Marjolijn van den Assem - "Ik ga er met plezier aan kapot"

“Leven doe je maar een keer,” zegt de Rotterdamse beeldend kunstenaar Marjolijn van den Assem. Haar kunstenaarschap vervult ze met even veel passie als haar oma-zijn en de manier waarop ze Nietzsche probeert te doorgronden. De schilderijen en tekeningen van haar hand barsten van de levensenergie, ze dansen, ze zijn doortrokken van een zinderende poëzie.

De kleinkinderen mogen om de beurt mee op reis. Kleindochter Faye zei een poos geleden: "Ik wil de Nietzsche-weggetjes lopen." Marjolijn: "Ik was zo ontroerd. We hebben ze gelopen." Ze pakt het boek ‘de taal van de dooiwind’, haar levenswerk, zoals ze het zelf noemt, met tekeningen naar aanleiding van de reizen die ze maakte in het spoor van Nietzsche. Ze slaat het open: “Mijn tekeningen zijn reisverslagen. Als ik ernaar kijk beleef ik het weer. Kijk, hier liepen we. Daar is een bruggetje. Die bloemen die hebben we daar gezien. Uit deze reis zijn ook weer tekeningen voortgevloeid. Bij de afbeelding van deze tekening in het boek staat collectie Faye Veldhuizen van Zanten. Daar is ze apetrots op.“

Roze blokken

Als kind speelde Marjolijn het liefst met roze blokken aflopend van groot naar klein. Op een dag was het kleinste blokje zoek. De nonnen op de kleuterschool zeiden dat zij het kwijt had gemaakt. Maar dat was niet zo. Ze mocht niet naar huis voordat ze het blokje had gevonden. Haar moeder zei: “Als Marjolijn zegt dat ze niet gedaan heeft, dan is het zo. En nu gaat ze mee maar huis.” Telkens als Marjolijn langs de strenge bakstenen gevel van de school rijdt, – en dat is niet zo vaak, alleen als ze iemand ophaalt van het station -, moet ze aan het voorval denken. Ze heeft er een groot gevoel voor rechtvaardigheid aan overgehouden. “Ik zou actie kunnen voeren tegen scholen, weet je dat?”

Ze was een blijmoedig kind, tenminste dat zeggen haar ouders. Vrolijk. In de pubertijd veranderde dat. Ze werd verlegen. Teruggetrokken. Ze sloot zich op in haar kamer. In die beslotenheid las ze filosofie en poëzie. Ook schreef ze dozijnen dagboeken vol. Veel oog voor het kunstzinnige in haar hadden haar ouders niet. “Maar, ze hebben me met rust gelaten. Dat wel. En daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor. “

Thuis

Op haar achttiende ging ze naar de kunstacademie. Het was thuiskomen. “Want daar zaten allemaal types zoals ik. Er was vrijheid. Mijn kunstenaarschap werd erkend.” Ze kreeg verkering met Victor Veldhuijzen van Zanten, een bouwkundestudent met wie ze nog steeds heel gelukkig samen leeft. Het eerste kind kwam al vroeg, toen ze nog op de academie zat. Het was heel gewenst. Voor haar gevoel was ze wel in een klap lichtjaren verder dan haar medestudenten. Ze verliet de academie en vond werk als illustrator bij Stichting Public Relations Land- en tuinbouw. De ene week illustreerde ze de spruiten de andere de aardappelen. Prima vond ze het. Zo kon ze in haar onderhoud voorzien terwijl Victor nog studeerde. Ze werkte in een kast onder de trap, waarvan het bovenste deel van de deur open was. Vanuit haar schuilplaats kon ze de kinderen horen, maar toch betrekkelijk ongestoord haar gang gaan. Daarbuiten werd de boel afgebroken. Binnen heerste rust en concentratie. Orde.

In het spoor van Nietzsche

Op haar dertigste overkwam haar het 'geluk' dat ze in aanraking kwam met Nietzsche. Ze las 'Ecce Homo'. Het was geschreven op de rand van de gekte maar ook vol zelfvertrouwen. Volkomen onconventioneel, poëtisch, afgrondelijk. Het trof haar dat hij zich voortdurend ter discussie stelde, zich voortdurend tegensprak. "Het waaghalzig denken." Hij vroeg zich af wat het is om iets te willen, wat drijfveren zijn. Na 'Ecce Homo' kon ze niet meer stoppen met lezen. Ze las en herlas al zijn werken in oud en hedendaags Duits en in allerlei vertalingen. Ze ging op zoek naar waar ze het dichtst bij de betekenis kon komen. Wat is er achter de woorden? Nietzsche had het over de taal van de dooiwind. Hij sprak van het baldadig tedere. "Het  bal-da-dig te-de-re." Het waren woorden die lang zouden na-echoën. 

Ze reisde naar de plekken waar zijn woorden zijn ontstaan. Ze zat aan de oever van de rivier de Saale bij Naumburg waar Nietzsche opgroeide en sprong zelfs in het kolkende water om er deel van te kunnen zijn. Ze wandelde in de bergen, deed stapsgewijs vergeljkbare indrukken op die de grote negentiende-eeuwse denker opdeed. Ze identificeerde zich met de watervallen in Sils Maria in Zwitserland en zette zich er tegen af. Ook bezocht ze net als Nietzsche het "wellustig gele" Genua.

Aan de gang

Terug in haar atelier gebeurt waar het eigenlijk om draait: het denkbeeldig reizen. Er volgt een dagenlang "oplaad-proces", meestal lezend en schrijvend. Dan komt het moment dat ze tot autonome kunst komt, waarin ze probeert het geheim van de natuur en de taal te ontraadselen. Het lukt nooit helemaal maar ze probeert er zo dicht mogelijk bij te komen. Dat gaat bijvoorbeeld zo: "Ik pak een fles inkt die ik over het papier uitgiet.” Ter illustratie springt ze overeind en maakt een bruuske maaibeweging met haar arm. Ze werkt op de grond met haar handen of met een Japanse kwast. Taal en indrukken trekken voorbij, terwijl de tekening of het schilderij zichzelf maakt. "Ik ben er deel van. Ik ga er met plezier aan kapot. Altijd probeer ik grenzen te verleggen. Altijd ben ik op zoek naar de essentie. Taal en beelden wil ik door het werk heen rijgen. Af en toe werk ik in de natuur. Daar heb ik mezelf lang geleden door een vriend toe laten dwingen. Ik ging sputterend met hem mee. Ik vond het niks buiten. Maar ik heb er alles geleerd. Alles. Soms kom ik uit de natuur met een werk. Dan denk ik mooi. Mooi. Maar het is niet genoeg. Dan wil ik er toch in snijden. Mezelf erin plaatsen. Ze pakt een rond gevouwen kleurrijk landschapje. Ze heeft er een uit papier geknipt stoeltje in geplakt. "Dat ben ik, dat stoeltje, dat is mijn zelfportret.” 

“Zonder mijn werk was ik in een gesticht geëindigd. Dat zeker. Mijn werk is mijn leven. Door Nietzsche ben ik ontdooid, ontplooid, ontvouwd. Ik ben een stuk verlegenheid kwijtgeraakt. Ik ben medemenselijker geworden. Nooit helemaal natuurlijk. Kijk, zie je die twee grendels op de deur van mijn atelier. Eigenlijk werk ik nog steeds in de kast.”

Nieuwe inspiratie

Hoe gepassioneerd ze ook over haar queestes naar Nietzsche praat, -'Nietzsche is mijn methode geworden' -het is beslist niet het enige wat telt. Een leven zonder de grote denker kan ze zich dan ook best voorstellen. De nieuwe media interesseren haar hevig. Ze maakt razendsnelle iPad-drawings die ze naar iedereen stuurt die er belangstelling voor heeft. En ze is een fanatiek blogger. Het contact met volgers en collega-kunstenaars via de moderne media maakt de worsteling in het atelier minder eenzaam, ondervindt ze.

"Van het een komt het ander," zegt Marjolijn. Een tijdje terug stuitte ze op een brief uit 1802 van de dichter Friedrich Hölderlin aan een vriend. Hij deed hierin verslag van de voettocht van het zuiden naar het noorden. Hij beschreef het veranderende landschap en verbond dat met de 'beklemmende woelingen van zijn ziel'. Marjolijn begon de brief over te schrijven. Ze deed het vele honderde keren. Naar gelang haar gemoedstoestand, hield ze onderaan het vel meer wit over. Sommige keren had ze zoveel ruimte nodig dat ze dwars op het vel papier over de geschreven tekst verder schreef. De honderden beschreven vellen heeft ze met push-pins (punaises) op de kopse kant van haar atelier opgehangen. “Als je door je oogharen kijkt, is het een golvende beweging. Net water.” Hoewel de inkt nauwelijks droog was, gaf de directeur van Museum Gouda aan het werk te willen exposeren.

Stroomversnelling

Het lijkt alsof haar leven in een stroomversnelling is gekomen. De grote kranten duiken bovenop haar. Een tien meter lange tekening van haar hand hangt in het Nietzsche-Dokumentationszentrum in Naumburg. Museum Gouda heeft Marjoijn sinds veertig jaar gevolgd en regelmatig werk van haar aangekocht. Hieruit is de retrospectieve tentoonstelling '...as a stream grows older...' vanaf september 2015 voortgekomen. Ook het Rijksmuseum kocht twee tekeningen. "Daar ben ik zo trots op. Misschien ben ik toch wel goed, denk ik nu soms." 

Tentoonstellingen:

Marjolijn van den Assem - ...as a stream grows older… 
museumgoudA 22 september 2015 t/m 10 januari 2016

Functie / titel:
beeldend kunstenaar
Plaats geboorte:
Rotterdam
Sekse:
Vrouw
Woonplaatsen:
Rotterdam

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0