Een kleine geschiedenis van de manager

De laatste jaren ligt de manager steeds meer onder vuur. Door het samengaan van afdelingen en een alsmaar groeiend aantal bestuurslagen hebben steeds meer bedrijven moeite te innoveren. Bovendien is de oude rol van managers als agenten van arbeid en productie die vanuit hun superieure positie leiding geven aan werknemers steeds moeilijker te verenigen met zijn taken als betrokken inspirator en motivator. In de éénentwintigste eeuw zullen nieuwe structuren het levenslicht zien die op verstrekkende wijze zullen ingrijpen in de manier waarop we werken en zaken doen. Alle reden om nog eens te bekijken waar de manager vandaan komt en hoe hij in de loop der tijden zich heeft aangepast aan veranderende tijden.

Sommigen zien de manager als een uitsluitend modern verschijnsel die zijn oorsprong vindt in de Industriële Revolutie. Anderen zien de belangrijkste aspecten van de manager al verwezenlijkt door de Sumeriërs, zo’n 5000 jaar v. Chr. In de vruchtbare delta van het tegenwoordige Irak ontstonden de eerste agrarische samenlevingen die uitgroeiden tot de Sumerische stadsstaten. Om ervan verzekerd te zijn dat iedereen een aandeel van de landbouwgronden en de oogsten kreeg, werd het nodig om bij te houden wie wat produceerde en hoe de opbrengst het beste verdeeld kon worden. Er ontstond een laag van ‘ambtenaren’ die alle economische stromen in kaart brachten en verdeelden: de bureaucratie en de verre voorloper van de manager was geboren.

Slaven en bazen

Een paar duizend jaar later waren het de Romeinen die al voorzichtig nadachten over het management van de miljoenen slaven binnen hun rijksgrenzen. Ze realiseerden zich dat angst en terreur doorgaans niet bijdroegen aan de productiviteit van slaven. Ze gebruikten verschillende technieken om slaven aan te moedigen om zo productief mogelijk te zijn. Dit deden ze onder meer door giften, lange termijn beloften (bijvoorbeeld het vooruitzicht van vrijheidstelling) en het bevorderen van een teamgeest onder groepen slaven.

Na de val van het Romeinse Rijk waren het voor duizend jaar de monniken die als enigste konden lezen en schrijven in het Middeleeuwse Europa. Zij waren het die de steeds complexer wordende geldstromen van de Rooms-Katholieke Kerk beheerden en in de boeken brachten. Innovaties zoals het numerieke stelstel (800-1300) en het dubbele boekhouden (1494) leverden de middelen voor meer complexe managementstructuren als planning, controle en quotatie.

Deze structuren kregen met name hun vorm op de scheepswerven van de vroegmoderne handelsnaties. De grote, door de staat gerunde scheepswerven in Venetië, Londen en Amsterdam legden voor het eerst de uitdagingen bloot waar later de fabrieken van de 19e eeuw mee te kampen kregen. Grote groepen gecentraliseerde arbeiders moesten op zo efficiënt mogelijke wijze worden ingezet teneinde zo veel mogelijk te produceren. Dit stond haaks op de gangbare ‘industrie’ in Europa, die draaide om het zogenoemde putting-out systeem. Hierbij namen over een groot gebied verspreide handswerklieden ieder een deel van het productieproces voor hun rekening.

 In Amsterdam ontstond op de scheepswerven een gecentraliseerd system van bazen en arbeidslieden, waarbij de bazen verantwoordelijk waren voor de planning van het werk, de coördinatie tussen werkploegen en het uitbetalen van de lonen op basis van het aantal arbeidsuren. De bazen werden geselecteerd op basis van bewezen kwalificaties in het leiding geven aan en het organiseren van grote groepen arbeiders. Dit was uniek te noemen in vergelijking met de op klasse gebaseerde hiërarchische verhoudingen in de rest van Europa. De baas ontleende zijn positie niet aan zijn afkomst en titel, zoals de Engelse lords  en masters, maar aan zijn leidinggevende capaciteiten. Dit idee schoot ook wortel in de Nieuwe Wereld, waar via Nieuw-Amsterdam (het latere New York) het woord baas werd verbasterd tot boss en zo de Amerikaanse ‘spirit of equality’ mede heeft vormgegeven.  

Fabrieken en managers

Als gevolg van de Industriële Revolutie concentreerden de productieprocessen, die voorheen nog via het putting-out systeem gingen, zich vanaf het einde van de achttiende eeuw steeds meer op vaste lokaties, oftewel de fabrieken. Binnen dit nieuwe concept van de fabriek werd het steeds belangrijker om inzicht te krijgen in de arbeids- en productieprocessen. De fabrikanten waren hiervoor afhankelijk van speciale agenten, aangeduid als ‘managers’, die  de massa-productie, kwaliteitscontrole en planning coördineerden. Tegen 1900 was de term ‘management’ gemeengoed geworden in de zakelijke, maar ook in de wetenschappelijke wereld. Schrijvers als Elton Mayo, Chester Barnard en Max Weber importeerden theorieën uit andere wetenschappelijke disciplines, zoals de sociologie en psychologie, en pasten deze toe op management. Statistiek en wiskunde werden ingezet om alle operaties binnen een bedrijf zo effectief en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Naarmate er steeds meer kennis rond management werd vergaard, ontstond er een wetenschappelijke theoretisering van de nieuwe discipline. Er onstonden speciale hoge scholen die zich uitsluitend op management richtten. De in 1881 in de Verenigde Staten opgerichte Wharton School vormde hiervan het eerste voorbeeld.

Peoples manager

Door alle vergaarde kennis realiseerden managers zich dat de waarde van bedrijven niet alleen wordt bepaald door arbeiders die simpelweg goederen produceren maar evenzeer door de informatie en expertise die onder de arbeiders wordt vergaard en gedeeld. Naast de producerende fabrieken ontstond er vanaf midden twintigste eeuw er een immer groeiende diensten- en kenniseconomie. Werknemers bestonden voor de werkgever niet langer uitsluitend uit inwisselbare producerende sets armen en benen, maar werden steeds vaker belangrijke dragers van waardevolle informatie en vaardigheden. Hierdoor verschuifde de taak van  managers van een die uitsluitend draaide om authoriteit en controle, naar een meer coachende en betrokken rol. De nieuwe peoples managers werden niet langer alleen beoordeeld op hun organisatorische kwaliteiten, maar moesten ook inspirerende en motiverende capaciteiten tonen. Deze nieuwe vormen van management vonden ook hun doorgang in andere sectoren, zoals de zorg, het onderwijs en de politiek.

Democratische dictatuur

De huidige manager is nog altijd een combinatie tussen de oude beheerder van productie en controle en de geüpdate invulling als participerende motivator en coach. Deze enigzins tegenstrijdige combinatie van de manager als enerzijds een symbool van authoriteit en anderzijds als meewerkende motiveerder binnen een steeds meer gedemocratiseerde werkomgeving roept de vraag op welke rol in de toekomst voor hem of haar is weggelegd. Managers zijn doorgaans honkvast. Waar ze juist in huis worden gehaald om te “innoveren”, houden ze vooral vast aan de werkwijzen die zich al bewezen hebben.  Dit terwijl een manager een bedrijf eigenlijk zo efficiënt zou moeten maken dat ze hem of haar niet meer nodig hebben. Toch blijft het aantal bestuurslagen en dus het aantal managers groeien.

Als gevolg van zijn eigen ervaring binnen zijn familiebedrijf meent schrijver en ondernemer Ricardo Semler de oplossing in huis te hebben. Hij stelt voor dat de manager een stap terug doet en de werknemers te  'emanicperen' door hen de dagelijkse leiding over het bedrijf te laten nemen. Hierdoor wordt de manager bevrijd van zijn strijd om de controle te houden over dagelijkse praktijen en krijgt hij zijn handen vrij om het grote plaatje te overzien en daadwerkelijk te innoveren. De vraag is in hoeverre bedrijven bereid zijn, of zelfs in staat, om de slag te maken naar nieuwe vormen van management die definitief afrekenen met de 19e eeuwse hiërarchische invulling en de weg openen naar een werkelijk democratische en innovatieve werkomgeving.    

Tags

Reageren

Reacties

Na begin 2015 geïnspireerd te zijn door een uitzending van VPRO Tegenlicht, heb ik op basis hiervan een infographic met samenvatting gepubliceerd middels een blog over de evolutie van management. Deze wil ik graag met delen. https://visueelhr.wordpress.com/2016/01/25/visie-op-de-evolutie-van-mana...