De Wilde Non

In de nachtelijke duisternis verscheen de Wilde Non. Ze verleidde hem haar te volgen. Ze droeg een donkere kap en een lange mantel. En verder niets. Hij kon de verleiding niet weerstaan. Een onzichtbare kracht deed al zijn voorbehoud dat hij even had bij de ongenode komst van deze mysterieuze lieflijkheid verdwijnen. Hij probeerde haar te spreken, maar ze glimlachte en nam zijn hand stevig in de hare. Hij ontdekte dat er geen noodzaak was te praten, zij communiceerde woordeloos.

Ze leidde hem door een deur die hij niet herkende en zachtjes stegen ze op in de koele avondlucht. Hij was verbaasd en verontrust dat hij aan het stijgen was. Het voelde helemaal niet koud.

Boven Amsterdam en Den Haag

Opnieuw werd hij bezorgd toen ze over een aantal hoge bomen vlogen. Ze vertelde hem snel haar hand stevig vast te houden en niet bang te zijn. Zijn angst verminderde en de non met de kap om haar hoofd nam hem mee, hoger en hoger naar de fonkelende sterren die het landschap ver beneden hen belichtten.

Het heldere maanlicht streek neer op donkere golven en opeens was er het begin van een kust met lange gangen van glinsterend verlichte paden. De golven speelden met elkaar in vreugdevolle harmonie, dansten op de maat van nog nooit gehoorde ritme’s, dat alles onder de regie van de machtige maan.
Hij was opgewonden en voelde zich zo licht als een veertje. Zijn gedachten waren niet langer die van een normaal persoon, maar leken onderdeel te zijn van een universele begripvolle wereld.

Hij keek naar beneden, tussen de voorbij ijlende wolken diep beneden door. Hij zag de wildgroei van een groot stedelijk gebied met lange lijnen, die gemaakt leken te zijn om een stad te omcirkelen. Het leken wel grachten.
Instinctief wist hij dat het Amsterdam was, de visie verdween even snel als hij gekomen was. Seconden later zag hij een enorm kloppend hart in de kleuren van de regenboog. Het hing boven elegante daken. Het loste snel op in duizenden fragmenten. Hij voelde een hevige steek van emotionele pijn in zijn borst.     

Wat was dat?’ vroeg hij geschrokken en verward, terwijl hij naar haar opkeek. Zonder naar hem te kijken fluisterde ze ‘Wees niet bezorgd, het is Den Haag.  De stad die ervoor zorgde dat je hart dat ooit liefhad werd bedrogen en gebroken in oneindige splinters van verdriet.
In een gevoelloze stilte bleven ze vliegen over immense afstanden.

In het land van de Aestii

Tijd bestond niet. Het enige dat hem opviel was dat ze langzaam leken te dalen. De non keek hem aan en glimlachte toen ze een enorm bos naderden dat zover hij kon zien al het land bedekte.
Waar zijn we?
’ vroeg hij de non.
Hij hoorde haar antwoorden ‘In het Mystieke Woud, in het land van de Aestii.’  

Ze gingen lager en lager, hij kon bijna de boomtoppen raken. Hij rook de penetrante geur van verse dennen die zich lieflijk uitrekten om de gasten uit de lucht welkom te heten. Plotseling zagen zij aan de rand van het bos een stevig gebouwd houten huis,  zeventiende-eeuws leek het wel. In een oogwenk stonden ze voor de hoofdingang.

Wat is dit voor een gebouw?’, vroeg hij. De non antwoordde zonder naar hem te kijken ‘Het Piratenhuis’. Voordat hij de kans kreeg meer vragen te stellen, was ze verdwenen. Zonder dat iemand hem gewaarschuwd had bevond hij zich in een slaapkamer van dit vreemde oude huis.

Droom ik?’ dacht hij, liggend op een bed dat hij niet herkende. Het was geen echtelijk bed, maar ook geen eenpersoonsbed, maar iets er tussenin. Het had een grote decoratieve luifel zoals rijke families die in vroege eeuwen vaak hadden.

Hij lag hoog op het bed met zijn hoofd op een groot geborduurd kussen. Alleen het onderste deel van zijn lichaam lag tussen de zuivere witte lakens.
Hoewel hij naakt leek te zijn, voelde het niet koud. Het was comfortabel. Hij was ontspannen en hel kalm.
De kamer was donker, op een zacht diffuus licht rond het bed na. Dat licht kwam niet van een zichtbare bron. Hij kreeg de indruk dat het licht weerkaatst werd door spiegels die hij niet kon zien.
Toen zijn ogen aan het zachte licht begonnen te wennen, zag hij recht voor zich een groot goud-ingelijst geschilderd portret van een man, die gelet op zijn hoofddeksel, leek op een paus. Zo’n schilderij had hij nog nooit gezien. Het gezicht was opgezwollen met enorme onvriendelijke ogen die hem fel aanstaarden.
Hij wist dat het een paus was, maar deze had een zeer lange neus. Die, hoe langer hij ernaar keek,  leek te groeien en vervolgens te krimpen.   

Raveparty in het Vaticaan

Wat is dit? Ben ik gek aan het worden? Wie is die man? En wat is er mis met zijn neus?’ mompelde hij bij zichzelf.

Een stem uit het donkere deel van de kamer antwoordde zachtjes. ‘Het is een paus!. Herken je hem niet?
Zonder een spier te vertrekken, antwoordde hij zonder veel overtuiging. ‘
Nou ja! Nu je het zegt, ik denk dat ik hem herken. Maar waarom heeft hij zo’n lange neus?’
Haar stem kwam dichter bij zijn oor. ‘Je kent het verhaal van Pinokkio; welnu dat gaat over de paus. Als hij spreekt verandert zijn neus, afhankelijk van wat hij zegt. Hij zegt heel veel, dus zijn neus is altijd in beweging.

‘Waarom hij hier is? Nou, hij is nieuwsgierig naar alles wat ik doe!’
‘Hij is verliefd op mij, en volgt me overal in het universum. Het is nogal saai vaak, vooral omdat ik jou nu heb gevonden. Ik ontmoette hem lang geleden op een rave party in het Vaticaan en ik krijg hem niet meer van me afgeschud. Het arme schepsel. Hij is geobsedeerd en noemt me zijn Wilde Non!
Maar maak je geen zorgen, ontspan, ik zorg ervoor dat hij verdwijnt.’

Toen ik met mijn oog knipte was het schilderij verdwenen.   

Een rave party in het Vaticaan?’ herhaalde hij ongelovig.
Natuurlijk, wist je dat niet?’ antwoordde zij. ‘
Er gaat niets boven een Vaticaanse party om de geest op gang te krijgen. Het heeft iets speciaals!
Al die wierook in de lucht. De fantastisch gezongen Gregoriaanse muziek en de Jezuieten en de nonnen die losbandig dansen op het pulserend ritme van de Vaticaanbeat terwijl ze hun haren wild in het rond slaan. Het is niet alleen wild. Het is Magie! Onbeschrijfelijk!’
En dan die lange, prachtige, fantastisch er uitziende Zwitserse Garde, gekleed in de kleding van 
designer Michelangelo!
Ik vind ze echt aantrekkelijk. Heel sexy. Vind je niet?’   

Fysieke perfectie van een zwaan

Voordat hij kon spreken verscheen zijn gezelschapsdame opnieuw, uit de duisternis. Maar ze droeg dit keer niet meer haar kap en mantel.
Hij zag nu dat ze een lange, mooie vrouw was met de verfijning van een klassieke ballerina en de fysieke perfectie van een zwaan.
Ze glimlachte naar hem en keek in zijn ogen. Haar blonde haren leken nonchaleant slorig te zijn, als ze net op onverklaarbare wijze wakker was geworden.
Haar haar veranderde voortdurend van kleur. Van blond naar bruin en Venetiaans rood> een continue verandering van tinten zoals in pulserend neonlicht.

Hij voelde zich heerlijk comfortabel, veilig als in een droom. De sfeer voelde natuurlijk terwijl de bedwelmende aanwezigheid van deze sensuele schoonheid dichterbij kwam. Ze droeg een lange, eenvoudig ontworpen jurk van zijde of satijn. In het zachte licht was de kleur niet te zien. Het kon koraal of wit zijn geweest.

De jurk werd niet door een ceintuur bij elkaar gehouden. Het was open. Het zag dat ze ook naakt was. Haar borsten bewogen en haar slanke elegante lichaamscontouren waren onder de stof die ze droeg duidelijk te onderscheiden. Vreemd genoeg had hij het gevoel dat hij door haar lichaam heen kon kijken, als een reflectie van een spiegel.    

Nog steeds glimlachend ging ze naar het bed, boog zich naar zijn hoofd, kuste zijn lippen, eerst zacht, vervolgens meer hartstochtelijk. Gewekt uit zijn droomtoestand, reageerde hij op haar kussen en trok haar naar zich toe.
Zachtjes bracht hij zijn handen achter haar nek en hoofd en ging met zijn vingers door haar donkere lokken. Hij hoorde haar zuchten en voelde een golf van passie en verlangen in zijn ontwaakte ledematen opkomen. 

Ze trok de lakens opzij en gleed moeiteloos in bed naast haar gewenste minnaar. Hij voelde de enorme warmte van haar lichaam en de zijde-achtige textuur van haar huid en ademde de bedwelmende en heerlijke geur in van haar vrouwelijke essentie.
Hun zoenen, eerst langzaam dan diep, werd sneller. Een onweerstaanbare kracht van verlangen nam hen in bezit. Haar handen waren druk bezig met het verkennen van zijn lichaam. Met haar verfijnde touch kreeg ze hem in extase.  

Hoe heet je?

Plotseling verdween ze als in een schaduw en even plotseling was ze er weer en dan was ze weer weg. Hij was verbaasd over deze transformatie, maar was machteloos, zo bedwelmd was hij door zowel haar echte als haar schaduwpersoonlijkheid, die als elkaars spiegelbeeld opdoken.
Haar borsten waren mooi. Via zijn verscherpte zintuigen riepen ze onbeschrijfelijke gevoelens op.
Gedurende hun intimiteit veranderde ze steeds van echt naar schaduw. Haar opgewonden ademhaling 
vermengde zich met onbegrijpelijke woorden en hartstochtelijke zuchten, soms fluisterde ze zacht, soms meer aards in zijn oren.
Ze beefde, huiverde, en enkele seconden later ervoer hij ook dezelfde uitbarsting van passie die hem verbijsterden liet hijgen van vreugde.
Het heerlijke gevoel van opluchting dat zij hem liefdevol had gebracht deed hem bijna huilen.

Hoe heet je, alsjeblief, wat is je naam?’ kreunde hij zachtjes.
Mijn naam is voor altijd gegraveerd in je hart’, antwoordde zij.

Ze rustten een tijdje, raakten elkaar nog aan. Opnieuw begonnen aan het liefdesspel. De wilde non, nu slechts als schaduw, nam de controle en bracht hem en hun passie tot onmogelijke hoogten van fysiek genot. Zij brachten elkaar tot een sensueel niveau dat hij nog nooit had meegemaakt.
Verstrengeld in elkaars armen vielen hij en haar schaduw in een diepe zalige slaap.    

Toen hij wakker werd riep hij ‘…’ en strekte zijn arm uit om haar aan te raken. Maar er was alleen lucht. Ze was opgelost als een schaduw.

Hij keek teleurgesteld op en rond, ze was nergens te bekennen. Hij was weer terug in zijn eigen bed. Het was allemaal een droom. Was ze er echt geweest?
Maar het was ook echt, het is gebeurd.’riep hij luid. 

Nagelkrassen

Hij voelde een branderig gevoel op zijn neus. Toen hij erop wreef ontdekte hij tot zijn schrik dat die veel groter en langer was geworden. 

Hij werd bang, ging zweten en voelde paniek opkomen. Plotseling zat hij rechtop. Hij kroop uit zijn bed en struikelde, nog steeds naakt, naar de badkamer waar hij zijn gezicht met koud water bespatte. Licht rillend en bevend keek hij aandachtig in de grote spiegel. Hij was geschokt hoe moe en uitgeput hij eruit zag, maar de grootte van zijn neus was weer normaal en het brandende gevoel was weg.
Tot zijn verbazing zag hij vlekken over zijn hele lichaam. Snel draaide hij zijn rug naar de spiegel. Er waren lange nagelkrassen, vlekken en strepen bij zijn zij en rug. Terwijl zijn hersens tekeer gingen, hoorde hij duidelijk keelklanken van een mannenstem, die om hem lachte, maar daarnaast ook de zachte vrouwelijke klanken van zijn geliefde die zachtjes tegen hem giechelde en fluisterde.
Toen hij geschokt en verrast wegliep van de spiegel, stapten zijn blote voeten op iets zachts. Hij keek: het was de mantel van de Wilde Non.      

Einde van het verhaal

Noot: ‘het land van de Aestii’ was de naam die de Romeinen aan het huidige Estland hadden gegeven!

Credits: painting 1, Aire door Ose del Sol

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0