Opkomst van elektriciteit in België

België behoord tot de pioniers waar elektriciteit snel werd verspreid.  Eerst waren het  hoofdzakelijk privéinitiatieven voor eigen verlichting van fabrieken, pleinen, schouwburgen, hotels en banken of voor rijke privéwoningen. Na enkele jaren volgde dan grotere projecten waar je kon op aansluiten. De verdeling van elektriciteit kreeg echter heel wat tegenwerking van de gasmaatschappij omdat ze vreesde voor hevige concurrentie.

Private generatoren

De eerst praktische toepassing van elektriciteit voor openbare verlichting moeten we in België terug
naar 1880, toen het Rogierplein in Brussel uitgerust werd met Jaspar booglampen (van Belgische makelij) die gevoed werden door een kleine centrale met een  8 pk gasmotor en 3 Gramme generatoren.  Dat jaar kwamen er op andere locaties in België gelijkaardige projecten. Maar ze bleven allemaal beperkt tot de verlichting van een hotel, een schouwburg, een plein of zelfs particuliere woningblokken. Later kwam er met de Brusselse elektriciteitscentrale van Mignot een iets groter project. Hiermee konden in 1985 de uitstalramen in de Brusselse Nieuwstraat verlicht worden.

Eerste centrales

In 1890 was Ninove de eerste Belgische stad die de concessie voor de productie en distributie van elektriciteit over het hele grondgebied van de gemeente aan een privéonderneming toekende. In de jaren die volgde begonnen ook Luik, Gent en Brussel aan de systematische elektrificatie van hun grondgebied. Zo werd in 1884 een grote stroomgenerator in Cockerill gebouwd.

In 1892 pakt Antwerpen het anders aan. Daar wordt niet algemeen electriciteit verspreid, maar water wordt onder hoge druk door leidingen over de stad verspreid. Deze drijven dan waterturbines in de omvormingsstations aan waardoor elektrische gelijkstroom wordt opgewekt. Op die manier werd het openbaar net voorzien van gelijkstroom. 

Het is pas in 1898 dat in België de eerste grote elektriciteitscentrale wort gebouwd in Oostkerk in Tubize. Deze centrale was de eerste centrale van waaruit driefasenwisselstroom werd verdeeld. Ze werd ook gebouwd met de ambitie om elektriciteit over de grenzen van gemeenten of agglomeraties heen te verdelen. Tevens diende ze als speciale elektrische tractie voor kanaalschepen op het kanaal Brussel-Charleroi.

De uitbouw van het elektriciteitsnetwerk verloopt echter op vele plaatsen moeizaam door de tegenwerking van de toenmalige gasmaatschappijen omdat deze erin slaagden om de aanleg van elektriciteitsleidingen op het openbaar domein via het gerecht tegen te houden als een inbreuk op de concessies voor openbare en private verlichting. De gasmaatschappijen merken dat ze de nieuwe energie niet kunnen blijven remmen en omarmen hem dan maar en gaan zelf electriciteit verdelen. De echte elektrificatie start daarmeepas in hoog tempo na de eeuwwisseling.

 

Tags

Reageren