt hoogleraar chemie, natuurlijke historie en botanie aan de Universiteit van Harderwijk. Aan deze universiteit verkreeg hij eredoctoraten in de filosofie en de geneeskunde. Reinwardt verbleef tot 1808 in Harderwijk. In dat jaar benoemde Koning Lodewijk Napoleon hem als directeur van zijn toekomstige botanische en zoölogische tuinen en van zijn natuurhistorisch museum (voorganger van het huidige Naturalis). Dit natuurhistorisch museum stond in Soest en verhuisde later naar Haarlem en vervolgens naar Amsterdam.

Vlak voor zijn aftreden benoemde Lodewijk Napoleon Reinwardt tot buitengewoon hoogleraar in de chemie en de farmacognosie (kennis van de kenmerken van de geneesmiddelen) en tot gewoon hoogleraar in de natuurlijke historie aan het Athenaeum Illustre. Op 5 november 1810 hield Reinwardt zijn inaugurele rede.

Naar Indië

Na de Franse overheersing tussen 1806 en 1813 wilde Nederland het contact met de Nederlandse koloniën herstellen. Reinwardt werd (op vraag van de nieuwe koning Willem I) lid van de Koninklijke commissie voor de koloniën als directeur van landbouwkundige aangelegenheden, wetenschappen en kunsten. Reinwardt en de andere leden van de commissie arriveerden op 16 april 1816 in Batavia (nu: Jakarta).

Reinwardt ontwikkelde het plan om in stad Buitenzorg (nu: Bogor) een botanische tuin te stichten met het doel om verschillende plantensoorten te kweken en onderzoek te doen. De goedkeuring van de Nederlandse overheid hiervoor wordt gezien als de ‘geboortedatum’ van 's Lands Plantentuin te Buitenzorg' (nu: 'Kebun Taya Bogor'). Reinwardt werd de eerste directeur. Hij maakt meerdere expedities naar delen van Nederlands-Indië, waaronder de Molukken en Guinea om planten te verzamelen voor de Hortus Botanicus in Leiden. Helaas overleefden veel planten de overtocht van Java naar Nederland niet.

Terug naar Nederland

In 1819 verzocht de Universiteit Leiden Reinwardt de leerstoelen botanie, natuurlijke historie en scheikunde aan deze universiteit en het directeurschap van de Hortus botanicus Leiden over te nemen. Reinwardt had het naar zijn zin in Nederlands-Indië en twijfelde en hij mocht daarom toch tot 1821 in Nederlands-Indië verblijven. Hij ging nog verder op expeditie naar Timor, de Molukken en Celebes (nu: Sulawesi). In juni 1822 ging hij eindelijk naar Nederland om de interim-directeur en hoogleraar te vervangen. Zijn plaatsvervanger in Buitenzorg werd de directeur van de  hortus in Buitenzorg. Op 22 mei 1823 werd Reinwardt geïnaugureerd als hoogleraar botanie.

In 1832 publiceerde Reinwardt een catalogus van de planten die in de Hortus van Leiden groeiden. Onder zijn leiding was de collectie met bijna 600 soorten en varianten gegroeid tot precies 5600. De stijging zat vooral in Australische, Chinese en Japanse planten. Dit was te danken aan de inspanningen van Philipp Franz von Siebold (arts en docent medicijnen die in deze gebieden werkte).

Vernoemingen

In 1845 ging Reinwardt met pensioen. Op 6 maart 1854 overleed hij. De directeur van de Hortus die hem opvolgde,  voltooide een ongepubliceerd manuscript van Reinwardt en publiceerde dit onder de naam 'Plantae Reinwardtianae'. Barthélemy Dumortier (Waals-Belgisch politicus en botanicus) vernoemde het plantengeslacht 'Reinwardtia' naar Reinwardt. Friedrich Anton Wilhelm Miquel (Nederlands botanicus uit Pruisen en werkzaam in Indië) deed hetzelfde met de Nepenthes-soort 'Nepenthes reinwardtiana'. Ook het tijdschrift van de Hortus in Bogor heet nog altijd 'Reinwardtia'.

Caspar Reinwardt was niet iemand die graag op de voorgrond trad. Hij was geliefd en werd bewonderd door zijn bescheidenheid, zijn scherpte van geest en zijn brede kennis. Hij was nauw betrokken bij allerlei belangrijke ontwikkelingen binnen de museologie (als directeur van een van de eerste musea en diverse plantentuinen, was hij pionier op dit gebied en daardoor een museoloog 'avant la lettre') en de wetenschap. Mede daardoor, en ook omdat de academie in Leiden is opgericht, is de Reinwardt Academie (tegenwoordig de faculteit cultureel erfgoed en museologie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) naar Caspar Reinwardt vernoemd.

Functie / titel:
botanicus, directeur
Sekse:
Man
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0