De Nieuwe Hollandse Waterlinie

Het verdedigingssysteem Nieuwe Hollandse Waterlinie werd aangelegd tussen 1815 en 1940. De Linie liep van Muiden tot aan de Biesbosch. In deze militaire verdedigingslinie was water een onmisbare bondgenoot.

Een klein laagje water, gemiddeld slechts veertig centimeter diep, was genoeg om het land verraderlijk en moeilijk begaanbaar te maken voor mensen, voertuigen en paarden. Tegelijkertijd was het te ondiep om per boot te bevaren.

Vrij schootsveld

Totaal kon er een strook van vijfentachtig kilometer lang en vijf kilometer breed onder water gezet worden gedurende een kleine drie weken. Dit was te danken aan een ingenieus waterhuishoudkundig systeem van sluizen, inundatiekanalen en bestaande waterwegen en – keringen.

Op zwakke punten werd de natuurlijke verdedigingslinie aangevuld met onder meer forten, kazematten en (groeps)schuilplaatsen. Alle verdedigingswerken moesten een vrij schootsveld hebben. De Kringenwet uit 1853 zorgde daarvoor.

Het veld rond de verdedigingswerken werd in zones van 300, 600 en 1000 meter ingedeeld. In deze gebieden moest men zich houden aan allerlei bouw- en beplantingsvoorschriften. Er mochten alleen houten huizen worden gebouwd; deze konden gemakkelijk worden afgebroken.

Frans-Duitse oorlog

Nederland gebruikte deze waterlinie in 1870 tijdens de mobilisaties in de Frans-Duitse oorlog, in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog en voor de laatste keer in 1939. Door de jaren heen moesten de bouwwerken herhaaldelijk worden uitgebreid en versterkt als er weer zwaarder geschut aan het militaire arsenaal werd toegevoegd.

Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Nieuwe Hollandse waterlinie haar functie als militaire verdedigingslinie verloren, maar veel forten zijn nog jarenlang gebruikt door militairen, bijvoorbeeld voor munitieopslag.

Openstelling forten

De Kringenwet werd opgeheven, zodat steden en dorpen zich in de omgeving van forten konden ontwikkelen. Er is nog veel te zien van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In het kader van de Nota Belvedere werd de Linie aangewezen als Nationaal Project.

Dit betekent dat Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen zich samen met burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties inspannen voor een goede toekomst van de Linie.

Met het motto ‘behoud door ontwikkeling’ wordt de Linie weer beleefbaar gemaakt door het openstellen van forten en de inrichting van de gebieden ten behoeve van culturele, recreatieve, sociale en ecologische voorzieningen.

Maurizio Purcaro

Maurizio Purcaro is medewerker Internationale Contacten van het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie

Tags

Reageren