Bethlehemkerk (Zwolle)

Horizontal tabs

Beschrijving

De Bethlehemkerk is een tweeschepige gotische hallenkerk, die geheel door gemetselde gewelven wordt overdekt. De kerk is de voormalige kapel van het augustijner klooster Bethlehem. Het gebouw bestaat uit een hoofdkoor van twee rechthoekige vakken en een wat smaller driezijdig gesloten eindvak, een zuiderzijkoor van twee rechthoekige vakken, en een tweebeukig schip. De hoofdingang, die met het venster daarboven wordt omlijst door een geprofileerde bakstenen spitsboog, bevindt zich in de westelijke gevel van de noorderbeuk. De kerk heeft twee evenwijdige, met leien belegde kappen. Dat het schip aan de noordzijde geen steunberen heeft, is ongetwijfeld het gevolg van het feit dat het aan die zijde door het winterpaleis van de familie Van Ittersum was ingesloten.

Graven en grafstenen

In de kerk bevindt zich een groot aantal rijke grafstenen en een aantal adellijke grafkelders. De grafkelder van de adellijke familie Van Ittersum is open gelegd. Via een glasplaat kan men een kijkje nemen in deze grote grafkelder die waarschijnlijk al in de 16de eeuw is aangelegd. In de zuidmuur van het schip zijn aan de buitenzijde drie reliëfstenen ingemetseld: een steen met een kruis, bladornamenten en rozen, Maria met Christus na de kruisafname en een afbeelding van de gekruisigde Christus uitgevoerd in Baumberger steen. Deze laatste is de grafsteen van Prior Johannes (Hemerken) van Kempen, de oudere broer van Thomas a Kempis. Op initiatief van de Utrechtse Bisschop Rudolf van Diepholt werd op 29 oktober 1449 een aflaat verleend aan alle pelgrims die neer knielden voor deze afbeelding van de kruisiging. De steen wordt daarom ook de ‘Nood Gods’ genoemd.

Klooster Bethlehem

Klooster Bethlehem werd gesticht door de Deventer kanunnik en deken Bernard van Vollenhove, in zijn woning te Zwolle, genaamd de hof van Vollenhove. In 1324 zorgde een grote stadsbrand ervoor dat een groot deel van de kloostergebouwen verloren ging. De kapel bleef onbeschadigd. In latere jaren (1411-1430) werden koor en kapel vergroot. Na de Reformatie werd het klooster niet direct opgeheven, maar uiteindelijk kwam de kerk ter beschikking van de protestantse gemeenschap.

Verkocht voor één gulden

Na de Tweede Wereldoorlog kwam het voortbestaan van de kerk in gevaar. Ontkerkelijking en de ontvolking van de binnenstad maakten dat de kerkruimte niet meer nodig was en ook te duur werd in onderhoud voor de krimpende kerkelijke gemeente. Op 22 juni 1958 werd er de laatste dienst gehouden en een sloopvergunning aangevraagd bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De sloopvergunning kwam niet af; de bouwkundige toestand van de kerk was niet slecht genoeg en als monument was ze te belangrijk. De gemeente Zwolle kocht het gebouw in 1963 van de hervormde gemeente voor één gulden en het orgel voor 50.000 gulden.

Borrel

Eind jaren zeventig kwam de Bethlehemkerk weer in bezit van de hervormde gemeente. Op 18 november 1982 werd na een grondige opknapbeurt weer een eredienst gehouden in de kerk. In 1998 was de gemeente genoodzaakt het gebouw te verkopen. Nieuwe eigenaar was de Zwolse horeca-ondernemer H. Borrel. De voormalige kloosterkerk is momenteel in gebruik als partycentrum. Zo werd de historische naam, Bethlehemse kerk, omgedoopt in ‘De Proosdij’.

 

 

Adres

Bethlehemkerkplein 35
Zwolle

Facilities

  •  

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0