De keizer die niet kwam

Tijdens zijn tocht van Den Helder naar Amsterdam op 17 oktober 1811 reisde hij via Alkmaar. De Alkmaarse notabelen hadden eigenlijk gerekend op een overnachting van de keizer en dan al een paar dagen eerder, op de heenreis van de keizer naar Den Helder, maar werden zwaar teleurgesteld.

Nanning van Foreest van Petten, maire (burgemeester) van Alkmaar en Gijsbert Fontein Verschuir, onderprefect van het Departement van de Zuiderzee zijn geheel gereed op 15 oktober om Napoleon in stijl te ontvangen. Fontein Verschuir rijdt zelfs naar Beverwijk om de keizer tegemoet te gaan en hem een deel van de reis te kunnen vergezellen. Groot is de teleurstelling als hij daar verneemt dat de keizer een andere route naar Den Helder heeft genomen. Onmiddellijk spoedt hij zich naar Den Helder om de keizer daar op te wachten.

Teleurstelling

Op 17 oktober blijkt dat de keizerlijke van Den Helder naar Amsterdam wel via Alkmaar zal gaan. Dit betekent echter dat de keizer vanaf de andere kant de stad zal naderen dan eerder gedacht en de ereboog snel moet worden verplaatst van de Kennemerpoort naar de Friese Poort (beide poorten bestaan niet meer). Ook wordt de dijk in haast versierd met bogen, die met slingers van groen aan elkaar worden verbonden.

Fontein Verschuir is er klaar voor en heeft zelfs een duur ledikant met wit damasten gordijnen uit Amsterdam laten komen – hij rekent op een keizerlijke overnachting in zijn huis (De Dieu; genoemd naar de architect Carel de Dieu) aan de Langestraat – en heeft daar een tafel laten dekken waaraan zestig (!) personen kunnen aanzitten. Speciaal voor het hoge bezoek heeft de gemeente een vergulde stadssleutel laten maken.

Al om acht uur die ochtend begeven burgemeester en gemeenteraad, voorafgegaan door muziek en begeleid door geestelijken en de Nationale Garde, zich buiten de stad om de keizer daar op te wachten. Tegen half elf komt er een koerier die meldt dat Napoleon (voorlopig) niet komt, het gezelschap druipt af. Plotseling verschijnt om twaalf uur Fontein Verschuir vanuit Den Helder met de heuglijke mededeling dat de keizer binnen een uur in Alkmaar zal zijn. Het wordt één uur, geen keizer. Het wordt twee uur, nog niets. Men blijft hardnekkig wachten, drie uur, nog steeds niets. Totdat om vier uur Napoleon toch eindelijk aankomt bij de Friese poort. Zo lang gewacht, maar eindelijk wordt de belofte ingelost. Of toch niet?

Nauwelijks. Napoleon neemt nog net de stadssleutel aan (die nu te bewonderen is in het stadhuis van Alkmaar), de maire kan nog snel enkele welkomstwoorden uiten, maar de keizer verlaat geen moment zijn koets, slaat het aanbod te blijven overnachten af, rijdt de stad in naar de Houttil, om de paarden te verwisselen, en vertrekt weer, om via Beverwijk en Bloemendaal terug naar Amsterdam te gaan en in het Paleis op de Dam te overnachten.

De geestelijken stonden voor het stadhuis, alwaar zij wel een rijtuig voorbij zagen snellen, maar zonder te weten dat de keizer daarin zat. Hen ziende, moet hij, naar beweerd wordt, een kleine buiging voor hen gemaakt hebben. Daarna kwam Verschuir aansnellen, die van spijt de tranen uit de ogen moest wissen en zeide: “Vrienden gaat naar huis, de Keizer is al gepasseerd.”

Het was één grote teleurstelling. Er werd die avond door sommige burgers nog wel speciaal ‘verlicht’, maar van gemeentewege liet men de geplande ‘illuminatie’ voor wat het was. Tot overmaat van ramp kreeg men die avond ook nog 500 man cavalerie binnen de stad, die er aardig wat onrust aanrichtten.

Alkmaar op de Arc de Triomphe

Ten tijde van de Franse overheersing had Alkmaar de zorg voor de inkwartiering van soldaten. Alkmaar had maar liefst 9 kazernes, met voorzieningen zoals paardenstallen, een militair ziekenhuis en een kruitmagazijn. Als vesting speelde het feitelijk geen rol, omdat de stad ver buiten de verdedigingslinies lag, maar men had wel de plicht de vesten te onderhouden. In 1799 werd in de Overeenkomst van Alkmaar een eind gemaakt aan de invasie door de Engelsen en Russen. Dit feit wordt herdacht op de Arc de Triomphe in Parijs, die Napoleon in 1806 liet oprichten als eerbewijs aan het Franse leger. ‘Alkmaer’ staat naast andere plaatsen waar Napoleon heeft getriomfeerd, als blijvende herinnering aan de overwinning in Noord-Holland.

Jaar:
1811
Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0