Archiefgebouw van het gemeente-archief Leiden

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Het ARCHIEFGEBOUW van het gemeente-archief Leiden is gebouwd in de jaren 1891-1893 naar ontwerp van D.E.C. Knuttel. Leiden was hiermee de eerste stad in Nederland met een eigen gebouw voor het gemeente-archief. Het archiefgebouw verving de archiefruimte op de zolder van het stadhuis aan de Breestraat. Bouwmeester van het uit een legaat van oud-gemeenteraadslid en lakenfabrikant A.J. (Justus) Krantz bekostigde archiefgebouw was de toenmalige stadsarchitect D.E.C. Knuttel, rijksbouwmeester in de jaren 1892-1922. Op verzoek van stadsarchivaris Mr. C.M Dozy is het gebouw opgetrokken in een aan de Neo-Gothiek verwante bouwstijl, die ook kenmerkend was voor veel destijds door de rijksoverheid geïnitieerde bouwopdrachten. De oorspronkelijke, 19de eeuwse achtergevel is sinds een ingrijpende verbouwing en uitbreiding van het gebouw in 1967 geheel aan het oog onttrokken. In 1996 is aan de rechterzijde van het gebouw een aanbouw toegevoegd. Van het oorspronkelijke interieur is door een eveneens ingrijpende interne verbouwing in hetzelfde jaar vrijwel niets bewaard gebleven en is derhalve niet van belang voor de bescherming van rijkswege. Het archiefgebouw maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht Leiden.

Omschrijving

In baksteen met natuurstenen details opgetrokken gebouw op langgerekte plattegrond met oorspronkelijk twee en vier bouwlagen onder met pannen gedekte zadeldaken met dakkapellen; linker bouwdeel met vier bouwlagen onder zadeldak met dakkapellen en rechter risalerend bouwdeel met twee bouwlagen onder dwarsgeplaatst zadeldak. Uit twee delen bestaande, asymmetrisch voorgevel met trasraam met hardstenen rand, cordonlijst, speklagen en rechthoekige hemelwaterafvoeren met vergaarbak. Risalerende, drie traveeën brede rechter gevelpartij - waarachter zich oorspronkelijk de publieks- en werkruimtes bevonden- met symmetrische vensterindeling en overhoeks uitgemetselde hoeken. Rechtgesloten vensters op de begane grond met schuiframen en aaneengesloten, natuurstenen waterdorpels onder segment- en driepasbogen met sluit- en aanzetstenen. Eveneens rechtgesloten verdiepingsvensters onder driepasbogen met zandstenen maaswerk. Tussen de verdieping en de geveltop en dunne, verkropte cordonlijst, links en rechts aansluitend op kraagstukken, die ook de aanzet van de puntgevel vormen. Geleding van de top door middel van overhoekse, staande uitmetselingen, in het midden een samengestelde vensterpartij van drie spitsboogventers met dunne bakstenen penanten. Daarboven twee blinde, ronde vensters en aan weerszijden een blind spitsboogvenster. Op de geveltop een hardstenen deklijst en een klimmende reeks, gemetselde attiekbalustrades met spitsbogen en overhoekse, zandstenen pinakels. De midelste pinakel met smeedijzeren bekroning. Links van deze gevelpartij een travee met een uitpandig ingangsportaal. Portaal met afgesnoten linker hoek onder een overhoekse hoekbaluster, borstwering met spitsboogopeningen en zandstenen pinakel. Een gebeeldhouwde kop van A.J. Krantz in de boogtrommel van de gesloten spitsboog boven de portaalingang met een met vierpassen versierde paneeldeur met getoogde bovendorpel. Het venster boven het portaal is als die op de verdieping van het risaliet. Gevelbeëindiging in de vorm van een uitgemetseld fries met keperbogen en een natuurstenen bovenrand.

Zeven traveeën brede gevelpartij - waarachter zich oorspronkelijk de archiefbewaarplaatsen bevonden - links van de entree met per travee twee gekoppelde, terugliggende vensters met aaneengesloten, natuurstenen onderdorpels met afzaat, dunne gemetselde penanten en dagkanten met kwarthol profiel. Vensters op begane grond onder segmentboog, op de eerste verdieping onder driepasboog, op de tweede verdieping onder ontlastingsboogje en met spitboogvormige sluiting op de derde verdieping. Aan weerszijden van de traveeën op de tweede en derde verdieping vertikale gevelgeledingen in de vorm van overhoekse lisenen met pinakelbekroning. De traveeën worden om en om beëindigd door een puntgeveltje en een lijst. Twee van deze geveltoppen met voor een deel blinde vensters in klimmend boogfries en twee met drie gekoppelde (blinde) rondboogvensters en een oeuil de boeuf, voorts met hardstenen dekplaten en bekroning in de vorm van een kruisbloem. Lijsten met uitgemetseld keperboogfries en een natuurstenen bovenrand.

Symmetrische, linker kopgevel met licht risalerend middenpartij en diverse, voor een deel blinde vensters met driepasbogen, rondbogen en spitsbogen, uitkragende schouders en een tuit met keperboogvormige beëindiging. Aan de rechter zijgevel van het risaliet een éénassige trapgevel met vensters als in de voorgevel van het risaliet en een geveltop met tussen de overhoekse, met pinakels bekroonde lisenen, smalle, blinde rondboogvensters onder een rond, eveneens blind oueil de boeuf. De rest van de gevel is door nieuwbouw grotendeels aan het oog onttrokken.

Op de dakschilden de originele houten dakkapelletjes met uitkragende, met zink gedekte zadeldaken en luiken met zandlopermotief. Uit de kap tussen de ingangtravee en het linker deel van het gebouw steekt een brandmuur. Het interieur is in de loop der tijd sterk gewijzigd, waarbij bijna alle bijzondere bouwkundige onderdelen en details zijn verdwenen. Ook de achterzijde van het gebouw is door de verbouwingen grotendeels verdwenen of aan het gezicht onttrokken.

Waardering

Het archiefgebouw is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde wegens de oorspronkelijke functie als onderkomen van het gemeente-archief en de pioniersfunctie die het gebouw had op dit gebied.

Het pand his tevens van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als bijzonder voorbeeld van een goed en rijk gedetailleerd, in de neo-gotische stijl opgetrokken overheidsgebouw en als een representatief werk uit het oeuvre van een vooraanstaand architect.

Het is tevens van belang vanwege de functionele zeldzaamheid en vanwege de gaafheid van de representatieve voorgevel.

Het gebouw heeft situationele waarde als een essentiëel, beeldbepalend element van een in stedebouwkundig opzicht belangrijk gebied - de voormalige stadswallen - en de ruimtelijke relatie hiermee.

Het gemeentearchief (Boisotkade 2a) verrees in 1891-'93 naar een neogotisch ontwerp van gemeente-architect D.E.C. Knuttel en werd bekostigd uit een legaat van lakenfabrikant A.J. Krantz. De rechts van de ingang gelegen (oorspronkelijk) publieks- en werkruimten werden uitgevoerd met grote vensters; de archiefbewaarplaats met stellingkasten en ijzeren roostervloeren ter linkerzijde kreeg gekoppelde smalle vensters. In 1995-'96 is aan de rechterzijde een moderne aanbouw tot stand gekomen naar plannen van B & D architekten.

Adres

Boisotkade 2a
2311 PZ Leiden

Openingstijden

Website

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0