Antoni Gaudí

Antoni Gaudi stond aan de wieg van de Catalaanse art nouveau. Hij was een van de grondleggers van de organische architectuur. Hij is het meest bekend om zijn Sagrada Familia, de kathedraal in Barcelona waaraan sinds 1883 gewerkt wordt en waarin hij begraven ligt.

Antoni Gaudi, voluit Antonio Plácido Guillermo Gaudí i Cornet, wordt op 25 juni 1852 in Reus (Tarragona) geboren als zoon van een kopersmid. Vanwege zijn reuma moest hij veel thuis blijven en als hij naar buiten ging moest hij op een ezel vervoerd worden. Zijn hele leven heeft hij last van reuma gehad.

El Arlequin

Antoni kon goed leren. Op 11-jarige leeftijd gaat hij naar het gymnasium  van de paters Escolapios in Reus. Daar krijgt hij ook tekenles. In de vijfde klas van het gymnasium plaatst – tot zijn grote vreugde - het plaatselijke krantje El Arlequin tekeningen van hem. Dat het krantje een oplage van  twaalf exemplaren heeft en met de hand geschreven is, doet er niet toe: het was publiek geworden. Vervolgens gaat hij werken aan de decors van het schooltheater.

Op zijn 17e haalt hij zijn gymnasiumdiploma en vertrekt hij naar Barcelona, naar de vooropleiding van de Faculteit Natuurwetenschappen van de Universiteit van Barcelona. Tijdens de studie, hij is dan 18, wordt hij ingeschakeld bij het restauratieproject van het klooster Poblet. Hij mag het wapen voor de abt van het klooster ontwerpen.   

Hij heeft de smaak van de architectuur te pakken. Als hij 22 is, volgt hij drie jaar lang een architectuurstudie aan de Escola Provincial d’Arquitectura in Barcelona. Hij maakt vele ontwerpen, onder andere een poort voor een kerkhof, een ontwerp van een ziekenhuis en een aanlegsteiger.  Om de huur te betalen werkt hij bij architectenbureaus.

Neogotiek

Onder andere het bureau van Josep Fontseré en dat van Francisco Paula de Villar. Samen met Villar – die later de bouw van de Sagrada Familia zou beginnen – werkte hij aan projecten van het klooster Montserrat. Zijn ideeën haalde hij uit boeken. Het was aanvankelijk vrij traditioneel. Maar op gegeven moment had hij behoefte aan een eigen stijl. Het klimaat in Barcelona was er ook naar: er was een grote openheid en iedereen was op zoek naar iets nieuws. Men keek over de grenzen heen.

Gaudi bestudeerde de Franse neogotiek. Hij interesseerde zich voor sociale ideeën. Ook anderen in Catalonië waren daarin geïnteresseerd geraakt. Het paste ook in een beweging om Catalonië, dat zijn onafhankelijkheid van het centrale Spaanse gezag was kwijtgeraakt, weer aanzien te geven.  Gaudi was kritisch ten aanzien van de kerk, dat leverde hem sympathie op.

Op zijn 26e, hij is bijna afgestudeerd, krijgt hij zijn eerste openbare opdracht. Hij mag voor de stad een straatlantaarn ontwerpen. Het jaar daarop ziet hij zijn lantaarns geplaatst worden.  Een volgende opdracht komt er aan: een onderkomen ontwerpen voor de arbeiders van een fabriek. Samen met de arbeiderscoöperatie van Mataro voert hij het uit. Het ontwerp krijgt lof. Het wordt getoond op de Exposition Universelle, de Wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs. Op dat moment heeft hij net zijn architectuurdiploma gehaald.

Eusebi Güell   

Een paar jaar later, hij is 30, gaat hij samenwerken met de architect Joan Matorell. Ze zitten op dezelfde lijn, die van de neogotische architectuur, die ook een politieke tintje heeft: het is een uiting van de wens tot Catalaanse autonomie. Gaudi maakt uitstapjes naar Catalaanse historische plekken. Dat doet hij met organisaties als de Asociación de Arquitectura de Cataluña en de Asociación Catalanista d'Excursions Científiques. Ze bezoeken gotische kathedralen en Moorse gebouwen.   

 Het heeft invloed op zijn werk. Het jaar erop begint hij aan Casa Vicens. Vijf jaar werkt hij er aan. De ornamentatie springt eruit: het is een synthese van gotiek en Mudéjar-elementen. Handschoenenhandelaar Esteve Comella nodigt hem uit zijn etalage in te richten in deze stijl. De industrieel Eusebi Güell  liep er langs en bleef verwonderd staan: wie in hemelsnaam had deze etalage ontworpen? Daar moest hij meer van weten.

Er werd een afspraak gemaakt en Gaudi mocht in een van de hoofdstraten van Barcelona aan de slag. Een paleis moest er komen, wel graag in de stijl zoals Güell die gezien had. In drie jaar tijds werd Palau Güell ontworpen en gebouwd. In 1889 was het klaar. Güell was er meer dan tevreden mee. Andere stadpaleizen volgden: Casa Calvet kwam in 1900 gereed, Casa Battló in 1906 en Casa Milà,  La Pedrera, in 1910. Iedere keer durfde Gaudi een stapje verder te gaan in zijn experimenten met organische elementen en ornamenten. De druipvorm deed zijn intrede.

Park Güell

In 1900 gaf Güell Gaudi de opdracht een stadspark te ontwerpen in het noordoosten van Barcelona. Het was een gebied van 15 hectare met dichte pijnbossen. Op een reis in Engeland was Gaudi onder de indruk geraakt van de landschapsparken. Zo’n park wilde hij maken, maar dan met zijn invulling. Hij maakte Park Güell, een aards paradijs met een reuzen slang, en banken van gebroken en weer als een mozaïek in elkaar gepast porselein in de vorm bijvoorbeeld een salamander. De appel, de verboden vrucht van het paradijs, werd rendez-vous plaats en er kwam een portiersloge, een zuilengalerij en later een klein Gaudi-museum.

Ondertussen had Gaudi van Francisco Paula de Villar het ontwerp en de bouw van de Sagrada Familia kerk overgenomen. De Villar was niet verder gekomen dan de bouw van een crypte. De ideeën en ontwerpen die hij ontwikkeld had, begon hij toe te passen voor het ontwerp van de Sagrada Familia. Hij wilde een goede greep houden op de uitvoering en begon de werklieden zelf op te leiden. Hij wilde altijd en overal van op de hoogte gehouden worden. Langzaam vorderde het gebouw. De Barcelonezen keken met open monden toe. Wat gebeurde hier?

Een kluizenaar

Gaudi was na verloop van tijd dag en nacht op de bouw. Hij leefde als een kluizenaar, vele jaren lang. De kerk vordert gestaag. Op 7 juni 1926, hij is dan 74, verlaat hij laat in de middag het atelier om een luchtje te scheppen en te gaan biechten. Helemaal in gedachten verdiept wordt hij geschept door een tram. De trambestuurders van Barcelona waren berucht om hun rijstijl. Zij reden vaak te hard en baanden zich opdringerig een weg tussen mensenmenigten. Bewusteloos wordt hij – vanwege zijn haveloze kleding - naar het armenziekenhuis gebracht. Dan verneemt het verplegend personeel  dat het om Gaudi gaat, de architect van de nieuwe kathedraal. Hij wordt verplaatst naar de privé kamer. Drie dagen later overlijdt hij. De begrafenis was bijna een staatsgelegenheid. Honderdduizenden begeleiden hem naar zijn laatste rustplaats. Hij wordt begraven in de crypte van de kerk.      

Het Franco-regime deed er alles aan om de culturele identiteit van Catalonië, en Gaudi als exponent daarvan, tegen te werken. De bouw van de Sagrada Familia vorderde dan ook zeer langzaam. Maar in de jaren zestig en zeventig was er sprake van een opleving van het Catalaanse zelfbewustzijn. En daar hoorde ook Gaudi’s werk bij.

Honderdste sterfdag Gaudi inwijding kathedraal

Maar niet iedereen was even enthousiast. George Orwell schreef in zijn Hommage aan Catalonië over de Sagrada Familia: “In tegenstelling tot de meeste kerken van Barcelona, bleef het onbeschadigd gedurende de Revolutie. Het werd gespaard omwille van zijn ‘artistieke waarde’ zegt men. Ik denk dat het van slechte smaak van de anarchisten getuigde dat ze het niet opgeblazen hebben toen ze de kans hadden.”

Salvador Dali had daarentegen grote lof en sprak over ‘Tapas Art’. Pablo Picasso zag er weer niets in. Hij schreef in 1900 in een brief aan een vriend: “Stuur wat mij betreft Gaudi en de Sagrada Familia naar de hel.” Misschien lag dat ook een beetje aan Gaudi zelf, die, naarmate zijn faam steeg, strikter werd in de katholieke leer – op zijn laatste uitstapje waar hij onder de tram geraakte was hij onderweg naar de biechtstoel – en politiek werd hij steeds meer anti vrijheidsgezind.

Andere architecten namen het werk aan de kathedraal over: Francesco Quintana, Puig Boada, en Lluís Gar, het beeldhouwwerk werd voorgezet door Jaume Busquets en de façades door Joseph Subirachs. In 2005 werd het gebouw door UNESCO tot werelderfgoed verklaard. Op dit moment is het schip overdekt. De hele kathedraal is naar verwachting in 2025 gereed. De feestelijke inwijding zou volgens planning kunnen plaatsvinden op de honderdste sterfdag van Gaudi: 10 juni 2026.

https://bit.ly/1PZVCr9 

Geboorte- en sterfdatum:
25 juni 1852 / 10 juni 1926
Plaats geboorte:
Reus
Plaats sterven:
Barcelona
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Reus, Barcelona

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0