Dick Matena in Meermanno

Museum Meermanno eert striptekenaar Dick Matena (1943) met een grote tentoonstelling ‘Dick Matena, Getekend Leven’. Deze tentoonstelling laat aan de hand van ruim 200 originele tekeningen en schetsen, boeken en brieven, Matena’s veelzijdigheid , zijn ongelooflijk grote productie en zijn vernieuwingsdrift zien.

Dick Matena’s werk varieert van humoristische jeugdstrips tot controversiële strips voor volwassenen. Zijn meest vernieuwende invloed op de stripwereld ligt in zijn bewerkingen van Nederlandstalige literaire meesterwerken.

Ridder Roothart

Matena begon op zeventienjarige leeftijd bij de Toonder Studio’s. Marten Toonder onderkende al snel het talent van Matena en zette hem in voor zijn eigen dagstrips van Heer Bommel. De eerste strip die Matena onder eigen naam publiceerde, was Polletje Pluim. Bij een brand in de jaren zeventig bij de Toonder Studio’s gingen de originele pagina’s van deze strip op twee na verloren. Wat overbleef is te zien op de expositie.

Vervolgens werkte Matena voor de weekbladen Pep, Eppo en Mickey Maandblad, waarvoor hij De Argonautjes ( die nu opnieuw worden uitgegeven), Ridder Roothart, Grote Pyr, Kleine Pier, Dandy en Virl tekende. In de jaren zeventig maakte hij een carrièreswitch: hij begon realistisch te tekenen, eerst nog voor jeugdbladen, maar al snel voor een volwassen publiek, in tijdschriften als Gummi, Titanic en Comics.

De Avonden

Deze strips, onder andere ‘Amen’, ‘Mythen’ en ‘De prediker’, betekenden eind jaren zeventig zijn internationale doorbraak in Europa en in de Verenigde Staten, waar zijn werk onder meer werd gepubliceerd in Heavy Metal. In zijn volwassen werk tastte hij de grenzen af van zowel zijn eigen kunnen alsook van normen, waarden en moraal.

In 1988 begon Matena met bewerkingen van jeugdliteratuur. Voorbeelden daarvan zijn Kruimeltje, Dik Trom, Pietje Bell en het onlangs in boekvorm verschenen Afke’s tiental. Hierna richtte hij zich op de literatuur voor volwassenen en vond daarvoor zelfs een nieuw genre uit: een beeldverhaal met daarin de complete tekst van een roman.

Als eerste tekende hij op deze wijze De Avonden van Reve, gevolgd door klassiekers als Kaas en Het dwaallicht van Elsschot en Kort Amerikaans van Wolkers.

Bij de tentoonstelling is een rijk geïllustreerd magazine van 160 pagina’s verschenen met bijdragen van onder meer stripkenner Rob van Eijck. Tot en met 27 september.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0