Van Bosch tot Breugel, De ontdekking van het dagelijks leven in Boijmans

Drie generaties kunstenaars, beginnend met Jheronimus Bosch en eindigend met Pieter Bruegel ontketenen een ware revolutie in de kunst. De grote najaarstentoonstelling ‘De ontdekking van het dagelijks leven – Van Bosch tot Bruegel’ toont schilderijen en prenten die met humor en zelfspot de maatschappij weerspiegelen en die de keurigheid voorbij gaan.

Er is nooit eerder een tentoonstelling met topwerken uit de periode vanaf de zestiende eeuw rondom dit thema gemaakt. Het is de wereld van geile bejaarden, hoerenlopende monniken, kotsende boeren, armzalige bedelaars, malafide tandartsen en op geld beluste belastinginners met narren op de voor- en achtergrond.

Dagelijks leven

De tentoonstelling bevat een selectie van ‘politiek incorrecte’ schilder- en prentkunst van het hoogste niveau. Circa veertig zestiende-eeuwse schilderijen en eenzelfde aantal prenten zijn uit belangwekkende particuliere en museale collecties naar Rotterdam gehaald. De genreschilderkunst is een nieuw thema in die tijd.

In de 16e eeuw werd de schilderkunst voor het eerst losgekoppeld van religie of portretten. Het dagelijks leven vormt de nieuwe inspiratiebron. Naast panelen en prenten zijn ook voorwerpen en manuscripten te zien. Peter van der Coelen en Friso Lammertse, de conservatoren: ‘Je kunt niet naar Bruegel kijken zonder op zijn minst te glimlachen. Dat was ook toen het geval.’

Kwakzalvers

De tentoonstelling is een droom die uitkomt voor Boijmans van Beuningen. Lammertse: ‘Iedere tentoonstelling met werken van Bruegel erin is een hels karwei. Het oeuvre van Pieter Bruegel de Oude is erg klein en musea lenen zijn kwetsbare panelen eigenlijk nooit uit. Boijmans heeft vier schilderijen van Jheronimus Bosch en een paneel van Pieter Bruegel de Oude in de collectie. Nu hebben we een Bruegel erbij voor de expositie. Daarnaast zijn er topstukken van Quinten Massys, Lucas van Leyden, Pieter Aertsen, Jan Sanders van Hemessen en Marten van Cleve.’

De paneelschilderkunst had religieuze voorstellingen en portretten als onderwerp. Rond 1500 vond een opmerkelijke verandering plaats. Het dagelijks leven werd ontdekt. Het was een selectieve keuze. Niet de keurig werkende de burgers kwamen op het doek , maar kwakzalvers, dronkenlappen en bedelaars in allerlei gedaanten. Voor het grootste deel is het satire, met grappen over seks, schraap- en drankzucht, nog steeds herkenbaar overigens.

Feestvierders

Soms is er sprake van een duidelijke moraal, maar altijd overheerst het komische. Het niveau van deze eeuwenoude werken is zeer hoog. De stukken behoren tot de top van de vroege schilderkunst. Bosch, Bruegel, maar ook een onbekende meester als Jan Sanders van Hemessen waren meesterschilders met een virtuoze techniek.  

Jheronimus Bosch is de eerste kunstenaar van wie panelen met deze taferelen bekend zijn. ‘De marskramer’, uit de eigen collectie, is het beroemdste voorbeeld. We zien een reiziger die omkijkt naar het bordeel achter hem. Lucas van Leyden is de andere pionier, met voorstellingen van kaart spelers, schakers en waarzegsters.

Quinten Massys bracht uitmuntend de liefde en het geld in beeld (lees: wellust en hebzucht). Jan Massys, Jan Sanders van Hemessen, Marinus van Reymerswaele, Jan Provoost, Ambrosius Benson en de anonieme Brunswijkse monogrammist volgden. Pieter Aertsen schilderde etende en feestende boeren nog voor Pieter Bruegel. Bruegel’s taferelen van boeren, feestvierders en muzikanten behoren tot de hoogtepunten van de Europese kunstgeschiedenis. Met zijn werken sluit de tentoonstelling af.   

De Hooiwagen

Het werk van de Nederlandse zeventiende-eeuwse genreschilders is talloze malen beschreven en getoond. Deze kunstenaars baseerden zich voornamelijk op voorbeelden van hun zestiende-eeuwse voorgangers. De pionierende schilderkunst uit de vroege periode, van Bosch tot Bruegel, is vrij onbekend gebleven.

In de tentoonstelling ‘Erasmus in beeld’ van 2008 werd onder het thema ‘Lof der Zotheid’ voor het eerst aandacht besteed aan de bijdrage van de generatie van Bosch, Lucas van Leyden en Massys. Met deze grote overzichttentoonstelling is er het langverwachte vervolg. Er is een hele mooie catalogus en er worden tal van activiteiten en lezingen voor jong en oud georganiseerd.

Als onderdeel van de tentoonstelling is Bosch’ schilderij De Hooiwagen te zien. Het werk is na bijna 450 jaar even terug in Nederland. In februari verhuist het werk naar Het Noordbrabants Museum in Den Bosch voor de grootste overzichtsexpositie ooit rond de kunstenaar Jeroen Bosch. Het Museo Nacional del Prado in Madrid heeft het werk voor een half jaar uitgeleend. Bij hoge uitzondering en ter gelegenheid van de viering van het vijfhonderdste sterfjaar volgend jaar van Bosch, de belangrijkste laatmiddeleeuwse kunstenaar van Nederland.  

Datum:
10 oktober 2015 / 10 januari 2016
Type activiteit:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1