Sociaal beleid van een chocoladefabriek

Chocoladefabriek Van Houten stond bekend als een goede werkgever. Vooral rond 1900 waren de arbeiders zeer te spreken over hun baas. Zowel de lonen als de werktijden waren in deze periode beter dan bij zowel andere chocoladefabrieken, als voor arbeiders in andere branches. Van Houten was één van de eerste bedrijven met een sociaal beleid.

Arbeiders kregen tien vakantiedagen, pensioen (sinds 1907/8) en gratis medische zorg van de bedrijfsarts. In 1905 werd de achturige werkdag ingevoerd bij Van Houten. Overwerken kwam bij Van Houten minder voor dan bij andere fabrieken. Verenigingen en activiteiten Dit was niet het enige dat Van Houten voor zijn werknemers deed. Het familiebedrijf keek als een zorgzame vader naar zijn ‘kinderen’. Er werden verenigingen opgericht en cursussen aangeboden. Zo vonden de Van Houten’s dat er nogal vals werd gezongen tijdens het werk in de fabriek. Als oplossing hiervoor werd zang en muziek vereniging De Adelaar opgericht in 1884. Ook werden er in 1902 sportvelden met de voetbalclub Rapiditas opgezet. Er werden kook en naaicursussen voor de ‘poeiermeiden’ georganiseerd en Van Houten vestigde sociëteit De Adelaar.

In de vroege jaren werden er allerlei zomerse bedrijfsuitjes georganiseerd. Bijvoorbeeld met speciale gelegenheden, zoals de verjaardag van een Van Houten directielid. Personeel en directie gingen dan samen op kosten van het bedrijf een dagje op stap. De keerzijde Uiteraard was het niet allemaal rozenkleur en maneschijn. Al vanaf de hoogtijdagen van het sociale beleid van Van Houten waren er kritische geluiden. De arbeiders kregen wel sociale regelingen, maar deze waren op geen enkele manier gereguleerd of vastgelegd. Het was allemaal een ‘gunst’ van Van Houten, zonder dat de werknemers hier enige invloed op hadden. De sociale voordelen konden zo weer afgepakt worden. Ook golden de regelingen alleen voor het vaste personeel, niet voor de tijdelijke en losse werknemers. Deze kregen geen vast uurloon en ook niet de achturige werkdag. Doordeweeks moesten ze van zes uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds werken, op zaterdag tot vier. De tijdelijke arbeiders kregen geen vakantiedagen en geen gratis medische zorg of medicijnen. De brieven die ze naar de directie stuurden, werden niet eens beantwoord. Andere petities uit verschillende delen van het bedrijf werden meestal op dezelfde manier behandeld.

De critici leken gelijk te krijgen. Toen Van Houten stevig doorgroeide was het makkelijk de sociale regelingen te handhaven. Maar zodra de winsten daalden, werd er al snel op bezuinigd en dit gebeurde ook. In 1933 werden de pensioenen afgeschaft en ook de lonen gingen meermalen achteruit. Er kwamen boetes op praten, zingen en lachen tijdens het werk. Daarnaast was het werk dat de poeiermeiden moesten doen erg zwaar, ongevallen waren dan ook niet vreemd. Hiervoor kregen ze veel minder betaald dan de mannelijke werknemers. Tussen de verschillende afdelingen met vrouwelijke werknemers waren de verschillen soms ook vrij groot. Van Houten duldde geen inspraak De patriarchale bestuursvorm kwam op een positieve manier naar voren in de sociale activiteiten die Van Houten voor haar personeel organiseerde. Dit leverde het beeld op van het bedrijf als zorgzame vader.

In de loop van de 20ste eeuw kwam echter steeds meer de keerzijde van dit systeem naar boven. Sociale regelingen werden afgeschaft/afgepakt zonder dat werknemers hier inspraak over hadden. Van Houten had de vakbonden altijd al buiten de deur gehouden, ze regelden de zaken liever intern. Bemoeienis van buitenaf was volgens het bestuur niet nodig. De willekeur van de directie was ongebreideld. Protesten en petities hadden geen enkele effect en leiden enkel tot ontslagen. Door Van Houten’s goede naam en door diens afkeer van arbeidersorganisaties, kregen vakbonden pas erg laat voet aan de grond in Weesp. Achter de façade van een modelfabriek bleek Van Houten dezelfde ‘normale’ arbeidsverhoudingen te hanteren als andere bedrijven.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0