De aantrekkingskracht van Europa: tolerantie uit eigenbelang?

We kunnen er moeilijk om heen: Europa wordt gekenmerkt als het culturele centrum van de westerse beschaving. Voortbordurend op het nalatenschap van de Grieken en Romeinen en het normen- en waardenpatroon uit de Joods-christelijke traditie. De vooruitgangsdrang is in Europa zelfs sterker dan traditie. Technologische ontwikkelingen genereren rijkdom en vrije tijd, en daarmee de financiering voor een hoge levensstandaard. Deze welvaart zorgt voor een grote aantrekkingskracht die Europa op niet-Europeanen heeft, al dan niet gebaseerd op een realistische perceptie van ons continent.

Vanaf de grote volksverhuizing na de val van het Romeinse Rijk is Europa een smeltkroes van verschillende stijlen en culturen. Bij het succesvol kerstenen van de laatste Germaanse stammen aan het begin van de middeleeuwen wordt een belangrijke bindende factor opgeworpen: het Christendom. Deze vorm van religie heeft (net als het Jodendom) als voordeel dat het vergaren van kennis als een belangrijke bezigheid wordt gezien, in eerste instantie binnen de muren van kloosters of abdijen.

Vrijheid boven al

Aanzwellende kritiek op het centrale bestuur in Rome zorgt in de zestiende eeuw voor het afscheiding van verschillende groepen Christenen. Met de Reformatie en de vertaling van de Bijbel in de volkstalen krijgt ook de directe educatie van het gewone volk een impuls. Opbouw en inzet van specifieke vakkennis zorgt voor een belangrijke economische impuls en voor emancipatie van de drager. Het protestantisme blijkt vanuit de sobere geloofsregels en een sterke handelsgeest een voedingsbodem te zijn voor de ontwikkeling van het kapitalisme. Kapitalisme streeft het vergaren van kapitaal na door het investeren in zaken die beoogde winst opleveren. Ook kapitalisme gedijt het beste bij technologische vooruitgang. Mede door het Christendom wordt de Renaissance en zelfs (onbedoeld) de Verlichting ingezet. De drang om in relatieve vrijheid te kunnen leven, te mogen zeggen wat je denkt en persoonlijk geluk na te jagen legt het fundament voor democratie en uiteindelijk voor het individualisme van vandaag de dag.

Groeiende welvaart

De mix van democratie, vrijheid en vooral welvaart hebben een enorme aantrekkingskracht op mensen van buiten het Europese continent. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw door middel van Amerikaanse investeringen is de Europese welvaart exponentieel gegroeid en is de aantrekkingskracht van Europa alleen maar groter geworden. Technologische vooruitgang heeft ook verdere mondialisering bewerkstelligd. De opkomst van de burgerluchtvaart heeft de afstanden tussen hoofdsteden korter gemaakt. Het verspreiden van het Europese ideaal via de media heeft een sterke beeldvorming tot ver buiten Europa gebracht. Mensen in Azië en Afrika zien wat zij graag willen maar niet hebben, de ongrijpbare rijkdom die in talloze Westerse reclames wordt tentoongespreid.

De welvaart in Europa maakte het in de jaren ´60 mogelijk om goedkope arbeidkrachten uit andere delen van de wereld in te vliegen en het overgebleven laagopgeleide werk te laten doen. Deze arbeidsmigratie als onderdeel van een economische migratie zorgt voor een Europa dat steeds multicultureler wordt. De Europese welvaartstaat en het ‘open` sociale klimaat is aantrekkelijk voor mensen van verschillende nationaliteiten. Verscheidenheid in religie en culturele achtergrond wordt niet meer als probleem maar als aanwinst gezien. Volgens het Europese ideaal moeten verschillende volkeren één worden, net als de smeltkroes van de grote volksverhuizingen na de Romeinse tijd.  

De crisis

Sinds het einde van de jaren negentig van de twintigste eeuw, waarin het economisch gezien voor de wind ging, is de psychologische voorspoed van Europa met het intreden van de economische crisis medio 2008 sterk afgenomen. De aanloop naar de bankencrisis door het door de overheid privatiseren van de markt is dramatisch verlopen. Controle over de financiële sector lijkt voorgoed verloren te zijn terwijl de overheid en de belastingbetalende burgers wel het tegenvallende resultaat mogen dragen. De overheid en het bedrijfsleven (vitale onderdelen van een economie) verliezen hiermee hun investeringsdrang, wat het creëren van nieuwe banen afremt en werkeloosheid tot gevolg heeft. De eerste mensen die hier mee te maken krijgen zijn de minderbedeelden, laagopgeleide arbeiders en nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Vooral die laatste groep is kwetsbaar. Jeugdwerkeloosheid is verspilling van nieuw talent, het creëren van diepe frustratie en daarmee een voorbode voor de toekomst. Migrantenkinderen met weinig sociale mobiliteit, netwerk en kapitaal zijn hier vooral het slachtoffer van. De aantrekkingskracht van het rijke Europa dat hun ouders dreef om het thuisland te verlaten resulteert voor hen in gebroken ambities en wrok. 

Immigratie en religie

Vooral de uitstraling van rijkdom lijkt een universeel communicerende waarde en daarmee een aantrekkingskracht op immigranten te hebben; velen komen hier naartoe op zoek naar een beter bestaan. Bij andere groepen speelt ook de vrijheid van gedachte en woord, de basis van de verworven rijkdom, een rol, bijvoorbeeld als ze uit landen komen waar geen vrijheid heerst.

Door het intreden van de crisis wordt pijnlijk duidelijk dat de Europese multiculturele samenleving nog steeds prematuur is en in zeker mate rust op de welvaartsstaat. Jongeren met een multiculturele achtergrond krijgen door gebrek aan netwerk en kapitaal meer dan gemiddeld met jeugdwerkeloosheid te maken. Irritatie en frustratie fungeren als gevaarlijke raadgevers. Een persoonlijke identiteitscrisis vergroot het risico dat er actief naar radicale denkbeelden gezocht wordt. Veel jonge moslims voelen zich zelfs bedrogen door hun nieuwe thuisland. Na een periode van gemeenschappelijke tolerantie begint de kritiek op hun marginale plaats in de samenleving te groeien doordat beoogde integratie is uitgebleven. Voor deze jongeren is de ‘beloofde’ persoonlijke welvaart vrijwel onbereikbaar geworden. De dagelijkse beïnvloeding door reclameboodschappen met luxe artikelen in het straatbeeld en via de media maakt ze onzeker. De roep om terug te keren naar een spiritueel en eenvoudig leven zoals beschreven staat in de Koran lijkt een oplossing.

De radicale islam is voor velen meer een uitvlucht dan een uitkomst. De keuze om te strijden tegen het Europese ideaal lijkt vooral uit frustratie geboren. Deze gedachtegang wordt nog eens versterkt door beelden van oorlog en onrecht in Syrië, Irak en Palestina. Ook de intolerantie tussen minderheden onderling groeit door jaloezie en het gebruik van eenzijdige denkbeelden. De Arabische wereld (en culturele oorspong van veel migranten) is versplinterd en op het gebied van sociale ontwikkeling en technologische vooruitgang schaamtevol achtergebleven. Een reden om te zoeken naar een gemeenschappelijke zonnebok om eenheid te smeden en de aandacht van de werkelijke problemen af te leiden. Het steeds verder uitdijende Europa en het stoïcijnse Israel zijn de gezworen vijanden. Hervorming van de Islam en de introductie van democratie zijn tot nader orde uitgesteld. 

Toekomst

De toekomst van de Europese Unie laat zich niet makkelijk voorspellen. Het idealistische denken van EU-bestuurders, de stugge wet- en regelgeving, gebrek aan inspraak en daarmee verlies van autonomiteit op nationaal niveau schept kritische kanttekeningen bij het succesverhaal van Europa als eenheid. Het ideaalbeeld van tolerantie en economische voorspoed blijft op nationaal niveau hangen bij het verdelen van kennis en rijkdom en daarmee het als nieuwkomer verkrijgen van een geïntegreerde positie binnen de samenleving. Gebrek aan selectiecriteria bij binnenkomst en de sedatieve werking van de verzorgingsstaat zorgen voor een zeer gebrekkige integratie en een marginaal bestaan van nieuwkomers. Het idee van tolerantie als basis voor vrijheid en welvaart kan op de schop. Niet tolerantie als ideaal, maar tolerantie om eigenbelang is sinds de Nederlandse Gouden Eeuw de basis voor handel en welvaart. Deze welvaart gedijt goed bij het continu aangaan van handelsbetrekkingen met nieuwe welvarende partners. Immigranten hebben in deze moderne maatschappij kans op werk als ze hoogopgeleid zijn, de taal spreken, een professioneel netwerk hebben en vaardigheden meebrengen. Door de technologische vooruitgang verdwijnen banen voor laagopgeleiden in rap tempo. Hiermee voor velen ook de kans op zelfstandigheid en integratie binnen de maatschappij.

De multiculturele samenleving en tolerante gedachtegang blijkt dus een product van welvaart en idealisme. De stellige politieke correctheid waarmee de EU-politiek nog steeds wordt bedreven zegt veel over de snelle veranderingen op mondiaal vlak en de remmende morele gedachtegang van de bestuurders. Europa bestaat alleen op papier uit een eenheid. In werkelijkheid bestaat het uit landen met een eigen cultuur en missie, opzoek naar verdere economische vooruitgang door middel van een stevige concurrentiepositie te creëren tussen de machtige economieën van Amerika en Azië in. De rol van de laagopgeleide immigrant als toegevoegde economische waarde voor de maatschappij lijkt daarmee voorgoed uitgespeeld. Kennis, flexibiliteit en mobiliteit vormen de eisen voor de professionele arbeider van de toekomst. Een groot probleem voor de huidige vluchtelingencrisis, want de aantrekkingskracht van de Europese rijkdom zal blijven bestaan.

Tags

Reageren