Ruisende rokken

Sjokkend zegen wij neer op het terrasje bij Kasteel Duivenvoorde te Voorschoten: eega, vriendin en ik. Niet direct een adellijke aankomst. Het doorlopen park was ook nog niet echt op ons berekend, en vol graafmachines en dergelijke. Het zonnige terrasje wel. Dat zag er zeer uitnodigend uit. We knikten minzaam naar de kasteelvrouwe van dat moment die de kassa beheerde. Uitleg gaf, glaasje water scoorde voor ons en wees waar de tassenkluisjes waren.

 

Een andere kasteelvrouwe van het moment verwelkomde ons alleraardigst, als toegestroomde elite. En op haar aanwijzen bewonderden we de prachtig antieke kleur groen van het plafond en de balken in de hal. Harpmuziek klonk mij als het ware in de oren. En we waren gekleed in ruisende rokken. Hakken geklik-klak. 1631, dat was het jaartal om te onthouden. De verbouwing van de 13de eeuwse oorspronkelijke woontoren, naar met ruime zijvleugels.

Over de luie trap, weer wat anders dan luie voetbalschoppen, zweefden we naar boven. De stappen gedempt door een dik kleurrijk tapijt. Ik zou het eerder een lastige trap willen noemen. De treetjes zo dicht bij elkaar. Al waren ze wel breed. En overal schilderijen van de illustere bewoners. Hele generaties namen kwamen voorbij. Met als er geen zoons waren of kinderen, overerving in de vrouwelijke lijn. Ik zal je er niet allemaal mee vermoeien.

De zuidvleugel werd nog bewoond en in het glimpje openstaande deur dat ik boven opving was ontnuchterend strak wit gestuct. Ontnuchterend of mee in de vaart der hedendaagse volkeren? De middentrappen en noordvleugel nog helemaal in de toenmalige stijlen. En wat mij het meest opviel was de gevarieerde luxe wandbedekking met als hoogtepunt het goudleer! Niets meer te zien van de oorspronkelijk kleine delen waaruit dit is vervaardigd. Een leuk detail was ook een soort ‘lantaarn’ waarin men achter een kaarsje het zakhorloge ’s nachts kon hangen.

Wat waren de mensen klein in die tijd, te zien aan de korte smalle tweepersoons bedden. Met hemels passend bij de wandkleding. De Turkse kamer. Alles zonder stromend water en electra en sommige vernuftige oplossingen daarvoor. De bedienden zag ik als het ware al die emmers water legen en sjouwen. Het middengedeelte en noordvleugel stampend vol met prachtig antiek. Met als hoogtepunt de prachtige zichtlijn van het park, dat momenteel heringericht wordt tot engelse landschapstuin. Tot ver voorbij de weg, tot aan de Vliet kun je kijken! De waterpartijen.

De zolder met zijn oorspronkelijke wasstokken en strijkinrichtingen, in een blauw dat de vliegen weert. Een kleur die ik zo zou willen hebben op mijn wanden. Terug via de bediendentrappen, die geen luie treden hadden en mindere kwaliteit tapijt. Verschil moet er zijn nietwaar? En dan de grootste zaal beneden die verhuurd wordt onder andere als trouwlocatie. De metershoge goudkleurige spiegels. Waarop echt bladgoud nog even een wens blijft.

Van de 13de terug naar de 21ste eeuw! Wat een sprongen kan een mens maken. Mijn ingebeelde ruisende rokken gleden af en bleken gewoon een t-shirt met lange broek.

Jaar:
2014
Circa:
Ja

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0