Joan Gideon Loten

Joan Gideon Loten was een ambitieus en getalenteerd lid van de Utrechtse elite die zich wist op te werpen tot gouverneur van Nederlands-Indië. Zijn grote passie lag echter niet bij het verhandelen van specerijen maar het bestuderen van het exotische natuurschoon van de tropen.

Naast natuuronderzoeker was Joan gouverneur van Celebes (het huidige Sulawesi) en van Ceylon (nu Sri Lanka). Zijn familie had nauwe banden met de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie. Na een onvoltooide studie werd Loten klerk bij de VOC-kamer Amsterdam. In 1732 vertrok hij met het schip Beekvliet naar Batavia in Nederlands-Indië. Hier trouwde hij in 1733 met Anna Henriette van Beaumont (geboren 1716; overleden1755), behorend tot één van de vooraanstaande families van Batavia.

Carrière maken

Loten had vijfentwintig jaar een succesvolle loopbaan binnen de VOC. Hij woonde en werkte op Java, Celebes en Ceylon. Als loyale dienaar van de Compagnie toonde hij ‘[v]oor de inheemse bevolking … belangstelling en respect dat tot uiting kwam in een bescheiden vertoon van overwicht.’ Loten’s huwelijk was gelukkig, ondanks de zwakke gezondheid van Anna Henriette en de dood van twee van hun drie kinderen. Anna overleed in 1755 in Colombo, Ceylon. Na de dood van zijn dochter een jaar later gaat Loten terug naar Nederland. In 1758 keerde hij als Admiraal van de Retourvloot terug met een geschat vermogen van 700.000 gulden.

Vlucht naar Londen

Terug in Utrecht kon Loten maar moeilijk wennen aan het benepen sociale klimaat. Hij verhuist binnen een jaar te verhuizen naar London. Hij bestudeerde hier de natuurwetenschappen en raakte goed thuis in de zoölogische, astronomische, genealogische en medische literatuur van zijn tijd. In 1765 huwde Loten weer, nu met Laetitia of Lettice Cotes (geboren 1733; overleden1810). Toen Loten’s gezondheid verslechterde, keerde hij in 1781 terug naar Utrecht. Hij vestigde zich met zijn vrouw en personeel in huis Cour de Loo aan Drift 27. Op de gevel stond ‘Homo proponit Deus disponit’ (De mens wikt, God beschikt). Tot zijn personeel behoorde een ‘Indische’ vrouw genaamd Sitie. Loten had haar ‘gekregen’ van een vorst van het eiland Celebes. Loten beschouwde Sitie als een vrije bediende.

Loten overleed in 1789 en ligt begraven in de Jacobikerk. Sitie krijgt in zijn testament een jaargeld van 220 gulden. In 1795 verwijderden patriotten zijn rouwbord uit de Jacobikerk. Het is nooit meer teruggeplaatst. In hetzelfde jaar onthulde men in de Londense Westminster Abbey een grafmonument ter nagedachtenis aan Loten. Het familiegraf is na restauratie uit de Jacobikerk verdwenen.

Functie / titel:
gouverneur, onderzoeker
Plaats geboorte:
Groenekan
Plaats sterven:
Utrecht
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Batavia, Londen, Utrecht

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0