Struinen door het Haagse Statenkwartier

Afgelopen zondag was ik in de Levie Lassenzaal van het Museon. Daar werd het boek ‘Struinen door het Statenkwartier’ officieel gepresenteerd. In het boek staan negen ontdekkingsreizen door het Statenkwartier.

Dit jaar viert het Statenkwartier een jubileumjaar. Het kwartier bestaat 100 jaar en het boek is een van de hoogtepunten van de viering van het jaar. Jacintha van Beveren vertelde dat zij het eerste idee kreeg naar aanleiding van het verschijnen van het boekje ‘Op de golven van de stad. Een ronde langs de Amsterdamse School’, een boekje met een fietsroute langs de Amsterdamse School gebouwen in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam.

Maarten Ruijters wilde graag mee doen. Vervolgens kwam Karel Wagemans erbij die al verhalen geschreven had over mensen die in het Statenkwartier wonen en gewoond hadden en Francis van der Hout die wandelingen voor expats in de buurt organiseerde maakte het kwartet vol. 

Rotterdamse handelslieden en Indisch-gasten

We zien een filmpje over het 100 jarig jubileum. Maarten Ruijters: ‘Eind 19e eeuw werd er besloten een nieuwe wijk te bouwen tussen Duinoord en de Haven van Scheveningen. De eerste naam was ‘Nieuw Scheveningen’. Het werd voortvarend aangepakt en in 1915 was het voltooid. Het was een wijk geworden met prachtige panden, ruime pleinen en lange lanen. De nieuwe bewoners kwamen overal vandaan. Veel Rotterdamse handelslieden en ook veel ‘Indisch-gasten’.  Je rook vaker de geur van trassi dan van boerenkool. Veel bijzondere personen woonden en wonen in de wijk waaronder de nodige schilders, schrijvers en politici. Tegenwoordig is de wijk voor meer dan 40% bevolkt door zogeheten expats’.

De makers

Hij ging in op de mensen die het Statenkwartier geschapen hebben, te beginnen met de stedenbouwer en bouwondernemers.

  • Isaac Lindo, stadsstedenbouwer van Den Haag. Hij hield niet van een rechtlijnig stratenpatroon;

  • Adriaan Goekoop, bouwondernemer. Hij woonde in ’t Catshuis. Was tevens amateurarcheoloog. Zijn vrouw was een bekend feministe. Hij kocht de grond van het duingebied en gaf mede vorm aan het plan.

Daarna een heel rijtje architecten.

  • Nicolaas Molenaar. Tekende huizen in de renaissance-stijl en later meer Jugendstil, bijvoorbeeld in de Statenlaan en Statenplein.

  • Lodewijk Frowein, gemeentearchitect. Ontwierp “De Sierkan” aan de Stadhouderslaan. Deed mee aan een prijsvraag voor de Amsterdamse Beurs aan het Damrak die werd gewonnen door Berlage.

  • Hendrik Pieter Berlage, zorgde voor een revolutie in de architectuur. Ontwierp de Villa Henny, het oudste gebouw van het Statenkwartier. Berlage liet zich inspireren door de Italiaanse Renaissance en de middeleeuwse bouwkunst van Florence. Het Gemeentemuseum is zijn mooiste creatie.

  • Jan Willem Bosboom, de Jugendstil architect. Tekende in 1907 Huize Ruimzicht en Orania. Was ook ontwerper van het beroemde glazen pand aan de Denneweg 56 – oorspronkelijk de toonzaal van een smid – en Kettingstraat 29.

  • Zacharias Hoek, ontwierp het frivole neogotische gebouwtje aan de Eisenhowerlaan 130.

  • Lodewijk de Wolf, de art nouveau architect, woonde zelf in het pand Laan van Meerdervoort 215 gebouwd in 1903.

  • Hendrik Rutgers, ontwierp het woningblok Willem de Zwijgerlaan 56 -66. En ook De Arend aan de Frederik Hendriklaan, dat oorspronkelijk een hotel voor ‘Indisch-gasten’was.

  • Willem Greve, met woningen in de Van Beuningenstraat. Hij was gemeentearchitect en tekende onder meer woningen in Duindorp. Ook de uitvinder van het ‘korrelbeton’.

  • Jan Duiker, innovatief architect, bekend van Het Nieuwe Bouwen. Bekend ook van Sanatorium Zonnestraal in Hilversum (op de UNESCO Werelderfgoedlijst) en de Nirwanaflat. Tekende een pand op de hoek van de Johan van Oldenbarneveltlaan en Doornstraat.

En vervolgens de mensen die het ‘echt deden’: de metselaars, de timmermannen en tekenaars.

  • Met als representant Cornelis Kwakkenbos, metselaar.

     

Eerste exemplaar

Tomas Ross kreeg het eerste exemplaar van het boek aangeboden. Koen Baart, voorzitter van het wijkoverleg gaf hem het voorstel dat hij, in navolging van de Haagse thrillerschrijver Pim Hofdorp, eens een boek over het Statenkwartier zou schrijven, ook een thriller met bij voorkeur als hoofdpersoon een zwaarlijvig type, een voormalige BVD-directeur. Ross riposteerde dat hij al vaak over het Statenkwartier had geschreven. Al achttien jaar woonde hij aan de Johan van Oldenbarneveltlaan – het kwam zelfs in het boek Struinen aan de orde. En ook zijn ouders hadden aan dezelfde laan gewoond.

Hij vertelde nog enige interessante dingen. In de jaren dertig – de crisistijd – begonnen zijn ouders met een rusthuis. ‘De Scheveningseweg en omgeving stond er vol mee van.’  En daarnaast nam zijn vader een baan bij de politie. In ’42 –’43 werd het huis van de familie ontruimd en verhuisden ze naar Goeree Overflakkee, het Zeeuwse eiland waar ook Salomon van Oss geboren was, de oprichter van de Haagsche Post. Ook een bewoner van het Statenkwartier. Hij gebruikte zelfs het pseudoniem Johan Goerée d'Overflacquée. Toen de oorlog voorbij was begon vader Ross in het Carlton Hotel – nu afgebroken – een dienst die later de BVD zou worden.        

Prins Hendrik

Er waren meer illustere Statenkwartierders. Bijvoorbeeld Hans Borrebach, een illustrator van meisjesboeken, maar ook een pornografisch tekenaar. ‘De gordijnen van zijn huis op de hoek Frankenslag en Scheveningseweg waren altijd dicht.’ In de Van Beuningenstraat woonde Willy van der Heide, auteur van de Bob Evers reeks, die Ross helemaal gelezen had.  

Als hij vier grote schrijvers uit Den Haag / Statenkwartier zou moeten noemen waren dat Ivans, Nederlands eerste detectiveschrijver, Hans Borrebach, Pim Hofdorp en Robert van Gulik, de auteur van de Rechter Tie romans. ‘Tegenwoordig zijn hun boeken niet meer leesbaar.’ Ook Pisuisse, de zanger en cabaretier woonde in het Statenkwartier. Prins Hendrik kwam ook graag in de wijk. Hij ging dan naar een zekere ‘Mien’ aan de Van Oldenbarneveltlaan, niet zijn eigen Mien. Prins Hendrik bezocht ook vaak een huis aan de Nieuwe Uitleg, naast het huis waar Mata Hari had gewoond. Zogenaamd ging hij er pianoles nemen. Maar Hendrik kon helemaal geen piano spelen. Het pand was dan ook niet het onderkomen van een pianoleraar, maar een bordeel. ‘Het Statenkwartier had vele prachtige bordelen. Er is er nog maar een over.’ 

De Chinese affaire

In de wijk speelde zich ooit een spannende affaire af, ‘de Chinese affaire’. Een Chinees die in de Adriaan Goekooplaan logeerde wilde een geheime uitvinding doorverkopen aan de BVD en de CIA. Hij had de uitvinding in een pakje verstopt en liep ermee naar zijn afspraak op een plein midden in het Statenkwartier. Kennelijk waren andere Chinezen erachter gekomen want, eenmaal aangekomen, werd hij aangereden door “the tigers”. Een ambulance nam de zwaar gewonde man mee naar het Rode Kruis Ziekenhuis. De tigers, acht killers, kwamen daar achter, reden naar het Ziekenhuis, gingen naar binnen en sleepten de man met hen mee naar de Chinese Legatie. Daar werd hij afgemaakt. Het was groot nieuws in de wereldpers, het kwam op de voorpagina van The New York Times. Link van Bruggen heeft er nog een boek over geschreven. 

Wat Thomas Ross betrof konden er naast de negen beschreven routes van Struinen in het Statenkwartier nog twee bij: de Spannende Affaires Route en de Bordelenroute.

Koen Baart dankte, namens het wijkoverleg, Tomas Ross en natuurlijk de vier auteurs. Ze kregen allen een bloemetje. Francis van der Hout ten slotte kondigde aan dat Maarten Ruijters op 14 april in het Museon een lezing ging geven en ook op 20 april was er lezing, over Het Nieuwe Bouwen. Voor het najaar was er een Glas-in-Lood in het Statenkwartier avond gepland.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0